U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.
     
NIEUWS  | TEGENSPRAAK  | SUPPLEMENT  | AGENDA  | ARCHIEF  | ADVERTENTIES  | SERVICE 

 ZUID-AFRIKA

 NIEUWS

 ACHTERGRONDEN

 OPINIE

Het Kruger Nationaal Park als spiegel van het nieuwe Zuid-Afrika: Grond voor een fatsoenlijk bestaan

Lolke van der Heide
In het Zuidafrikaanse Krugerpark is zichtbaar dat een nationaal reservaat het symbool van een samenleving kan zijn. Het lagere personeel is merendeels zwart en de bezoekers zijn vrijwel uitsluitend blanke Zuidafrikanen of buitenlanders. Zwarten die uit het park zijn verdreven eisen nu hun grond terug. ,,Als ze winnen, zijn alle natuurgebieden in gevaar.'' Nieuwe visies op het recht van de sterkste.

Apartheid en het Krugerpark, dat waren de twee zaken waarmee de wereld Zuid-Afrika lange tijd associeerde. Na de opheffing, in 1993, van het meest verfijnde systeem van rassensegregatie dat ooit heeft bestaan, bleef alleen het Krugerpark over, een instituut dat schijnbaar met dat kwalijke verleden niets te maken had. Het park stond lange tijd model voor een geslaagde manier om "de goede natuur' te beschermen tegen "de slechte mens'.

Maar schijn bedriegt: ook het zeventig jaar oude Krugerpark was deel van het oude Zuid-Afrika. Het was een blanke creatie en ,,alleen blanken waren in staat de volle voordelen van recreatie van het Kruger Nationaal Park te genieten'', schrijft de filosofe Jane Carruthers in een boek over de sociale en politieke historie van het park. ,,Afrikaanse werknemers waren permanent ondergeschikt, terwijl Afrikanen erbuiten werden gestraft door de onmogelijkheid toegang te krijgen. De cultuur van het park was die van de blanke westerling.''

De achterliggende vraag is of er in een niet-democratische samenleving, zoals Zuid-Afrika tot voor kort was, waardevrije instituties konden ontstaan die een regime overleven. Carruthers meent van niet: ,,Een nationaal park is niet zomaar een fysieke entiteit, een geografisch gebied of een samenspel van ecosystemen en soorten. Het is een spiegel van de samenleving en een krachtig symbool.''

De bezoeker van het Krugerpark en omgeving vindt deze opvatting bevestigd. Het lagere personeel van het wildpark is nog steeds voor het merendeel zwart, het hogere blank en de bezoekers zijn vrijwel uitsluitend blanke Zuidafrikanen of buitenlanders onder wie velen uit rijke Aziatische landen als Japan en Taiwan. In een kring om het park wonen de zwarte gemeenschappen die nooit iets op hebben gehad met hetgeen zich achter de afrastering afspeelt. Ze zouden de grond liever gebruiken voor de landbouw om er een fatsoenlijk bestaan op te bouwen.

Vorig jaar augustus deponeerde de Makuleke-stam, die leeft aan de noordgrens van het Krugerpark, bij de rechtbank een claim voor de teruggave van 20.000 hectare grond binnen het park. Volgens stamleider Livingstone Makuleke werden leden van zijn gemeenschap in 1969 van de grond verdreven. De zaak speelt momenteel voor de Lands Claim Court. ,,Als de Makuleke-stam wint, zijn alle natuurgebieden in gevaar. Natuurbescherming is dan niet meer waard dan het stuk papier waarop het is geschreven'', zegt David Hatton, voorzitter van de Wildlife and Environmental Society.

Volksstaat

De directie van het Krugerpark kan de maatschappelijke heroriëntatie over het natuurbeheer in haar algemeenheid, en meer bepaald over het park zelf, niet langer negeren. Zij bezint zich op de intermenselijke relaties in het park en op die tussen mens en natuur.

,,Toen ik voor het eerst naar het park kwam was het net alsof ik een volksstaat (het door rechtse Afrikaners nagestreefde blanke "thuisland', LvdH) binnenwandelde'', zegt Enos Mabuza, de voorzitter van de Nationale Raad van Parken, een overkoepelend orgaan van alle wildparken. Mazuba, die sinds 1995 in functie is, heeft met voortvarendheid gewerkt aan een "verkleuring' van het personeelsbestand. En met succes: meer en meer zwarten zijn te vinden op hogere posities in de parken, maar een afspiegeling van de Zuidafrikaanse samenleving is het nog lang niet.

Naar verwachting zullen de sociale veranderingen in het park binnen enkele jaren zijn uitgekristalliseerd. Dan zal blijken dat het Krugerpark deel van het nieuwe Zuid-Afrika is geworden en blijft bestaan. De huidige, overwegend zwarte regering is niet van plan deze kip met gouden eieren te slachten: jaarlijks bezoeken bijna een miljoen mensen het park. Jane Carruthers ziet zelfs een opbouwende functie voor het park weggelegd: ,,Waardering voor de natuurlijke omgeving en het behoud van de natuur kan een band scheppen tussen alle Zuidafrikanen en een aspect worden van politieke rijping waarop we allemaal trots kunnen zijn.''

Ook de tabaksmagnaat Anton Rupert heeft gemeend een maatschappelijke daad te moeten stellen voor de natuur, uit een kennelijk schuldgevoel over de innerlijk vervuiling van het menselijke dier. Rupert heeft onlangs de Stichting voor Vredesparken in Zuidelijk Afrika in het leven geroepen, die een intensieve samenwerking beoogt van Kruger en andere nationale parken met die in de buurlanden Namibië, Botswana, Zimbabwe, Lesotho, Swaziland en Mozambique. Een van de ambitieuze plannen is om het wild tussen Kruger, het Parque Nacional de Banhine in Mozambique en het Gonarezhou National Park van Zimbabwe via corridors met elkaar te verbinden zodat dieren ongehinderd de landsgrenzen kunnen oversteken. Een dergelijk streven past in de algemene politiek van de Zuidafrikaanse regering die een grotere integratie van de gehele regio op tal van terreinen voorstaat.

De vraag die hier meteen op volgt is hoe het Krugerpark moet worden beheerd: als een grote dierentuin, met verregaande controle, of als een autonoom ecosysteem. Hoewel de dieren in het park grotendeels zelf kunnen "bepalen' waar ze zich willen ophouden, bepaalt de parkdirectie nog altijd de grenzen, in alle opzichten, aan het bestaan. Het hele park is door hoge "olifantsbestendige' hekken omgeven. Soms worden dieren verhuisd naar andere delen van het park. De aantallen van elke soort worden bijgehouden, de laatste decennia met hulp van moderne technologie. De stand van de grotere herbivoren, zoals olifanten, buffels, zebra's en nijlpaarden is aan een maximum gebonden. Boventallige dieren worden afgeschoten of de aantallen worden, zoals nu met het geboortebeperkingsplan voor de olifanten, op een andere manier onder controle gebracht.

Zendertjes

Kan het Krugerpark wel als autonoom ecosysteem functioneren, of richt de natuur zich dan zelf te gronde? Ontstaat er tussen de soorten een survival of the fittest? De meningen daarover lopen duidelijk uiteen. De "oude school' staat op het standpunt dat beheer noodzakelijk is, de natuur kan zich niet redden en moet worden gestuurd. Een nieuwe lichting natuurbeschermers en -wetenschappers meent dat de natuur haar loop moet hebben, ook als dat het verdwijnen, op "natuurlijke wijze' van soorten inhoudt. ,,Biodiversiteit moet in stand worden gehouden door de natuur, niet door management'', zegt een zoöloog in het park. Overigens bestaat er alweer een wetenschappelijk oplossing voor het gevaar van verdwijnen of uitsterven van een diersoort. Wetenschappers in Californië zijn bezig met het aanleggen van een spermabank voor alle zoogdieren, waar in geval van nood op kan worden teruggegrepen.

Jane Carruthers verwerpt het idee dat natuurbeheer beter voor de dieren is dan "niet-natuurbeheer'. Het is beter voor de mensen, zegt ze. ,,Praktijken zoals het aanbrengen van zendertjes op dieren en verhuizingen maken deel uit van de filosofie van de wetenschappelijke heerschappij. In veel gevallen zijn de gebeurtenissen even traumatisch en pijnlijk voor de dieren als voorheen de jacht.'' Carruthers betitelt een dergelijk beheer van het Krugerpark als ,,voor God spelen''.

Op één beleidsterrein is in het Krugerpark het roer inmiddels omgegooid: brand. Op natuurlijke wijze ontstane branden werden voorheen geblust. Het nieuwe uitgangspunt luidt: vuur is natuurlijk, laat maar branden. Alleen wanneer de brand door menselijk toedoen tot stand komt of wanneer een van de twaalf restcamps - hotels in bush-stijl - in gevaar komt, wordt er geblust. De mens blijft in deze filosofie dus boven de natuur staan, dat wel. In september vorig jaar ontstond door blikseminslag een enorme brand in het park. Er werd niet ingegrepen, eenvijfde van de natuur ging in vlammen op. Maar een paar maanden later is daar maar weinig meer van te zien; de natuur herstelt zich snel.

Voorlopig is het Krugerpark nog op zichzelf. Satara bushcamp bij nacht. Het kabaal van de natuur is overweldigend: tsjirpende krekels, vogels die zingen, trompetterende olifanten in de onzichtbaarheid. En een hemel, zo helder, zo wijd, bezaaid met sterren in alle uithoeken. Gasten liggen languit in tuinstoelen op het terras van hun verblijf. Ze tillen grote glazen met Zonnebloem Pinotage, "Oesjaar' 1993, weg. Op de ingebouwde "braai' roosteren ze lappen vlees - geen wild.

NRC Webpagina's
december 1997

    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC HANDELSBLAD (web@nrc.nl) 1 MAART 1997