M E D I A
|
NIEUWSSELECTIE
|
Depp neemt het in 'The Brave' op voor de arme Amerikaan
Door onze redacteur PIETER STEINZ
De 33-jarige Johnny Depp, de ster uit Ed Wood, Dead Man en Donnie Brasco, presenteerde dit weekend in Cannes zijn regiedebuut The Brave, een op de gelijknamige roman van Gregory McDonald gebaseerd drama waarnaar erg werd uitgekeken. Niet alleen omdat Depps vriend en mentor Marlon Brando er een rol in speelde, maar ook omdat het verhaal niet alledaags was: een straatarme indiaan verkoopt zijn leven voor 50 duizend dollar aan een schimmig bedrijfje dat mogelijk handelt in snuff movies; met het geld hoopt hij zijn vrouw en kinderen een uitweg te bieden uit het in de Amerikaanse woestijn gelegen sloppendorpje waar ze wonen. ,,Het is een metafoor voor de vernederingen die de havenot in het land van de Amerikaanse Droom moet doorstaan'', zei Depp op zijn persconferentie. ,,De hoofdpersoon verkoopt zijn lichaam, maar hij houdt zijn trots. Hij weigert om zijn ziel te verkopen.'' The Brave, waarin de regisseur zelf de hoofdrol speelt (,,de enige manier om de film naar behoren gefinancierd te krijgen''), wordt goed opgebouwd, in een rustig tempo, met spaarzame dialogen en met sfeervolle muziek van Iggy Pop. Maar wanneer het zinderende gesprek tussen de indiaan en de Brando-figuur is geweest, en we de laatste gelukkige week uit het leven van deze semi-Faust volgen, verliest de film aan vaart en belang. Gaandeweg vallen de beginnersfouten van Depp steeds meer op: sentimentele scènes (vrijen in de avondzon, slaapgebedjes met de kinderen), vreemde thematische uitstapjes (de indiaan die zijn mystieke roots herwaardeert), zelfgenoegzame mooifilmerij. Het maakte Depps triomftocht in Cannes er niet minder om. In de gangen van het festivalpaleis stonden meer fotografen en fans dan bij welke eerdere persconferentie ook, en toen de plaatjesmooie acteur - lage stem, donkerbruine ogen, klein kuifje in het haar - vertelde over zijn relatie tot Marlon Brando ('He's an angel') hing iedereen aan zijn lippen. Een dag later werd ook Wim Wenders, met Paris, Texas in 1984 winnaar van de Gouden Palm, ingehaald alsof hij een nieuw meesterwerk had afgeleverd. Enigszins overdreven, want hoewel het op Cinemascopeformaat gedraaide The End of Violence een onderhoudende thriller is, met een opvallende cast (Bill Pullman, Andie MacDowell, Gabriel Byrne), is hij te vrijblijvend en af en toe ook te pretentieus om diepe indruk te maken. Wat Wenders voor ogen stond, was een misdaadverhaal dat zowel een aanklacht tegen het geweld in de film was als een satire op filmmaken in Los Angeles. Maar het plot - een producent van geweldfilms wordt hardhandig achtervolgd omdat hij te veel weet van de geheime plannen van de Amerikaanse overheid - is te simpel om er echt toe te doen, terwijl de personages te oppervlakkig zijn om het medeleven van de kijker te winnen. The End of Violence wordt nooit The Player, en zelfs geen Get Shorty - zelfs al neemt hij af en toe op dezelfde geestige manier een loopje met de parallelle werelden van misdaad en film.
|
NRC Webpagina's
12 MEI 1997
|
Bovenkant pagina |