U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.
     
NIEUWS  | TEGENSPRAAK  | SUPPLEMENT  | AGENDA  | ARCHIEF  | ADVERTENTIES  | SERVICE 

 ZUID-AFRIKA

 NIEUWS

 ACHTERGRONDEN

 OPINIE

Zuid-Afrika: Acht paar sandalen en wat riemen

Lolke van der Heide
Eens zal ik hier samen met mijn vrouw werken'', dagdroomt Frans Marhaba (52), een schoenmaker uit het Zuidafrikaanse dorp Jane Furse, gelegen in de Noordelijke Provincie. Frans is een goedlachse man, een los arbeider die ooit iemand langs de kant van de weg zelfgemaakte leren schoenen zag verkopen en bedacht 'dat wil ik ook kunnen'. Hij volgde een stoomcursus en begon in 1990 zijn eigen zaakje.

Het was de verkeerde tijd, het land zat opgezadeld met een failliet politiek systeem en economische rampspoed. Maar Frans Marhaba sloeg zich er doorheen en vertelt er nu smakelijk over. ,,Ik gebruikte elk beetje geld dat ik had om te overleven en het is gelukt.'' De kleine schoenmaker zegt zijn voortbestaan als kleine zelfstandige vooral te danken te hebben aan de steun van de Rural Finance Facility (RFF), een non-profitinstelling in Johannesburg die krediet verstrekt aan beginnende kleine ondernemers op het Zuidafrikaanse platteland. Frans leende drie jaar geleden 2.000 rand (800 gulden) en daarvan heeft hij ,,elke cent terugbetaald''.

Mathomo Leather Craft staat met fleurige letters boven het winkeltje van Frans. Mathomo betekent pionier in het Noord-Sotho, de taal die men hier spreekt. Op de houten schappen heeft de schoenmaker zijn complete assortiment uitgestald: acht verschillende soorten sandalen, enkele typen riemen en portemonneetjes. Achter de winkel ligt een minuscule werkplaats, waar Frans zijn enige personeelslid aan het werk heeft: Tryphina. Met een stofkapje voor haar mond draait de vrouw aan de slijpsteen - het gebouw beschikt over elektriciteit noch stromend water.

De zaken gaan betrekkelijk goed. Marhaba zet per maand 3.000 rand om en kan daarmee zijn gezin met negen kinderen goed onderhouden. Zijn grote wens is zijn vrouw, die nu groenteverkoopster op de markt is, in zijn eigen zaak te betrekken. Hij heeft zijn geldschieter daarom gevraagd om een nieuwe lening van 4.000 rand, waarmee hij de produktie wil uitbreiden. Hij wacht op het groene licht uit de stad.

Frans' buurman is eveneens een 'kleine lener', Daniel Tshesane, handelaar in alles wat voor het oprapen ligt, van blikjes tot vodden en flessen. Hij staat met zijn handen in de zakken van zijn blauwe overall op de stoep voor zijn bedrijfje. Daniel (48) begon tien jaar geleden voor zichzelf en rommelde maar wat aan, zonder veel succes. In 1995 kreeg Daniel een eerste lening van de RFF, eveneens ter grootte van 2.000 rand, die hij besteedde aan het kopen van nieuwe lasapparatuur. Hij betaalde alles af en leende vorig jaar nog eens 3.000 rand.

Daniel heeft nu twee mannen en drie vrouwen in dienst, die het grootste deel van de dag onderweg zijn, op zoek naar bruikbaar afval. Zelf hanteert de 'baas' het lasapparaat. Hij trekt zijn kasboeken tussen de bahcosleutels en de platgeslagen colablikjes vandaan om zijn omzet te tonen. Afgelopen maand: voor 2.800 rand gelast, verkoop tweedehands kleren: 3.300 rand, aluminium: 2.000 rand. ,,De zaken gaan niet slecht'', zegt Daniel, al is hij maar matig te spreken over de voortgang. ,,Een grote zaak in lompen en oud ijzer'', dat is zijn streven.

Frans Marhaba en Daniel Tshesane zijn twee van de succesverhalen waar de RFF zich op laat voorstaan. Van de 37 miljoen rand die de instelling aan haar niet-kapitaalkrachtige cliënten uitleende, ging zeven miljoen naar kleine ondernemers.

Tien procent van deze leningen werd niet terugbetaald, de voorwaarden zijn bepaald ook niet zacht. De rente voor ondernemers bedraagt liefst 40 procent. Managing director Chris Höck spreekt over het financieren van de 'onfinancierbaren', niemand in het gewone bankwezen is bereid zijn cliënten geld te lenen.

Dertig miljoen rand is geleend aan mensen die een eigen huisje willen bouwen. Die krijgen 7.000 rand, tegen een rente van 23,5 procent. De RFF, die steun krijgt van de Zuidafrikaanse overheid en van buitenlandse non-governmental organisations als HIVOS uit Nederland, is met zijn huizenproject zo succesvol dat men heeft besloten dit deel los te koppelen en er een normale, op winst gerichte onderneming van te maken.

Het zijn met name de voorheen kansarme, laagopgeleide zwarten en kleurlingen van middelbare leeftijd die een beroep doen op de RFF - met arme blanken die om leningen vragen zijn vrijwel altijd problemen, zegt een medewerker van RFF: die weigeren terug te betalen. De jongere generatie Zuidafrikanen heeft weer andere idealen: zij wil hogerop. Moses, de 18-jarige zoon van Frans Marhaba die nu zijn vader nog af en toe in de schoenenzaak helpt, wil naar de universiteit. ,,Ik word dierenarts'', zegt hij verlegen, maar resoluut. Vader Frans lacht, ,,Ja, dat wordt-ie.''

NRC Webpagina's
december 1997

    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC HANDELSBLAD (web@nrc.nl) 10 MEI 1997