ZUID-AFRIKA
NIEUWS
ACHTERGRONDEN
OPINIE
|
'Zij stak Stompie: Winnie Mandela'
Door onze correspondent Lolke van der Heide
Op de tweede dag van de hoorzitting van de
Zuid-Afrikaanse Waarheidscommissie werd Winnie Mandela rechtstreeks van
moord beschuldigd. Haar advocaat haalde de getuige echter op enkele
punten onderuit.
Johannesburg, 26 nov. Katiza Cebekhulu priemde zijn vinger in de
richting van de chique vrouw in een goud-zwart mantelpakje met
bijpassende juwelen en bril. ,,Zìj stak Stompie.'' De advocaat
vroeg Katiza wie 'zij' was en hij antwoordde: ,,Winnie
Madikizela-Mandela.'' Het was op de tweede dag, gisteren, van de
hoorzitting van de Zuid-Afrikaanse Waarheidscommissie over de
activiteiten van de Mandela United Football Club eind jaren tachtig, dat
Winnie Mandela (63) rechtstreeks van moord werd beschuldigd.
Katiza Cebekhulu schetste in zijn getuigenverklaring voor de Waarheids-
en Verzoeningscommissie een beeld van terreur, angst en achterdocht in
Winnies huis in Soweto, van waaruit zij destijds haar persoonlijke
militie leidde onder de dekmantel van een voetbalclub. Katiza was lid
van de 'club' sinds begin 1988 en beschreef in detail de laatste
ogenblikken van 'clubgenoot' Stompie Seipei, een tieneractivist die er
door Winnie van werd beschuldigd een informant van de politie te zijn.
De beschrijving van de dagenlange marteling die Stompie eind december
1988 onderging onder de handen van Winnie en andere militie-leden stemt
overeen met eerdere getuigenverklaringen, maar Katiza is de enige die
daadwerkelijk zei dat Winnie persoonlijk Stompie op oudejaarsdag 1988
bij het zwembad van haar huis afmaakte. ,,In het holst van de nacht
hoorde ik voetstappen. Ik zag mevrouw Mandela die een blinkend voorwerp
in haar hand had. Ze hief haar arm twee keer op en stak het in een
lichaam. De volgende dag was het zwembad leeg, er waren bloedsporen en
Stompie was verdwenen'', zo verklaarde Katiza onder ede.
Winnies advocaat Ishmail Semenya wist in zijn kruisverhoor Katiza op
verscheidene punten onderuit te halen. Zo gaf de getuige toe dat hij
niet zeker wist of het lichaam waar Winnie op instak dat van Stompie
was. Maar de advocaat ging wijselijk niet in op andere aantijgingen van
Katiza, zoals zijn beschrijving van de mishandeling en aansluitende
'verdwijning' van een andere jongere, Lolo Sono. Katiza bevestigde de
lezing van de vader van Lolo, die maandag voor de Waarheidscommissie
verklaarde dat hij zijn zwaar gehavende zoon voor het laatst zag in
gezelschap van mevrouw Mandela, die zei dat ,,de beweging'' zou
besluiten wat er met ,,de hond'' zou worden gedaan. Lolo Sono is nooit
meer teruggezien.
Katiza Cebekhulu viel begin 1989 ook in ongenade en belandde, volgens
zijn zeggen, op last van het ANC voor drie jaar in een Zambiaanse
gevangenis. Het Britse parlementslid Emma Nicholson 'ontdekte' hem daar
en ontfermde zich over hem. Katiza verblijft sindsdien in
Groot-Brittannië. In Zuid-Afrika is hij bij verstek veroordeeld
wegens betrokkenheid bij de moord op Stompie. Hij kreeg voor de
hoorzitting van de Waarheidscommissie speciale ontheffing van
rechtsvervolging.
Hoeveel slachtoffers er in de dagen van de Mandela Football Club United,
die in 1989 werd opgeheven, zijn gevallen is onduidelijk, maar Winnies
naam is in verband gebracht met ten minste elf moorden en verscheidene
andere schendingen van de mensenrechten. De openbare zitting van de
Waarheidscommissie over de bezigheden van de 'voetbalclub', die de hele
week duurt, heeft plaats op haar eigen verzoek. In september had al een
'in camera' verhoor van de commissie plaats, maar mevrouw Mandela, de
ex-vrouw van president Mandela, stond op een publieke zitting, om ,,voor
eens en altijd'' haar naam te zuiveren. In 1991 werd de 'coach' van haar
voetbalclub, Jerry Richardson, veroordeeld tot een lange celstraf wegens
de moord op Stompie. Winnie kreeg aanvankelijk ook zes jaar cel
opgelegd, maar dit werd later omgezet in een hoge boete.
Een van haar vroegere naaste medewerksters, Xoliswa Falati, die eveneens
gevangen zat wegens haar aandeel in de moord op Stompie, deed gisteren
aan het eind van haar verschijning voor de Waarheidscommissie een
dramatische oproep aan commissievoorzitter Desmond Tutu. Falati, die in
onmin is geraakt met haar voormalige boezemvriendin Winnie, zei dat ze
Tutu naar de mijnschachten kon brengen waarin de lichamen van jongeren
die zijn verdwenen zijn gedumpt. Tutu antwoordde dat in opdracht van de
commissie inmiddels in de schachten van uitgebluste goudmijnen nabij
Soweto wordt gezocht naar lichamen. Het lijk van Stompie Seipei werd
begin 1989 al teruggevonden.
|
NRC Webpagina's
december 1997
|