ZUID-AFRIKA
NIEUWS
ACHTERGRONDEN
OPINIE
|
'Coach' van Winnies club werkte voor politie
Door onze correspondent Lolke van der Heide
Johannesburg, 29 nov. De landelijke
politiecommissaris van Zuid-Afrika, George Fivaz, heeft gisteren tijdens
de hoorzitting van de Waarheids- en Verzoeningscommissie over de
activiteiten van Winnie Mandela in de jaren tachtig, voor grote
opschudding gezorgd door te verklaren dat de toenmalige 'coach' van
Winnies 'voetbalclub', Jerry Richardson, voor de politie werkte.
Hoewel verhalen over infiltratie door de politie van de Mandela United
Football Club altijd al de ronde hadden gedaan, was dit van de kant van
de autoriteiten nooit bevestigd. Maar Fivaz erkende nu dat Richardson,
die levenslang uitzit wegens een aantal moorden, onder andere op
tieneractivist Stompie Seipei, vanaf 1988 voor de politie werkte. In
1995 nog kreeg de gevangen Richardson 10.000 rand (4.000 gulden)
uitbetaald voor zijn informatiewerk.
De advocaat van Winnie Mandela, Ishmail Semenya, maakte dankbaar gebruik
van de door Fivaz verstrekte informatie. De verdediging van Winnie is er
op gericht anderen in haar omgeving verantwoordelijk te stellen voor de
golf van terreur. Semenya zei dat Richardson als informant er voor had
kunnen zorgen dat zaken als moord waren voorkomen.
Paul Erasmus, een voormalig veiligheidsagent, verklaarde voor de
Waarheidscommissie dat de toenmalige apartheidsautoriteiten Winnie
Mandela bewust haar gang lieten gaan, ,,omdat ze bezig was haar eigen
graf te graven'.
Erasmus zei dat Winnie Mandela destijds ,,een van de meest bespioneerde
personen' in het land was. Haar telefoon werd 24 uur per dag
afgeluisterd, haar huis voortdurend in de gaten gehouden. Maar na 1986,
toen Winnie de 'halsbandmoorden' verdedigde, besloot de blanke regering
dat de beste strategie was om 'mama' haar gang te laten gaan en haar te
portretteren als een gewelddadig personage. Erasmus zei ook dat het
propaganda-apparaat van de apartheid bewust leugens en overdreven
verhalen over Winnie verspreidde om de gehele familie Mandela in
diskrediet te brengen.
Eerder had een andere getuige, Azhar Cachalia, gezegd dat de
'gemeenschap' toentertijd zeer achterdochtig stond ten opzichte van
Winnie. ,,Niemand begreep hoe het mogelijk was dat ze opeens kon
rondrijden met haar boevenbende en wapens in haar huis kon hebben op het
hoogtepunt van de noodtoestand, terwijl ze in de jaren daarvoor werd
vervolgd voor zelfs maar het hebben van één verboden boek.
De politie deed niets, dat was voor de gemeenschap moeilijk te
begrijpen.'' Cachalia was een van de leiders van het Verenigd
Democratisch Front, een brede beweging tegen de apartheid, die zich in
1989 van Winnie distantieerde. Hij richtte zich aan het eind van zijn
verklaring direct tot Winnie en zei: ,,Onze families kennen elkaar al
zolang. Ik zou nu naar u toe willen lopen en u omhelzen en zeggen: 'Het
was maar een boze droom'. Maar er is te veel gebeurd, ik heb het gevoel
dat er verantwoording moet worden afgelegd.''
|
NRC Webpagina's
december 1997
|