U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.
    M E D I A  
NIEUWS  | TEGENSPRAAK  | SUPPLEMENT  | AGENDA  | ARCHIEF  | ADVERTENTIES  | SERVICE 

  NIEUWSSELECTIE  
  KORTE BERICHTEN  
  RADIO & TELEVISIE  
  MEDIA  

Van Thijn blijft 'een Hansje in bessenland'

Door DANIELA HOOGHIEMSTRA
Drie weinig succesvolle optredens leverden evenzovele dagboeken op. Vorige week verscheen het laatste na zijn missie als waarnemer in Bosnie. Ed van Thijn, een man die zich onterecht slachtoffer van de wereld voelt. Who is the Dutch guy?

Soms is hij ineens weer dat verwonderde ventje. Dan is Ed van Thijn geen deelnemer meer, maar een buitenstaander die zich vertwijfeld afvraagt hoe het allemaal heeft kunnen gebeuren. Maar ook als hij van een afstand terugblikt, geeft Van Thijn zichzelf zelden ongelijk. Heeft hij eenmaal een strategie, dan houdt hij daar tot het bittere einde aan vast. ,,Als hij verloor met schaken'', herinnert zich zijn jeugdvriend Joop van Tijn, hoofdredacteur van Vrij Nederland, ,,had hij het achteraf altijd over hoe het had kúnnen gaan.'' De uiteenzetting over hoe het anders had gekund, is zijn levenslijn. Geen Nederlandse politicus gaf zulke kijkjes in de keuken van de politiek als Van Thijn deed in Dagboek van een onderhandelaar over de mislukte kabinetsformatie in 1977, in Retour Den Haag over zijn aftreden als minister in 1994 en in het vorige week uitgekomen Stemmingen in Sarajevo over zijn missie in Bosnië. In alle drie schetst hij een wereld vol wonderlijke omstandigheden die hem tot onschuldig slachtoffer maakten. Bewonderaars roemen hem om zijn romantische inborst, maatschappelijke engagement en zijn talent ,,boven de partijen'' te staan. Critici zeggen dat hij veel praat maar weinig tot stand brengt en noemen hem onbuigzaam. Zijn hartstochtelijke pleidooien voor rechtvaardigheid zijn zijn handelsmerk. ,,Zijn bevlogenheid was soms zo groot'', zegt VVD-senator Hans Wiegel ,,dat ik wel eens dacht dat hij een beetje van de grond los raakte.'' Van Thijn heeft vaak ,,pech gehad'' zeggen zijn collega-politici. In de jaren zeventig ging Den Uyl niet voor hem opzij, in 1981 zat hij een paar maanden in een kabinet dat gedoemd was te stranden, in 1994 werd hij slachtoffer van de IRT-affaire en vorig jaar voelde hij zich in Sarajevo vermorzeld door de Amerikaanse machtspolitiek.

Nederlagen kent hij niet. ,,Ed wil altijd winnen'', zeggen zijn vrienden. Misschien dat hij daarom zo is gefascineerd door sport. Roeiend, joggend en basketballend overwon hij de astma uit zijn jeugd. Maar in zijn politieke carrière was de uitkomst soms dat hij had verloren. Volgens Wiegel, die Van Thijn meemaakte als fractieleider van de PVDA in de jaren zeventig, is ,,strategisch denken'' niet zijn sterkste punt. ,,Hij liet zich vaak teveel meeslepen door het idee dat hij precies wist hoe het allemaal moest, en lette daarbij dan toch een beetje te weinig op zijn omgeving.''

Jan Terlouw, de voormalige leider van D66, herinnert zich met enige bitterheid de ,,eindeloze onderhandelingen'' met Van Thijn in 1977 over een kabinet met CDA, PVDA en D66 die op niets uitliepen. ,,Hij was niet erg soepel''. Van Thijn haalde door zijn gepassioneerde betoogtrant vaak ,,de geest uit de fles'' om hem er vervolgens niet meer in terug te krijgen, meent Wiegel. Het ,,syndroom van de tovenaarsleerling'' noemt politicoloog Philip van Praag, auteur van een proefschrift over de PVDA in de jaren zeventig, dat. ,,Van Thijn bedacht een strategie waar hij zelf nog wel afstand van kon doen, maar zijn omgeving niet meer.''

Van Thijn in Sarajevo op de 'dag van de waarheid' in september 1996: bevallig kijkt hij vanaf het podium rond in de perszaal van het Holiday Inn. Hier en daar lacht hij naar een bekend gezicht in de volle zaal. Zijn kritiek als hoofd van de waarnemersmissie van de Europese Veiligheidsorganisatie OVSE op de ondemocratische toestanden in Bosnië was de maanden daarvoor zo hevig, dat zelfs de meest vooraanstaande journalisten van invloedrijke Amerikaanse dagbladen wilden weten: Who is the Dutch guy? Maar na een lang betoog van voors en tegens, verklaart Van Thijn die dag dat de omstreden verkiezingen - ondemocratisch en een bestendiging van de etnische deling van het land - gewoon geldig zijn. Het journaille druipt af. Was de Nederlandse ex-burgemeester die maandenlang als een lastige vlieg had rondgezoemd door de Amerikaanse droomwens om de verkiezingen 'clean' te laten verlopen, op het laatst teruggefloten? Zelf ontkent hij dat. De verkiezingen waren een ,,eerste stap'' naar democratie, meer kon je er toch niet van verwachten, zei hij achteraf. De missie in Bosnië was wel Van Thijns eerste en laatste bemoeienis met de internationale politiek. ,,Dit nooit weer'' heeft hij tegen kennissen gezegd.

Amerikaanse stafleden van de OVSE waren vaak zichtbaar geïrriteerd als Van Thijn tijdens vergaderingen in Sarajevo uitgebreid te keer ging over de ondemocratische omstandigheden in Bosnië, zegt een OVSE-medewerker. De Amerikaanse let's get this over with-me thode sprak hem niet aan en dat liet hij merken ook. Maar degenen die zich door zijn kritiek op de Amerikaanse aanpak wèl geïnspireerd voelden, stelde hij teleur, meent Hrair Balian, voorzitter van de International Crisis Group, een invloedrijke actiegroep. ,,Hij was zo openlijk kritisch over de toestand, dat wij hoopten op een kritisch eindoordeel'', aldus Balian. ,,Maar hij heeft de verkiezingen gewoon goedgekeurd en de massale fraude met stembiljetten genegeerd.'' Van Thijn zelf vindt dat de verkiezingen weliswaar niet democratisch waren, maar dat hij heeft gedaan wat hij kon. Van Thijn is niet in staat om zijn eigen gelijk te relativeren, zeggen critici. Zijn idealisme maakt hem soms naiëf, zeggen vrienden. ,,Hij is toch altijd een beetje Hansje in bessenland gebleven'', zegt Van Tijn. Ed is vaak verkeerd begrepen, meent Bram Peper, burgemeester van Rotterdam. ,,Hij zoekt altijd de polemiek, hij houdt van het discours met veel dramatiek en emotie, maar daarna wil hij de strijdbijl weer begraven. Want van nature is hij een man van het compromis.''

Als joods kind tijdens de oorlog zat Van Thijn ondergedoken bij achttien gezinnen. Hij had ,,mazzel'' in de oorlog, zei hij onlangs tegen Nieuwe Revu, omdat hij maar kort in een concentratiekamp verbleef. Hij heeft het gevoel dat hij plaatsvervanger moet zijn voor familieleden die in de oorlog wel zijn gestorven, zegt Van Tijn. ,,Hij voelt altijd de eerzucht van: ik moet iets geven, ik moet iets zijn, ik moet iets doen, want ik doe het voor een ander Van Thijntje''. Van Thijn ,,beleeft de werkelijkheid niet ontspannen'', zegt zijn vroegere adviseur op het Amsterdamse stadhuis Lo Breemer ,,Hij is voortdurend bezig met: 'wat gaat er nu weer mis?''.

Moraliteit is zijn wapen. Hij heeft door het op de bres springen voor de verdrukten een soort onaantastbaarheid opgebouwd die hij gebruikt door mensen die een scheve schaats rijden, op hun nummer te zetten. In de tijd dat ideologie nog iets waard was, was geen baan te gek om Van Thijn aan te bieden. Hij had minister-president kunnen worden. Maar hij werd het niet, zelfs geen partijleider. ,,Pech'' volgens sommigen, omdat Den Uyl, voor wie 'kroonprins' Van Thijn zich jarenlang wegcijferde, niet opzij ging. Nee, zeggen anderen ,,Van Thijn wilde nooit een echte machtspositie omdat hij zich dan de luxe van de onaantastbaarheid niet meer zou kunnen permitteren''. Hij is niet als de rest. Waar 'gewone' politici uit zijn op macht, zoekt hij iets hogers. Van Thijn is ,,teveel van idealen vervuld'' om een uitgekookte machtspoliticus te zijn, meent Wiegel. ,,Een machtspoliticus zit niet vooraan, die zit op de achterste bank te kijken wat er voór hem gebeurt.'' Volgens de Amsterdamse wethouder Ernst Bakker wil Van Thijn geen macht, maar wel ,,scoren met een strategie die samen is afgesproken''.

Van Thijn is geen straatvechter. Voor baantjes wil hij graag gevraagd worden. Daarom ook was de 'erebaan' van burgemeester (1983-1994) hem zo lief. Hij kon vaderlijk boven de partijen staan en toch ,,zo hard mogelijk meedoen aan het maakbare van de samenleving'', zoals Breemer het uitdrukt. In klein gezelschap is Van Thijn verlegen, maar voor menigten bloeit hij op. Zijn toespraken over tolerantie, racisme en de herinnering aan de Tweede Wereldoorlog waren zijn grootste momenten. ,,Dan spreekt hij vanuit al zijn vezels'', aldus Bakker.

Het vreemde is dat in de praktijk weinig van zijn ideeën is terug te zien, zegt politicoloog Van Praag. Het christendemocratische middenveld bleek eind jaren zeventig sterker dan Van Thijn had becijferd, de minister-president en de burgemeester worden nog steeds niet direct gekozen en oorlog en racisme zijn alles behalve verdwenen. Van Thijn is een ,,getuigenispoliticus die misschien wel meer waarde hecht aan het tot uitdrukking brengen van een opvatting, dan aan het in praktijk brengen ervan'', aldus Van Praag. Van Thijn doet graag een beroep op het volk. Het betrekken van de burger bij de besluitvorming is een van zijn stokpaardjes. Als burgemeester ging hij de wijken in, liet zich door krakers bespugen en verjagen. Maar hoerenkasten en coffeeshops sluiten, zoals de huidige burgemeester Patijn dat doet, deed hij niet. Hij wil graag contact met de 'gewone mensen' maar voelt zich eigenlijk niet met hen op zijn gemak omdat hij van nature afstandelijk is. ,,Small talk is niet zijn sterkste punt'', zegt een vroegere naaste medewerkster op het Stadhuis. ,,Hij kwam tijdens buurtbezoeken wel bij mensen binnen, maar echt contact was er niet. Het bleef toch altijd de burgemeester die met zijn onderdanen kwam praten.''

De vroegere burgemeester is meer een man van het grote gebaar dan van de praktische details. Hij steekt liever zijn energie in het naar Amsterdam halen van wat later de Oslo-akkoorden zijn gaan heten, dan in de stad het parkeerprobleem op te lossen. Groots en meeslepend wil hij leven, voor 'grands projets' heeft hij altijd een zwak gehad. ,,De tranen springen hem nog in de ogen als hij vertelt over hoe hij Nelson Mandela in Amsterdam heeft ontvangen'', vertelt Van Tijn. Het project om de Olympische Spelen van 1992 naar Amsterdam te halen, zag er van begin af aan kansloos uit zegt Breemer ,,Maar Ed geloofde er genoeg in om er heel veel energie in te steken. Ed komt eenzaam op ideeën en gaat ermee de boer op. Ik dacht wel eens: jemig, wat wil hij nu weer voor groots?''

Van Thijn laat zich moeilijk kennen. Over persoonlijke zaken spreekt hij zelden. ,,Valse grappen maken, lekker veel eten en kijken wat Ajax doet'' karakteriseert het samenzijn van Van Thijn met zijn vriend Van Tijn. Voor hele hechte vriendschappen komt Van Thijn, die altijd aan het werk is, eigenlijk tijd te kort. En dat terwijl hij er juist veel behoefte aan heeft, zegt Breemer. ,,Ed wil graag goede vrienden hebben die hij helemaal kan vertrouwen, maar door zijn werk komt dat wel eens in de knel''. Met enige verbazing zag Breemer dat Van Thijn hem in zijn boek zijn vriend noemt. ,,Dat vond ik wel leuk''.

Het grote keerpunt in Van Thijns leven kwam toen hij in 1994 moest aftreden als minister van Binnenlandse Zaken. ,,Toen heeft hij zijn neus gestoten'', aldus Breemer. Zijn positie wankelde omdat hij als minister in de IRT-affaire moeilijk zuiver kon oordelen over zijn vroegere rol als Amsterdamse burgemeester en korpsbeheerder. Van Tijn schreef in Vrij Nederland dat hij moest opstappen. Dat was verraad, vond Van Thijn, die meende dat hij met zijn diepgewortelde gevoel van rechtvaardigheid die twee petten wèl kon dragen. ,,Hij dacht dat juist híj deze zaak wèl zuiver kon aanpakken'', zegt Van Tijn. ,,Er was tenslotte dertig jaar lang tegen hem gezegd: wat ben jij moreel hoogstaand''. Maar toen de minister van Justitie, Hirsch Ballin, aftrad, moest Van Thijn er ook aan geloven. ,,Het was een geweldige schok voor hem'', aldus Breemer. ,,Hij had het gevoel dat hij de zaak zó goed had aangepakt, dat hij zich niet kon voorstellen dat anderen daar anders over dachten.'' Na het 'retour' Den Haag is Van Thijn ,,in een gat gevallen''. Van Thijn de onaantastbare, die de aanklacht tot zijn persoonlijke en politieke meesterwerk had gemaakt, was zélf in de beklaagdenbank terechtgekomen. Kok vroeg hem niet voor een volgend kabinet.

,,Het heeft even geduurd voor hij in onze vriendschap minder terughoudend werd'', constateert Van Tijn. Wiegel: ,,Ik heb hem nog wel eens gevraagd: 'is de Eerste Kamer niets voor jou? dan heb je nog wat invloed'. Maar hij heeft radicaal met de politiek gebroken.'' Tegenwoordig bezet Van Thijn als bijzonder hoogleraar de Den Uyl- leerstoel aan de Universiteit van Amsterdam en verhuurt hij zich als adviseur bij het managementadviesbureau Boer en Croongroep (BCG). In Stemmingen in Sarajevo, zijn laatste dagboek, is hij weer verbaasd. Over de 'eigen agenda's' van de leden van de internationale gemeenschap en over de harde machtspolitiek van de VS. ,,Het leuke aan Ed is dat hij nooit blasé is geworden'', zegt Joop van Tijn. ,,Alles is altijd weer nieuw en wonderlijk voor hem''.

DROOM: Ik leid een gezelschap toeristen rond in Dordrecht, maar de stad is half vernield. Van de Grote Kerk en andere monumenten staat geen steen meer overeind. Ik kijk om me heen, maar kom tot de ontdekking dat mijn gezelschap verdwenen is. De bus is zonder mij vertrokken.

Uit: 'Stemmingen in Sarajevo' Dagboek van een waarnemer.

NRC Webpagina's
3 MAART 1997


    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC HANDELSBLAD (web@nrc.nl)