Olifant & anticonceptie
Lolke van der Heide
De Zuidafrikaanse olifant is aan de pil.
Het Kruger Nationaal Park vormt de woonplaats voor 7.500 dikhuiden en
dat is volgens de nu geldende normen het maximum dat het gebied aankan.
Overbevolking zou de olifanten zelf en de rest van het wild schaden. Tot
nu toe werden om deze reden, tot grote woede van dierenbeschermers,
jaarlijks zo'n zeshonderd volwassen dieren afgeschoten.
Maar nu is men in "Kruger' begonnen met een experiment: twintig
vrouwtjesolifanten zijn voorzien van anti-conceptiva. Het park wil zo
nagaan wat de beste manier is om kleine olifantjes te voorkomen.
Terwijl in andere Afrikaanse landen de populatie olifanten slechts met
grote moeite in stand kan worden gehouden, gaat het in Zuid-Afrika
feitelijk te goed met ze. De leefomstandigheden voor het dier zijn in
het Krugerpark - oppervlakte twintigduizend vierkante kilometer,
ongeveer tweederde van Nederland - ideaal. Er is voedsel genoeg, geen
stropers, en natuurlijke vijanden bestonden er toch al nauwelijks.
De weg van Skukuza naar Tshokwane. Even voorbij het Olifantdrinkgat
loopt een familie olifanten tussen de struiken. Pa flappert met zijn
oren; ma en het naar schatting twee jaar oude kalf ontdoen een boom
hardhandig van bladeren. Het vrouwtje heeft een oranje "kraag', ten
teken dat ze deel uitmaakt van de proef. In de kraag bevindt zich een
zender waarmee het dier te allen tijde kan worden opgespoord om na te
gaan of de geboortebeperking effectief is. De helft van de veertig
vrouwtjesolifanten uit het proefproject is daadwerkelijk
geïnjecteerd met een antizwangerschapsvaccin, de andere helft heeft
een placebo-injectie toegediend gekregen en is voorzien van een witte
kraag. Dit maakt het voor onderzoekers mogelijk om te bepalen of het
vaccin en niet iets anders tot de onvruchtbaarheid heeft geleid.
De methode is in de Verenigde Staten eerder met succes getest in
dierentuinen, maar de toepassing in Kruger is de eerste in het wild. Het
gebruikte vaccin, gewonnen uit varkensproteïnen (varkens-zona
pellucida proteïnen - pZP), stimuleert de vorming van antilichamen
die de bevruchting van eicellen voorkomt. Vorig jaar zijn in het park
eicellen van afgeschoten olifantsvrouwtjes in verbinding gebracht met
pZP. ,,De resultaten waren zeer positief'', zegt Henk Bertschinger, van
de Onderstepoort Faculteit aan de universiteit van Pretoria en leider
van het onderzoek.
Olifanten in het wild zijn niet eenvoudig te benaderen; in het
Krugerpark werden eerst per helikopter vrouwtjesolifanten met jonge
kalveren opgespoord - olifanten kunnen niet zwanger raken tot ongeveer
twee jaar na de geboorte van een kalf. Na de selectie van voldoende
moederolifanten met kalveren werden ze met geweren op afstand verdoofd,
geïnjecteerd en voorzien van zenders. In juni krijgen ze nog een
booster toegediend.
Aangezien een Afrikaanse olifant een draagtijd heeft van om en nabij de
22 maanden, en er mogelijk na het eerste experiment een tweede
noodzakelijk is, zal de hele test vijf jaar in beslag nemen. Indien deze
manier van anticonceptie inderdaad aanslaat zullen ruim tweeduizend
olifanten aan de pil moeten om de populatie onder controle te krijgen.
Dit betekent niet dat het afschieten nu definitief is stopgezet, er is
alleen sprake van opschorting. Een andere nieuwe methode om het doden
van olifanten te voorkomen is het exporteren of het overbrengen naar
andere parken in Zuid-Afrika of daarbuiten. Op deze manier zijn in 1996
de levens van 171 olifanten gered.
Critici van het officiële beleid zeggen dat in het Krugerpark veel
meer olifanten kunnen leven dan het aantal van 7.500, een aantal
gebaseerd op één olifant per vierkante mijl. In de
wildparken van Tanzania en Zimbabwe leven gemiddeld 2,7 olifanten per
vierkante mijl, zonder noemenswaardige problemen. De directie van
Krugerpark kan daarentegen wijzen op de slechte ervaringen in het
buurland Botswana, waar een te groot aantal olifanten eind vorig jaar in
het park Chobe leidde tot grote moeilijkheden. De dieren braken door
omheiningen, doodden mensen en vernielden woningen.
De olifant is sinds 1990 een beschermde soort. Het doden van het dier en
de handel in olifantenprodukten is bij internationaal verdrag verboden.
Het is Zuid-Afrika weliswaar toegestaan uit overwegingen van
natuurbehoud olifanten af te schieten, maar het heeft het land tevens
opgezadeld met een wonderlijk luxeprobleem. De kostbare slagtanden van
gedode olifanten mogen niet meer worden verkocht. In het Skukuza-kamp,
midden in het park, liggen al drieduizend slagtanden opgeslagen, met een
marktwaarde van zeker dertien miljoen gulden. Voor alle zekerheid liggen
de tanden in koelcellen, want misschien komt er een moment dat de
verkoop van ivoor verkregen uit dergelijke omstandigheden toch weer is
toegestaan. Zuid-Afrika is voorstander van een dergelijke regeling. Op
de komende zitting van de Conventie tegen Internationale Handel in
Bedreigde Diersoorten (CITES), die in juni in Zimbabwe wordt gehouden,
zal de Zuidafrikaanse delegatie pleiten voor het verhandelen van ivoor
en van neushoornhoorn die op legale wijze in wildparken worden gewonnen.
|