Geschiedenis & achtergronden
Hart van Afrika staat in brand
Door onze correspondent KOERT LINDIJER
NAIROBI, 22 OKT. De diepe wond die de
genocide van 1994 in Rwanda achterliet is gaan etteren en verspreidt
zich in de wijde omgeving. Aangewakkerd door politici en militairen
proberen Hutu's en Tutsi's, samen met aan hen gelieerde tribale groepen,
elkaar uit te moorden in Burundi en Oost-Zaïre. De nationale
strijdkrachten en milities van Zaïre, Rwanda en Burundi leveren hun
bijdrage aan de gevechten.
Wat na de Rwandese genocide lang werd gevreesd is bewaarheid geworden:
het Gebied van de Grote Meren in het hartje van Afrika staat in brand.
Ten minste veertig miljoen mensen uit verscheidene landen dreigen
betrokken te raken bij de strijd.
De conflicten met de Banyamulenge in Oost-Zaïre vormen de
aanleiding tot de nieuwe grootschalige gevechten. Sinds 1797, onder de
Rwandese Tutsi-koning Yuhi IV Gahindiro, trokken Tutsi's naar
Oost-Zaïre, waar zij destijds deel uitmaakten van het grote
Rwandese rijk. Ze gingen Banyamulenge heten naar de Mulenge-bergen
rondom de huidige stad Uvira. Hun nazaten woonden nog rondom Uvira toen
Zaïre in 1960 onafhankelijk werd. Ze kregen de Zaïrese
nationaliteit, maar deze werd hun later weer ontnomen. De Banyamulenge
zijn nu de inzet geworden van een machtsspel tussen de Zaïrese en
Rwandese regeringen.
De gewelddaden in Oost-Zaïre begonnen in 1994 na de vlucht van 1,5
miljoen Rwandese Hutu's, die zich langs de grens met Rwanda vestigden.
Onder deze vluchtelingen bevinden zich 15.000 voormalige Rwandese
regeringssoldaten (ex-Far) en duizenden Interahamwe-militieleden die
verantwoordelijk waren voor de genocide in Rwanda. Na hun nederlaag
begonnen zij met het materieel en het geld dat zij uit Rwanda hadden
meegenomen een nieuwe strijd vanuit de vluchtelingenkampen. Ze
infiltreerden in Rwanda, maar hun eerste prioriteit was het aanwakkeren
van etnisch geweld in Oost-Zaïre zelf, met als doel daar een
Hutu-land te vestigen.
Oost-Zaïre is onderverdeeld in de provincies Noord- en Zuid-Kivu.
In Noord-Kivu leven de Banyarwanda, een verzamelnaam voor Hutu's en
Tutsi's die sinds 1911 uit economische redenen Rwanda verlieten.
Onderling hadden deze Hutu's en Tutsi's weinig problemen in Noord-Kivu,
wel vochten ze in 1993 gezamenlijk tegen de autochtone bevolking,
waarbij tussen de vijf- en twintigduizend doden vielen.
Met de komst van de 1,5 miljoen Rwandese Hutu-vluchtelingen in 1994
kreeg het conflict een geheel nieuwe dimensie. De Interahamwe en de
ex-Far, veelal in samenwerking met Zaïrese soldaten, openden de
aanval op de Tutsi's van de Banyarwanda en op een deel van de autochtone
bevolking. De Tutsi's werden, net als in 1994 in Rwanda, in kerken
gedreven en afgeslacht. Volgens een recent VN-rapport vielen de
afgelopen twee jaar in Noord-Kivu bij deze gevechten zes- tot
veertigduizend doden.
Pag.4: Banyamulenge-Tutsi's zijn speelbal Zaïre en Rwanda
De gouverneur van Noord-Kivu, Christophe Motomupenda, zei vorig jaar in
een rede over de Tutsi's: ,,De keuze is uitwijzing of de dood.''
Zaïrese soldaten transporteerden de opgejaagde Tutsi's naar de
Rwandese grens, namen hun Zaïrese identiteitskaarten af en gaven
deze aan Hutu-vluchtelingen. De Hutu's van de Banyarwanda werden
gedwongen partij te kiezen en zij organiseerden zich in hun eigen
militante organisatie, Magrivi, en begonnen eveneens tegen de Tutsi's te
vechten. Lokale tribale groepen als de Hunde verenigden zich op hun
beurt in een eigen militie, de Maji Maji Ingilima, die zich richt tegen
Hutu-vluchtelingen en tegen de Hutu's van de Banyarwanda.
Met lede ogen had het door het Tutsi-leger gedomineerde regime in Rwanda
de etnische zuiveringen tegen de Tutsi's in Noord-Kivu waargenomen. Toen
in Zuid-Kivu een gelijksoortig conflict dreigde met de
Banyamulenge-Tutsi's, besloten de Rwandese machthebbers dit keer niet
lijdzaam af te wachten. Menig Banyamulenge had sinds 1990 aan de zijde
van het Tutsi Rwandese Patriottische Front (RPF, nu het regeringsleger)
meegevochten. De Rwandese machthebbers gingen de Banyamulenge bewapenen
en mogelijk sturen ze nu ook Rwandese regeringssoldaten. Vanuit het door
Tutsi's bestuurde Burundi vertrekken leden van Tutsi-milities om de
Banyamulenge te versterken. Rwanda en Burundi, die beide vanuit
Oost-Zaïre worden gedestabiliseerd door Hutu-strijders, hebben een
stok gevonden om terug te slaan.
De 1,5 miljoen Banyarwanda in Noord-Kivu en de 400.000 Banyamulenge in
Zuid-Kivu zijn altijd een doorn in het oog van de 'orginele' bevolking
geweest. Ze zijn ondernemend, leergierig en succesvol. Zaïrese
politici buiten deze frictie uit. Soms proberen ze de Banyamulenge en
Banyarwanda voor zich te winnen door hun de Zaïrese nationaliteit
te geven. Vervolgens ontnemen ze hun deze weer, om zo steun te winnen
van de 'orginele' bevolking.
De acties tegen de Banyamulenge namen begin september een aanvang in en
rond de stad Uvira. Zaïrese regeringssoldaten voerden operaties uit
en volgens Amnesty International executeerden zij daarbij enkele
tientallen Banyamulenge. In Uvira organiseerden politici en zakenlui
demonstraties tegen de Banyamulenge. Opgehitste jongeren, sommigen wild
zwaaiend met kapmessen, riepen leuzen als: 'Alle buitenlanders dienen
het land te verlaten.' In de steden begonnen wraakacties tegen zakenlui,
geestelijken en intellectuelen van de Banyamulenge, als gevolg waarvan
nu geen enkele Banyamulenge meer te vinden valt in Bukavu, Uvira of
Goma. Shweka Mutabazi, een hoge plaatselijke bestuurder, zegde
regeringssoldaten toe dat zij alle door Banyamulenge ontruimde huizen
voor zichzelf mochten confisqeren. Tenslotte gaf de vice-gouverneur van
Zuid-Kivu, Lwasi Ngobo Lwabanji, eerder deze maand alle 400.000
Banymulenge één week om zich te melden in Zaïrese
legerkampen, anders zouden zij als guerrillastrijders worden beschouwd.
De opstand van de Banyamulenge was begonnen.
De meeste Banyamulenge leven hoog op een plateau van de Mulenge-bergen,
waar geen wegen zijn. Het slecht gedisciplineerde Zaïrese leger kan
de guerrillastrijders daar nauwelijks verslaan. De Tutsi-milities uit
Burundi die de Banyamulenge te hulp zijn gekomen, namen vermoedelijk
anderhalve week geleden het initiatief om de vluchtelingenkampen met
Burundese Hutu's in de Ruzizi-laagvlakten aan te vallen. De Burundese
Hutu-rebellen in Zuid-Kivu gingen daarom eveneens tegen de Banyamulenge
vechten. Na door Banyamulenge toegebrachte nederlagen plunderen
Zaïrese troepen in de steden om hun frustratie te bekoelen en soms
raken zij ook onderling slaags.
De export van de Hutu-Tutsi rivaliteit van Rwanda en Burundi, de
regionale competitie tussen Rwanda en Zaïre en het binnenlandse
Zaïrese politieke machtsspel hebben geleid tot de huidige
explosieve situatie. Het ontstane machtsvacuüm in Zaïre als
gevolg van de medische behandeling die president Mobutu in Zwitserland
ondergaat voor prostaatkanker, maakt de situatie nog gevaarlijker.
Pogingen van de Zaïrese premier in de 1.500 kilometer verderop
gelegen hoofdstad Kinshasa om de gemoederen te laten bedaren in
Oost-Zaïre, hadden geen effect. Waarschijnlijk handelen de
politieke en militaire leiders in het oosten van Zaïre naar eigen
goeddunken. De afbrokkeling van Zaïre lijkt begonnen.
(NRC Handelsblad / Voorpagina, 22 oktober
1996)
|