Actueel
'Zachte landing' Kabila in Kinshasa nog mogelijk
Door onze correspondent
KINSHASA, 6 MEI. Kan een explosie van
gewelddadigheden in Kinshasa nog worden voorkomen? De Amerikaanse
bemiddelaar Bill Richardson sprak gisteren in Lubumbashi over de
wenselijkheid van 'een zachte landing' (vreedzame intocht) van
rebellenleider Kabila in de Zaïrese hoofdstad.
De mogelijkheid van een diplomatieke oplossing tussen Kabila en
president Mobutu lijkt vervlogen na het echec afgelopen weekeinde van
hun overleg op de Zuidafrikaanse boot Outeniqua. Een militaire zege van
Kabila is daarmee vrijwel onvermijdelijk geworden. Hoe kan zo'n
militaire machtsovername zonder grootschalig bloedvergieten verlopen?
Bij hun intrede in gebieden gedroegen de rebellen van de Alliantie van
Democratische Krachten voor de Bevrijding van Congo-Zaïre (ADFL)
zich de afgelopen maanden gedisciplineerd en correct. Daar waar
gewelddadigheden en plunderingen plaatshadden, betrof het óf
burgers (in Lubumbashi) óf vluchtende regeringssoldaten (in
Kisangani, Kindu, Bunia en vele andere plaatsen). De woede van de
regeringstroepen richtte zich op alles wat los en vast zat, zelfs
missieposten werden leeggeroofd en nonnen verkracht.
Geheel volgens de militaire strategie die de geslaagde
ex-guerrillaleiders van Oeganda en Rwanda, Yoweri Museveni en Paul
Kagame, hen leerden, hielden de ADFL-commandanten altijd een
ontsnappingsroute open voor de vijand. Zo bleven de confrontaties tussen
de ADFL en de regeringstroepen beperkt. Bij de naderende slag om
Kinshasa bestaat deze mogelijkheid niet meer, de hoofdstad is het
eindstation van de strijd. Het ADFL-leger rukt gelijktijdig met de
opmars naar Kinshasa op naar Gbadolite in het uiterste noorden, het
woongebied van Mobutu en zijn stamleden in de presidentiële garde.
De rebellen willen kennelijk voorkomen dat Mobutu's elitetroepen
uitwijken naar Gbadolite vanwaar ze de komende maanden een hinderlijke
guerrillastrijd zouden kunnen beginnen.
De regeringstroepen, en de presidentiële garde in het bijzonder,
staan dus met de rug tegen de muur in Kinshasa. ,,Ze zullen Kinshasa
verkopen'', voorspelt een diplomaat met goede connecties in het
regeringsleger. De generaals die hun geld overmaakten naar buitenlandse
banken, zullen vermoedelijk op het laatste moment het land ontvluchten.
Soldaten van lagere rangen blijft weinig anders over dan te vechten of
te plunderen. Zij moeten worden afgekocht om niet te gaan plunderen.
,,De militaire premier Likulia Bolongo kwam bij ons de afgelopen dagen
om geld vragen'', vertelt de directeur van een oliemaatschappij. ,,De
regering heeft geen geld meer en Likulia moet zijn soldaten betalen om
de discipline te handhaven. We hebben hem enkele tienduizenden dollars
gegeven, misschien kunnen op die manier plunderingen worden voorkomen.''
Bij andere grote bedrijven, waaronder multinationals, blijkt Likulia
eveneens met de hoed te zijn rondgegaan.
Generaal Likulia en legerleider Mahele behoren tot de beter opgeleide
topmilitairen en genieten een betrekkelijk goede reputatie. Mahele
bijvoorbeeld maakte in 1993 een einde aan grootschalige plunderingen
door soldaten opdracht te geven op zijn eigen troepen te vuren. Het lot
van de vijf miljoen inwoners van Kinshasa ligt goeddeels in handen van
beide generaals. Wanneer zij zich kunnen onttrekken aan de soms bijna
magische invloed van hun zieke baas Mobutu, is 'een zachte landing'
misschien alsnog mogelijk.
Zover is het nog lang niet. Kabila slaat sinds het weekeinde nog
driftiger op de oorlogstrom. Iets voorbij de internationale luchthaven,
waar de weg van het zuidoostelijke front Kinshasa nadert, voerde het
regeringsleger gisteren versterkingen aan. De rebellenleider zegt al op
grote schaal spionnen in Kinshasa te hebben. Geheim agenten van de
regering proberen infiltratie te voorkomen en arresteren tientallen
burgers langs de weg bij de luchthaven. Inmiddels circuleren er in
Kinshasa pamfletten van de rebellen waarin de bevolking wordt opgeroepen
,,die elementen in het regeringsleger te neutraliseren die nog willen
vechten''. Ook wordt gevraagd witte hoofddoeken om te doen als teken van
verwelkoming van de rebellen.
(NRC Handelsblad / Buitenland, 6 mei 1997)
|