DOSSIER ZAÏRE
INTRODUCTIE
ACTUEEL
NIEUWSOVERZICHT
MOBUTU
TIJDBALK
GESCHIEDENIS & ACHTERGRONDEN
KAARTEN
FOTO'S
LINKS
|
Geschiedenis & achtergronden
Reflexen van verlamming; De wereldgemeenschap als
campingbaas van Afrika
Robert van de Roer
Een volledige oorlog tussen Rwanda en
Zaïre lijkt nog slechts een kwestie van dagen. President Mobutu
Sese Seko was lange tijd het boegbeeld van de natievorming in
Zaïre, maar heeft uiteindelijk veel bijgedragen aan de crisis
waarin het land nu verkeert. De wereldleiders weten zich geen raad meer
met het zoveelste regionale conflict. Het lot van Afrika: steeds weer
ontwikkelings- project, nooit een machtsbasis met politieke prioriteit.
In Oost-Zaïre spelen zich voor het oog van de televisiekijker al
twee weken macabere taferelen af: wordt dit het vervolg van de
massamoord op één miljoen mensen in Rwanda van twee jaar
geleden? Europees Commissaris voor Vluchtelingenzaken Emma Bonino en de
Hoge Commissaris voor de Vluchtelingen van de Verenigde Naties, Sadako
Ogata, waarschuwen al dagen voor een ,,humanitaire catastrofe'' met
500.000 tot één miljoen vluchtelingen. Bonino pleit voor
militaire interventie. Maar de leiders van de internationale gemeenschap
wekken niet de indruk bijzonder gealarmeerd te zijn. In de meeste
hoofdsteden zwijgen de staatshoofden en regeringsleiders - met een
bizarre mengeling van schuldgevoel over hun geringe slagvaardigheid
èn van opluchting niet te worden meegezogen in deze nieuwe
Afrikaanse ramp. Beleeft het cynisme en de afzijdigheid van Westerse
politici tegenover Afrika een nieuwe climax?
De internationale gemeenschap vertoont de vertrouwde reflexen van
verlamming bij oplaaiende regionale conflicten in het nog jonge tijdperk
na de Koude Oorlog: maximale aandacht voor de aftocht van landgenoten en
in het nauw gedreven hulpverleners, veel retorisch geladen bezorgdheid
over de gevechten, het zenden van niet-hooggeplaatste gezanten en een
veelvuldige roep om regionaal vredesoverleg. Maar een gebundelde en
strak geleide actie voor een diplomatieke spoedmissie op hoog niveau
naar de strijdende partijen ontbreekt.
,,De wereld fragmenteert'', zegt Henry Kissinger, de goeroe van de
internationale diplomatie. ,,De geschiedenis accelereert'', meent
VN-secretaris-generaal Boutros Boutros-Ghali. De Nieuwe Wereldorde in
wording, zonder communisme en kolonialisme als bindmiddelen voor hele
regio's, heeft nog geen samenhangend antwoord op deze versplintering. De
wereldgemeenschap rept zich van het ene regionale conflict naar het
andere: Somalië, Haïti, Bosnië, Liberia, Burundi en
Rwanda geven de leiders nauwelijks gelegenheid om op adem te komen en
lessen te trekken.
Ga maar na: de Veiligheidsraad van de VN - die nu het zenuwcentrum zou
moeten zijn - heeft vorige week vrijdag opgeroepen tot een bestand en
een politieke dialoog maar sindsdien niet meer van zich laten horen;
afgezien van een oproep aan de partijen om geen hulpvoorraden naar de
Rwandese, Burundese en Zaïrese vluchtelingen te blokkeren. Volgens
diplomaten heeft het conflict de V-raad ,,geparalyseerd''. ,,De vijftien
leden van de Veiligheidsraad tonen niet dezelfde wil en analyse'', aldus
een Europese diplomaat. Zo wil vooral Frankrijk snel een
vredesconferentie van de landen rondom de Grote Meren, maar de Verenigde
Staten willen die eerst grondig voorbereiden.
VN-chef Boutros-Ghali zei een week geleden al: ,,De oplossing moet
worden gevonden door de lokale heersers, en kan niet worden opgelegd
vanuit New York.'' Hij heeft vervolgens tot afgelopen woensdag nodig
gehad een tijdelijke gezant te vinden, de Canadese ambassadeur in
Washington, Chrétien. Deze oud-ambassadeur in Zaïre zal pas
volgende week woensdag in Midden-Afrika arriveren en niet langer dan een
maand blijven. De interim-gezant moet ,,noodplannen ontwikkelen om de
spanningen te verminderen, een staakt-het-vuren en een proces van
onderhandelingen bewerkstelligen''. Intussen escaleert de situatie in
Oost-Zaïre met de dag.
De ministers van Buitenlandse Zaken van de Europese Unie kwamen
afgelopen maandag na overleg tot een identieke reactie als de VN: een
oproep tot een staakt-het-vuren, het sturen van EU-gezant Ajello en de
roep om vredesoverleg. De EU is niet bereid troepen te sturen, en wil
hoogstens een door Afrikanen bemande interventiemacht van geld en
materieel voorzien. Frankrijk heeft in het verleden zowel in Zaïre
als in Rwanda zelf militaire interventies uitgevoerd, maar wil nu alleen
internationale actie. België, dat bij de eerdere uitbarsting in
Rwanda in april 1994 geconfronteerd werd met de moord op 10 Belgische
VN-commando's, wil nu geen militairen naar Zaïre, een andere
voormalige kolonie, sturen en eerst een eventueel vredesakkoord
afwachten.
Body bags
De enige overgebleven supermacht, Amerika, roert zich het minst. De
laatste militaire actie van de VS in Afrika liep desastreus af toen in
1993 op één dag 18 Amerikaanse VN-soldaten in Somalië
werden gedood en aanhangers van de Somalische krijgsheer Aideed het lijk
van een Amerikaanse soldaat achter een pantserwagen door de straten van
Mogadishu sleepten. Dit debacle vergrootte de afkeer van de
regering-Clinton voor deelname aan VN-missies. De angst voor volle body
bags nestelde zich nog hechter in het buitenlands beleid van de VS en
bepaalde een jaar later de Amerikaanse afzijdigheid tijdens de genocide
in Rwanda.
De wereldgemeenschap betaalt nu de prijs voor het halfslachtige optreden
in 1994: 1,1 miljoen mensen uit Rwanda vluchtten toen over de grens naar
Zaïre, waar de VN sindsdien als een veredelde campingbaas zijn
opgetreden door hen in mammoetkampen op te vangen, te voeden en niet te
ontwapenen. Door die kampen dichtbij de grens toe te staan schiepen de
VN zelf een onhoudbare, destabiliserende situatie: de kampbewoners,
onder wie veel daders van de genocide uit 1994, zijn nu opnieuw op de
vlucht.
De Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken, Warren Christopher,
drong enkele weken geleden bij zijn eerste bezoek als bewindsman aan
Afrika aan op sluiting van de kampen. Hij lanceerde ook een idee voor
een vredesmacht die door de VS en Europa zou worden gefinancierd en door
Afrika bemand. Maar nu opnieuw, net als in 1994, een absolute
noodsituatie is ontstaan, doet Christopher er het zwijgen toe. Volgende
week zijn de Amerikaanse presidentsverkiezingen, en dat is niet het
juiste moment om riskante militaire avonturen te beginnen.
,,Wij denken dat de VN of het Internationale Rode Kruis hierin de
leiding moeten nemen'', zei de woordvoerder van het State Department
afgelopen maandag. De VN mogen van de VS de leiding hebben, wanneer dat
de VS uitkomt. Een dergelijke selectieve benadering van Washington deed
de Nederlandse militair adviseur van Boutros-Ghali, generaal-majoor Van
Kappen, onlangs naar aanleiding van de problemen in Burundi in deze
krant verzuchten: ,,Dat de VS als machtigste land ter wereld niet willen
meedoen, maar wel van de VN verlangen dat we het op een andere manier
opknappen, frustreert me.''
Washington roept ook om een bestand, dat moet worden afgedwongen door de
batterij gezanten. De Organisatie voor Afrikaanse Eenheid heeft eveneens
bemiddelaars gestuurd, maar deze regionale organisatie heeft al vaker
bewezen geen vuist te kunnen maken.
De Keniaanse president Moi heeft aangekondigd komende dinsdag een
regionale topconferentie over Oost-Zaïre te zullen houden, maar het
is onduidelijk wat daarvan moet worden verwacht. Rwanda zei begin deze
week zo'n regionale top en onderhandelingen niet nodig te vinden.
Zaïre wil niet praten zolang er Rwandese troepen in het land zijn.
Afrikaanse diplomaten hopen dat de Tanzaniaanse oud-president Nyerere of
de Zuidafrikaanse president Mandela hun invloed zullen aanwenden.
Wie nu de geprekspartners bij de strijdende partijen zijn, is
onduidelijk, bijvoorbeeld in Zaïre dat geen normale
staatsstructuren heeft. De strategie van de verschillende partijen is
evenmin helder. Datzelfde geldt voor de aard van dit complexe conflict:
gaat het hier om een tribaal conflict tussen Tutsi's en Hutu's, een
oorlog tussen staten, de definitieve desintegratie van het 240 etnische
groepen tellende Zaïre met kans op uitzaaiingen naar elders, of om
alles tezamen?
Boetekleed
Hoe begrijpelijk de Westerse terughoudendheid in deze chaos ook moge
zijn, de eigen ervaring met het sturen van gezanten van de EU en VN
heeft in andere conflicten zoals Bosnië bewezen geen effect te
hebben, als die diplomatieke missie niet wordt ondersteund door
militaire kracht. Opnieuw wreekt zich nu dat bij de VN geen
crisismechanisme is ontwikkeld, dat snel reageren en ingrijpen
vanzelfsprekend maakt.
Het Westen heeft vaak de neiging om een conflict in Afrika te beschouwen
als ,,een humanitaire kwestie'', zoals de Amerikaanse VN-ambassadeur
Albright deze week nog deed, en niet als een probleem van internationale
veiligheid. Er staan voor het Westen in Afrika geen grote economische of
militaire belangen op het spel, die nopen tot een stringenter optreden,
zo is de onuitgesproken politieke consensus in Europa en de VS. De kans
op uitbreiding van het huidige conflict verandert die houding (nog)
niet. Afrika blijft voor de grote landen een ontwikkelingsproject, en
geen machtsbasis, en daarom krijgt het van oudsher geen politieke
prioriteit.
Of zulk 'realisme' onder alle omstandigheden kan worden volgehouden en
of het de geloofwaardigheid van Westerse politici bij hun eigen burgers
bevordert, is een andere vraag. De herinnering aan de genocide in Rwanda
ligt nog vers in het geheugen, en tal van leiders hebben de afgelopen
jaren in redevoeringen bij de VN daarvoor het boetekleed aangetrokken en
voor herhaling gewaarschuwd. Nu klinkt opnieuw bezorgdheid, maar opnieuw
gaat die niet gepaard met zichtbare daadkracht.
Tot nu toe zijn er relatief weinig gruwelijke televisiebeelden uit
Oost-Zaïre in het Westen te zien als gevolg van de geringe
bewegingsvrijheid van de media, hoe mensonterend de scènes ook
zijn. Zolang de beelden nog niet ondraaglijk worden, zal de publieke
verontwaardiging van de Westerse burgers beperkt blijven, en daarmee ook
de slagvaardigheid van hun leiders.
(NRC Handelsblad / Zaterdags Bijvoegsel, 2 november
1996)
|
NRC Webpagina's
mei 1997
|