DOSSIER ZAÏRE
INTRODUCTIE
ACTUEEL
NIEUWSOVERZICHT
MOBUTU
TIJDBALK
GESCHIEDENIS & ACHTERGRONDEN
KAARTEN
FOTO'S
LINKS
|
Geschiedenis & achtergronden
Gekkenwerk voorkomen
J.L. Heldring
Gekkenwerk - dat was de kop die ik al bedacht
had voor het artikel dat ik, zoals gebruikelijk, enige dagen
vóór het schrijven aan het concipiëren was. Het moest
gaan over de pogingen een internationale strijdmacht op de been te
brengen, die ervoor moest zorgen dat de honderdduizenden vluchtelingen
uit Rwanda die in Oost-Zaïre zaten, niet als ratten zouden sterven
- van honger of ziekten.
Gekkenwerk, omdat de missie van die strijdmacht een puur humanitaire
moest blijven. Dat wil zeggen: zij mocht niet proberen de tienduizenden
gewapende Rwandezen die die honderdduizenden in gijzeling hielden en de
eigenlijke schuldigen aan de genocide waren die in 1994 in Rwanda
tussen de half en één miljoen slachtoffers had geëist,
te scheiden van de rest. Gekkenwerk zou zo'n missie zijn, omdat deze
ongeregelde troepen, zoals gewoonlijk, zich meester zouden maken van
het leeuwendeel van het uitgedeelde voedsel, waarvan ze dan weer een
groot deel tegen wapens zouden ruilen; èn omdat zij de terugkeer
van de honderdduizenden naar Rwanda verhinderden. Bij voorbaat stond
dus vast dat het eigenlijke doel van de missie - verzorging van de
honderdduizenden - slechts gedeeltelijk gehaald zou worden, en bovendien
zou zij een ondraaglijke toestand alleen maar bevriezen. Missie zonder
einde dus ook. Maar zie, daar kwam plotseling eind van de vorige week
beweging in de zaak. Tot ieders verrassing namen die honderdduizenden
hun bedden op en zetten het op een lopen naar Rwanda - terug naar huis.
Weliswaar in de grootste ellende, in de tropische regen op nauwelijks
gebaande wegen, maar toch: het was het begin van een terugkeer tot
normale toestanden. Wat was de oorzaak van deze onverwachte exodus? Het
was niet het werk van de 'internationale gemeenschap'. Die was nog
druk aan het delibereren over het precieze mandaat van haar missie.
Waarschijnlijk waren het de Tutsi-rebellen in Oost-Zaïre, die de
Rwandese gijzelnemers, Hutu's, hadden verdreven en zo de sluizen voor de
stroom vluchtelingen, ook Hutu's, hadden opengezet. Als dit de
eigenlijke oorzaak van de 'oplossing' is, dan hebben de westelijke
mogendheden misschien toch, zij het onbewust, daartoe bijgedragen: de
Tutsi-rebellen konden vrezen dat een internationale strijdmacht die niet
militair mocht optreden, de positie van de Rwandese militie in de
Oost-Zaïrese kampen zou bestendigen en bovendien het de rebellen
zelf moeilijker zou maken hun macht over Oost-Zaïre, en misschien
wel heel Zaïre, uit te breiden. Die mogelijke gevolgen wilden zij
dus waarschijnlijk vóór zijn. De mogelijkheid van
directere westelijke invloed is overigens ook niet uit te sluiten - niet
die van de Verenigde Naties, maar van de Verenigde Staten. Hun invloed
op Eritrea, Ethiopië, Oeganda en Rwanda (nu onder Tutsi-regime) is
al groot. Het is niet ondenkbaar dat die Amerikaanse invloed zich ook
over de Tutsi-rebellen in Oost-Zaïre heeft uitgestrekt en hun
gewapende successen heeft mogelijk gemaakt. Dat zou dan helemaal buiten
de Verenigde Naties, die nog altijd aan het delibereren waren, om zijn
gegaan. Niet fraai, maar wel effectief. De Rwandese vluchtelingen zijn
tenminste op weg naar huis. Bovendien zou het president Clinton de
moeilijkheid hebben bespaard aan het Congres de noodzaak uit te leggen
van wéér een interventie in een ver land - dit keer met
een onmogelijk mandaat. Of deze en dergelijke machinaties aan de
oorsprong hebben gelegen van de ommekeer van eind vorige week, zal later
wel duidelijker worden. Nu kan de wereld althans opgelucht ademhalen,
bevrijd van een onmogelijke opdracht. Nu hoeft de internationale
strijdmacht tenminste geen gekkenwerk meer te verrichten. Zij kan zich
tot haar humanitaire taak bepalen. Dat betekent niet dat de
moeilijkheden in dat deel van Afrika nu uit de wereld zijn. Het is heel
wel mogelijk dat zulke crises zich telkens weer zullen voordoen. Het is
zelfs waarschijnlijk. Zaïre, het op één na grootste
land van Afrika, staat op het punt van een implosie. Het zijn niet
alleen de Tutsi-rebellen in Oost-Zaïre die een bedreiging van de
eenheid vormen. Als Zaïre, welks eenheid trouwens nu al meer fictie
dan feit is, werkelijk in ettelijke elkaar bestrijdende eenheden zou
uiteenvallen, dan zouden toestanden die nu in Rwanda en Oost-Zaïre
heersen, slechts een mild voorspel zijn van de chaos die dan te wachten
staat. Volksverhuizingen, met of zonder genocide, zouden dan tot het
normale beeld gaan behoren. Zou de wereld dan opnieuw, humanitair of
militair, ingrijpen? Het is weinig waarschijnlijk. Een geweldige
moeheid maakt zich nu al meester van de geesten, wanneer het over Afrika
gaat. Laat de Afrikanen in hun eigen sop gaarkoken of netter: laat de
Afrikanen hun eigen moeilijkheden oplossen - dat is de teneur die steeds
luider klinkt. Zelfs iemand als Max van den Berg, directeur van de
Nederlandse Organisatie voor Internationale Samenwerking (Novib), komt
tot die conclusie. ,,Het beste is als de Afrikanen zelf het voortouw
nemen'', zijn de laatste woorden die hij spreekt in een door het
weekblad HP/De Tijd georganiseerde discussie over Afrika, waaraan ook
Bart Tromp en oud-ambassadeur Ferdinand van Dam deelnamen (HP/De Tijd,
15 november). Laat de Afrikanen zelf het voortouw nemen - maar dat is
ook gemakkelijker gezegd dan gedaan. Waar loopt dat op uit, gezien het
gebrek aan technisch goed opgeleid en niet corrupt kader in de meeste
landen? Op Mobutu's en andere tirannen waarschijnlijk, en dat is
vermoedelijk ook niet iets wat idealisten als Max van den Berg graag
willen. Daarom verzucht hij: ,,Wat de Amerikanen doen, eenzijdig een
boycot uitroepen, kan eigenlijk niet. Het zou in Veiligheidsraadverband
moeten gebeuren. Maar ze dóen tenminste iets. Het blijft niet
bij mooie warme woorden. Ik ben er dan ook niet ongelukkig mee.''
Verrassende woorden van een (voormalige?) linkse militant. De andere
deelnemers aan het debat komen ook tot verrassende opmerkingen. Zo Van
Dam: ,,Je moet je eigenlijk als goed koloniaal gedragen.'' Daarmee
bedoelt hij 'het vestigen van gezag, het herstellen van law and order.
De rest komt later wel.' Maar hoe? Hij ziet in éen verlichte
dictatuur een van de beste bestuursvormen voor landen die
desintegreren'. Nu, wat Zaïre, het meest acute probleem, betreft
heeft Mobutu's dictatuur ook niet veel geholpen. Laten we eerlijk zijn:
grote delen van Afrika zijn hopeloze gevallen (Van den Berg erkent dat
zelf trouwens ook), waar op z'n hoogst humanitaire hulp de ergste nood
wat kan lenigen - voor zover die niet, zoals gebruikelijk in handen
valt van corrupte machthebbers, ambtenaren en milities. En verder is er
de internationale machtsstrijd, die, nu de Sovjet-Unie is weggevallen,
voornamelijk tussen Frankrijk en de Verenigde Staten gaat. Daarbij is
Frankrijk op het ogenblik aan de verliezende hand: Rwanda, dat het
beschermde toen het in Hutu-handen was, is het kwijt nu de Tutsi's weer
aan de macht zijn; en Zaïre, ook een beschermeling, staat op
instorten. De 'internationale gemeenschap' is nergens. Zij bestaat dan
ook niet.
(NRC Handelsblad / Opinie, 19 november
1996)
|
NRC Webpagina's
mei 1997
|