Mobutu
Een spoor van vuur; Verscheurd Zaïre: de erfenis van
'Messias' Mobutu
Bernard Bouwman
Een volledige oorlog tussen Rwanda en
Zaïre lijkt nog slechts een kwestie van dagen. President Mobutu
Sese Seko was lange tijd het boegbeeld van de natievorming in
Zaïre, maar heeft uiteindelijk veel bijgedragen aan de crisis
waarin het land nu verkeert. De wereldleiders weten zich geen raad meer
met het zoveelste regionale conflict. Het lot van Afrika: steeds weer
ontwikkelings- project, nooit een machtsbasis met politieke prioriteit.
De moedige held die bij zijn overwinningen een spoor van vuur achter
zich laat'. Dat was de naam die de president van Zaïre, Mobutu Sese
Seko, zichzelf aan het begin van de jaren zeventig gaf. Mobutu bevond
zich toen op het toppunt van zijn macht. Door de export van vooral koper
en diamant ontwikkelde de voormalige Belgische kolonie zich snel.
Mobutu, die een einde had gemaakt aan de etnische verdeeldheid in het
land na de onafhankelijkheid in 1960, was voor velen het boegbeeld van
het Zaïrese 'wonder'.
Meer dan twintig jaar later is er weinig reden meer om Mobutu met zijn
zelfgekozen naam aan te spreken. De inmiddels ietwat corpulente
president voert in een Zwitserse kliniek een ongelijke strijd tegen
prostaatkanker. Critici in Zaïre beweren smalend dat hij
gemakkelijk van zijn kwaal afgeholpen had kunnen worden als de 'held'
zijn kinderlijke angst voor de dokter eerder had overwonnen en zich in
een vroegtijdig stadium had laten behandelen.
Een ding staat buiten kijf: de president heeft inderdaad een spoor van
vuur achter zich getrokken in Zaïre. Dat vuur brandt voorlopig
alleen nog in het oosten, bij de grens met Rwanda en Burundi, maar
niemand sluit meer uit dat geheel Zaïre binnenkort in vlammen
opgaat. ,,Rwanda (waar in 1994 een half miljoen mensen werden vermoord,
red.) is in vergelijking met wat er dan gaat gebeuren een onschuldige
picknick op een gezellige zondagmiddag'', aldus een Amerikaanse
professor onlangs in een gespreksgroep op Internet.
Mobutu draagt een grote verantwoordelijkheid voor de huidige strijd in
Oost-Zaïre. Toen honderdduizenden Hutu's in 1994 uit Rwanda naar
Zaïre vluchtten, deed hij niets om hen te ontwapenen. Sterker nog,
volgens mensenrechtenorganisaties als Human Rights Watch stond Mobutu -
daartoe aangemoedigd door bondgenoot Frankrijk dat in het Rwandese
conflict de zijde van de extremistische Hutu's koos - oogluikend de
aanvoer toe van grote hoeveelheden wapens voor de Rwandezen via het
vliegveld van Goma. Hij ondernam evenmin actie toen de Rwandezen - ook
in Zaïre zelf - Hutu's tegen Tutsi's begonnen op te zetten. Toen de
Hutu-extremisten daarnaast aanvallen vanuit Zaïre op Rwanda
begonnen uit te voeren, was voor de Tutsi-regering in Rwanda de maat
vol. Rwanda begon de Tutsi's in Zaïre te bewapenen en heeft
inmiddels toegegeven legereenheden de grens overgestuurd te hebben, met
als doel de Rwandese Hutu's verder Zaïre in te drijven opdat ze
geen bedreiging meer vormen. Een volledige oorlog tussen Rwanda en
Zaïre lijkt nog een kwestie van dagen.
De gevolgen van zo'n oorlog voor Zaïre zelf zijn moeilijk te
overzien. De laatste jaren zijn op veel plaatsen in Zaïre, dat 63
keer zo groot is als Nederland en waar ongeveer 240 volkeren leven, de
etnische spanningen flink opgelopen. Zo sloegen in 1993 in de provincie
Shaba ten minste zeshonderdduizend mensen op de vlucht. Deze mensen
waren afkomstig uit de naburige provincie Kasaï maar leefden vaak
al generaties in Shaba. Mobutu, wiens voornaamste politieke tegenstander
uit Kasaï komt, speelde zelf een hoofdrol bij dit conflict: zijn
gouverneur gaf de Kasaiërs drie maanden om de provincie te verlaten
omdat ze anders vermoord zouden worden.
Natievorming: in de jaren zestig en zeventig leek het een van Mobutu's
sterkste troeven. Als chef-staf van het Zaïrese leger had hij na de
onafhankelijkheid in 1960 kordaat een einde gemaakt aan een poging tot
afscheiding van de provincies Katanga en Kasaï. ,,Hij was de enige
politicus die het hele volk achter zich kon verenigen'', schreef een
voormalige spion voor de CIA die in die periode in Zaïre actief
was. In 1965 trok Mobutu met steun van het westen de macht definitief
naar zich toe.
In een land zo heterogeen als Zaïre kon alleen Mobutu zelf echter
als symbool van natievorming fungeren: de prijs voor de
onafhankelijkheid was een persoonsverheerlijking die ongekende vormen
aannam. Tot voor kort begon elke uitzending op de Zaïrese
staatstelevisie met beelden van Mobutu die, gezeten op een wolk, uit de
hemel af kwam dalen. ,,Waarom hebben we het Kerstfeest nog nodig?'' zei
een Zaïrese minister in de jaren zeventig. ,,Is Mobutu niet onze
Messias?''
Stoere krijger
Weinigen in het Westen stelden vragen bij deze persoonsverheerlijking.
Mobutu's opvattingen over de Afrikaanse authenticité konden bij
veel linkse intellectuelen zelfs op grote bijval rekenen. Afrika moest
teruggrijpen op zijn eigen verleden en breken met het culturele
kolonialisme, was in die kringen de opvatting. Vanaf het begin van de
jaren zeventig nam Mobutu de authenticisering energiek ter hand. Het
standbeeld van de Europese ontdekker van Zaïre, Sir Henry Morton
Stanley, werd van zijn sokkel afgehaald en vervangen door dat van een
stoere Afrikaanse krijger. Hoge gasten die Zaïre aandeden, werden
niet meer ontvangen met een blaaskapel maar met Afrikaanse tam-tam
muziek. Voordeel van de authenticité voor Mobutu was dat het hem
van de verplichting ontsloeg om de normen van de 'westerse' democratie
te respecteren. ,,Wij hebben geen parlement nodig'', zei Mobutu eens.
,,Bij ons gaat de president gewoon het land in en vraagt de mensen wat
ze nodig hebben.''
Pas in 1973, toen Mobutu besloot om alle buitenlandse bedrijven te
nationaliseren, gingen de alarmbellen in het westen af. Maar zelfs toen
weigerde bijvoorbeeld de Amerikaanse regering om Mobutu, die zich had
ontpopt als een betrouwbare bondgenoot in de strijd tegen het
communisme, onder al te zware druk te zetten. Nog aan het begin van de
jaren tachtig, toen Zaïre al in een diep economisch dal verkeerde,
noemde president Reagan Mobutu nog ,,een stem van verstand en goede
wil''.
Met de daling van de prijzen van een aantal grondstoffen op de
wereldmarkt zorgde de nationalisatie na het midden van de jaren zeventig
voor de totale economische ineenstorting van Zaïre. Winst was geen
overweging meer bij de bedrijfsvoering, Mobutu en de kleine kring rond
hem gebruikten de ondernemingen slechts om snel persoonlijke rijkdom te
vergaren. Volgens een rapport van de Wereldbank 'verdween' in 1992
bijvoorbeeld maar liefst vierhonderd miljoen dollar (een vierde van de
export van het land) 'zomaar' van de Zaïrese nationale rekeningen.
Help jezelf
De rijkdom van de kliek rond Mobutu werd in de jaren zeventig al snel
spreekwoordelijk. Als de president ging winkelen, droeg hij
tienduizenden dollars aan baar geld bij zich. Mobutu's favoriete kapper
werd om de twee weken in een speciale jet vanuit zijn hairshop in New
York naar Zaïre overgevlogen om het steeds dunner wordende haar van
de Opperste Gids te verzorgen. Mobutu's fortuin zou inmiddels net zo
groot zijn als de gehele buitenlandse schuld van het land.
De 'gewone' Zaïrees merkte echter maar bitter weinig van al die
overvloed. Al snel werd het dagelijks leven in het land tot een hel. Een
bestuursapparaat kent het land niet meer. Politieagenten en soldaten,
die niet of nauwelijks meer worden uitbetaald door de autoriteiten in
Kinshasa, eisen geld van de bevolking. Regelmatig kapen ontevreden
soldaten een vliegtuig om zo de regering tot uitbetaling van de soldij
te dwingen. In de grote steden durft niemand meer na donker over straat.
Smalend voegde de bevolking een nieuw - vijftiende - artikel aan de
grondwet toe: ,,Help jezelf want de regering maakt het leven alleen maar
moeilijker voor je''.
De problemen van Zaïre, in potentie een van de rijkste landen van
Afrika, zijn enorm. Volgens schattingen van de Wereldbank heeft nog maar
een op de veertig Zaïrezen een vaste baan. De economie krimpt,
terwijl de bevolking juist groeit. Naar schatting zestig procent van de
bevolking is jonger dan twintig jaar. In de snel groeiende steden zijn
de hygiënische omstandigheden zo deplorabel dat ziekten als de
pest, waarmee de mensheid afgerekend dacht te hebben, opnieuw de kop
opsteken.
Hoe Zaïre zonder de Opperste Gids verder moet, is volstrekt
onduidelijk. Naast het doemscenario doet inmiddels ook dat van de
vreedzame federalisering de ronde. Regio's zouden stilaan hun eigen weg
kiezen zonder de federale regering al te veel voor het hoofd te stoten.
Zo heeft Oost-Kasaï inmiddels zijn eigen munteenheid, terwijl Shaba
zich steeds meer op zuidelijk Afrika richt. Echte opvolgers voor Mobutu
zijn er niet, mede omdat de Opperste Gids al te succesvolle politici
snel in ongenade liet vallen. Cynici in Zaïre gaan ervan uit dat
Frankrijk - dat sinds ongeveer 1990 België vervangt als
belangrijkste beschermheer van deze francofone oud-kolonie - achter de
schermen inmiddels naarstig een opvolger aan het klaarstomen is.
,,In Zaïre behoren de moeilijkheden tot het verleden'', luidde de
tekst van een populair liedje uit de jaren zeventig. ,,Mobutu gaf het
teken en de ogen van de wereld waren op Zaïre gericht.'' Iedereen
kijkt inderdaad naar Zaïre, maar met tranen in de ogen.
(NRC Handelsblad / Zaterdags Bijvoegsel, 2 november
1996)
|