U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.

NIEUWS  TEGENSPRAAK  SUPPLEMENT  DOSSIERS  ARCHIEF  ADVERTENTIES   SERVICE


OLYMPISCH GOUD

WINNEN

HISTORISCH GOUD

HOLLANDS GOUD

VRAGEN AAN WINNAARS

NEDERLAND

PORTRETTEN

STEDEN

RADIO EN TV

WEBSITES

LOCATIES

WEDSTRIJDSCHEMA

Een perfecte race


Foto: Robert Vos

Marcel Wouda
Zwemmen

"Voor de meeste sporters zijn de Olympische Spelen verreweg het belangrijkste evenement op de wedstrijdkalender, zeg maar de hoogste trede van de ladder. Geen enkel ander toernooi heeft meer prestige en uitstraling. Alle inspanningen die ik in de aanloop moet verrichten, zijn het daarom meer dan waard. Wanneer je als sporter in staat bent om op dit prestigeuze evenement te vlammen, dan heb je bewezen om onder de zwaarste omstandigheden én op het juiste moment de ultieme prestatie neer te kunnen zetten. Daar draait een sportcarrière om. Als ik droom over mijn mooiste moment uit mijn loopbaan dan denk ik altijd aan de Spelen. Ook al moet dat moment nog komen. Dit worden mijn derde Olympische Spelen. Acht jaar geleden in Barcelona was ik de enige man temidden van acht vrouwen. Binnen die groep was de sfeer te snijden. Dat is geen excuus, maar een constatering. Ik was twintig en keek mijn ogen uit in het olympisch dorp. Ik was volledig op mezelf aangewezen. Een heel verlegen jongetje in een hele grote wereld, daar kwam het op neer. "Barcelona was een leerschool, een toernooi waar ik ervaring mocht opdoen om daar vier jaar later in Atlanta de vruchten van te kunnen plukken. Daar viel ik met een vierde en vijfde plaats net buiten de medailles, onder meer door een tactische fout op de 400 meter wisselslag. Ik ging in de finale niet hard genoeg af. Sindsdien ben ik drie keer Europees kampioen geworden, een keer wereldkampioen en heb ik tot twee keer toe het wereldrecord kortebaan (25 meter, red.) verbroken op de 400 wissel. Dat zijn prestaties waar ik trots op ben. Maar een prijs ontbreekt nog: de gouden olympische medaille. In Sydney wil ik de kroon op mijn werk zetten. Ik ben nu 28, dit is mijn laatste kans. Alle investeringen van de afgelopen 21 jaar moeten daar samenvloeien in één perfecte race. Dat klinkt misschien wel heel erg hoogdravend, maar zo is het wel. 'Sydney' moet de race van mijn leven worden."

Gewoon superbenen

Leontien van Moorsel
Wielrennen

"Iedereen roept dat Van Moorsel wel even goud gaat winnen. Maar ík moet rijden. Natuurlijk ga ik voor goud. Iedereen gaat in Sydney voor goud. Anders hoef je er helemaal niet naartoe. De vorm van de dag zal belangrijk zijn. Alles moet kloppen. Daarom zou ik al blij zijn met zilver of brons. Of ik dat nu al zeker weet? Het ligt aan de manier waarop ik zo'n medaille win. Als ik in de tijdrit éénhonderdste van seconde te kort zou komen voor het goud, ja, dan zal dat wel even pijn doen. Ik ben bij de Olympische Spelen voor vier onderdelen ingeschreven. Ik weet nog niet of ik aan alle vier meedoe. Dat hangt vooral af van de 3 kilometer achtervolging op de baan. Als die goed gaat, zal ik daarna waarschijnlijk ook de puntenkoers rijden. De puntenkoers is niet mijn favoriete onderdeel. Ik ben een beetje bang op de baan, mis mijn remmen. Het kan een lekker gevoel geven dat ik op meerdere nummers een kans maak. Aan de andere kant, als het op de baan mislukt, zal ik voor de weg weer opgekikkerd moeten worden.

"Nee, ik heb nog nooit een gouden olympische medaille in mijn handen gehad. Dat is hier dé prijs. Als je in het wielrennen wereldkampioen wordt, krijg je een regenboogtrui. Daar mag je dan een heel jaar lang bij elke wedstrijd in rondrijden. Dat geeft elke keer toch extra moraal. Ja, je kan natuurlijk het hele jaar met die olympische medaille om je nek gaan rijden, maar dan sta je voor lul. Wat ik zou kiezen: een wereldtitel of een olympische titel? Ik heb al zes wereldtitels, dus zeg ik nu: geef mij dat olympisch goud maar. Zo eentje heb ik er nog niet. Ik weet niet op welk onderdeel ik de meeste kans maak. De wegwedstrijd vind ik een lot uit de loterij. Dan ben je afhankelijk van het ploegenwerk, van het verloop van de koers. Bij de andere drie onderdelen moet je gewoon superbenen hebben en dan heb je een grote kans om het goud te winnen."

Niet rijk rekenen


Foto: Bas Czerwinski

Jaap Derk Buma
Hockey

"Over Atlanta wordt niet meer gesproken. Dat boek is dicht. Het heeft ook geen zin om daar nog langer stil bij te staan. Als straks de eerste bal geslagen is, zijn wij geen olympisch kampioen meer. Zo simpel is het. Maar natuurlijk heb ik de afgelopen vier jaar zo links en rechts wel eens geïnformeerd bij die jongens over hun ervaringen en belevenissen bij de Spelen van vier jaar geleden. Ik was daar per slot van rekening niet bij. Wat ik dan zoal hoor? Dat het verreweg de mooiste ervaring uit hun leven was, en dat vooral de eerste dagen het gevaar bestaat dat je je hoofd verliest door de grootsheid van het evenement. Maar ja, de Olympische Spelen, dat is ook een begrip. Die staan boven de wet. Daar kan geen EK of WK tegenop. Als je daar een medaille pakt, dan ben je iemand. Zeker bij de sporters onderling leeft dat besef heel sterk. Die weten namelijk als geen ander wat je er voor moet doen en laten om zover te komen. Het is niet zo dat ik er de afgelopen vier jaar elke dag aan gedacht heb. Het is meer het totale plaatje. Ik ben niet voor niets overgestapt naar Bloemendaal en opgehouden met werken, om maar eens wat te noemen.

"Voor ons geldt dat we een van de favorieten zijn. Al is het niet zo dat wij even naar Sydney gaan om die medaille op te halen en twee weken weer op Schiphol staan. Ik kan me wel voorstellen dat sommige mensen dat denken. We hebben de laatste vier jaar immers zo'n beetje alles gewonnen. Ook dat gevaar dreigt: dat we onszelf te snel rijk rekenen. Het is beslist niet zo dat de rest voor spek en bonen meedoet. Om de concurrentie een stap voor te blijven, moeten we telkens een stapje extra zetten. Wij hebben dan misschien de beste spelers, maar dat zegt niet zoveel. In het verleden zijn er vaak genoeg landen olympisch kampioen geworden met minder individuele kwaliteiten. Bovendien, en sla de boeken er bovendien maar op na, sinds de jaren vijftig is in het hockey geen enkel land er in geslaagd de olympische titel te prolongeren."

Innerlijke jacht


Foto: Bas Czerwinski

Carole Thate
Hockey

"Het heeft een bijna mythische klank, olympisch goud. Het is zo hoog dat je het bijna niet in de mond mag nemen. Olympisch goud is, en daarmee vertel ik niets nieuws natuurlijk, het hoogst haalbare. Waar wij voor moeten oppassen is dat we ons niet tezeer laten leiden door die jacht op dat goud, en dat we te weinig oog hebben voor onze concurrenten, die natuurlijk ook niet stilzitten. Laten we eerst maar eens zorgen dat we de eerste ronde zonder kleerscheuren doorstaan. Binnen onze groep leeft dat idee heel sterk. We denken er allemaal aan, maar beseffen maar al te goed dat we het er maar beter niet voortdurend over kunnen hebben. Om te voorkomen ook dat de druk te groot wordt. Het is meer een innerlijke jacht. Die zit heel diep. Het is geen obsessie, dat zeker niet. Maar al vier jaar zijn we hiermee bezig. Dat laat je je niet zomaar afnemen. Het is nu ook een realistische doelstelling, daar waar Australië een paar jaar geleden nog domweg te sterk was. Maar die tijd is voorbij. Nu doen we serieus mee om dat goud. "Natuurlijk heeft goud ook een financiële kant, al is dat wel het laatste waar ik mee bezig ben. Dat er wat tegenover staat, is mooi meegenomen. Maar het is zeker geen extra motivatie, zo van: als ik deze bal er nu inros, dan rinkelt de kassa. Dat speelt totaal niet binnen deze groep, ook al is hockey nog steeds een amateursport. Wat wel meespeelt: de extra aandacht, want die overstijgt de belangstelling die wij doorgaans krijgen bij een WK of Champions Trophy. Hier kijkt de hele wereld toch mee over je schouder. Olympische Spelen hebben een enorme impact. Dat maakt het evenement zo bijzonder. Aan de andere kant mag het belang van het evenement ook weer niet worden overdreven. Het gaat om de prestatie, niet om het evenement. Daar schuilt ook het gevaar, zeker voor de jongeren."

Dag des oordeels


Foto: Robert Vos

Mark Huizinga
Judo

"Ik heb al een olympische bronzen medaille van 1996. Dat is letterlijk veruit de mooiste prijs die ik tot nu toe heb gewonnen. Het is echt een dikke plak aan een dik lint. Ik heb toen in Atlanta ook wel eens een gouden medaille in mijn handen gehad. Van wie die was, weet ik niet meer. Maar we hadden er toen als Nederland genoeg, met drie eerste plaatsen bij teamonderdelen. Eigenlijk verschillen de gouden en de bronzen medaille uiterlijk niet zo veel van elkaar. Ik dacht in Atlanta in eerste instantie ook dat ik een gouden plak kreeg omgehangen. Dat was best verwarrend. Natuurlijk is het gevoel bij goud heel anders dan bij brons. Het is een wereld van verschil. Als ik in Sydney weer brons zou winnen, zou dat hartstikke mooi zijn. Maar olympisch goud, ja, hoger bestaat gewoon niet. Ik heb drie Europese titels gewonnen, maar dat is toch ander goud.

"Qua sterkte verschillen Olympische Spelen niet van een WK. Toch valt alles in het niet bij een olympisch toernooi. Het is dat unieke, eens in de vier jaar, de extra aandacht en al die sporters uit andere takken van sport, die ook om diezelfde gouden medaille strijden. Ik kan in mijn gewichtsklasse het goud winnen, dat weet ik. Maar het moet net jouw dag zijn. Daarom heb ik op weg naar Sydney toch ook een soort angst in me. Alles concentreert zich op die ene dag en dan kan het ineens voorbij zijn. Dat je er even snel wordt uitgeknikkerd. Terwijl het een dag later misschien wel was gelukt. Dat maakt die ene dag, voor mij de woensdag, ook tot een enge dag. De dag des oordeels. Dat heb je bij een EK en WK ook wel een beetje. Maar bij die kampioenschappen heb je meer kansen. Die zijn om de twee jaar. De Olympische Spelen zijn maar eens in de vier jaar. En je weet ook dat als je olympisch goud wint, dat een impact op de rest van je leven zal hebben."

Niet zo eenvoudig

Anky van Grunsven
Dressuur

"Iedereen heeft het maar over goud, goud, goud. Velen vergeten dat Bonfire en ik het nog wel waar moeten maken in Sydney. Dat doe je niet zomaar even. Alles moet kloppen, tot in de kleinste details. Het is niet zo eenvoudig als sommigen denken. Ik volg mijn eigen richtlijnen en probeer me niet gek te laten maken. Goud is niet mijn doel, al leggen de meesten dat wel zo uit. Dat mag, maar voor mij is goed presteren hét doel. De kleur die daar bij hoort, is van later zorg. Vier jaar geleden in Atlanta hoefde ik het goud ook maar even op te komen halen, als ik iedereen om me heen had moeten geloven. Uiteindelijk werd ik tweede en dat was voor sommigen een teleurstelling. Niet voor mij, want ik heb gedaan wat ik kon. "Goud heeft een magische klank. Het heeft iets ongrijpbaars, iets van een andere planeet bijna, en dat heeft natuurlijk alles met de Olympische Spelen zelf te maken. Het is zo'n speciaal evenement, zo groots opgezet, met zoveel belangen en belangstelling eromheen daardoor overstijgen de Spelen voor veel mensen de dagelijkse realiteit. Alles wordt door de media uitvergroot, alles wordt opgeblazen. Ik kijk daar intussen doorheen. Dit worden mijn vierde Olympische Spelen, dat scheelt. Daarom kijk ik er genuanceerder tegenaan. Wereldkampioenschappen worden ook eens in de vier jaar gehouden en ook die zijn van belang. Als je begrijpt wat ik bedoel. "Natuurlijk is goud een droom. Dat is het voor iedere sporter. Daarom ook voor mij. Of ik er letterlijk over droom? Nee, dat durf ik niet. Bang als ik ben dat het dan tegenvalt. En dat heb ik al een paar keer meegemaakt. Het goud lag dan zogenaamd voor het oprapen, alleen bleek de realiteit wat weerbarstiger. Goud moet geen obsessie worden, dan ben je een stap te ver. Daarom zeg ik ook: mijn leven stort niet in als ik geen gouden medaille win."

Bij de les blijven


Foto: Rien Zilvold

Margriet Matthijsse
Zeilen

"Goud in Sydney is mijn laatste uitdaging. Wat ik daarna ga doen, weet ik nog niet. Doorgaan met zeilen is een mogelijkheid, in de Europe-klasse of in een andere klasse. Het kan allemaal. Hoewel mijn gedachten de laatste tijd steeds vaker uit gaan naar een studie fysiotherapie. Na Sydney neem ik een besluit. Het klinkt misschien een beetje arrogant, maar ik heb de laatste jaren in de Europe-klasse zo'n beetje alles gewonnen: EK's, WK's en vier jaar geleden die zilveren medaille in Atlanta natuurlijk. Dat smaakt naar meer. Eén medaille ontbreekt nog en dat is olympisch goud. Als ik die heb, kan ik zeggen dat ik alles heb gewonnen. Ja, dat is een doel, een streven dat mij nu al vier jaar bezig houdt. Ik ben vrij zeker van mezelf. Mensen zeggen dat ik dat ook uitstraal. Ik weet het niet, het zal wel. Hoe dan ook, ik beschouw het als een compliment.

"Ik ga alleen maar voor goud naar Sydney, al sluit ik niet uit dat ik uiteindelijk genoegen zal moeten nemen met minder. Een ongeluk zit in een klein hoekje, vergeet dat niet. Ik hoef maar een mast te breken en het is einde verhaal. Roy Heiner, Serge Kats en ik zijn medaillekandidaten. Ik begrijp dus wel dat iedereen hoge verwachtingen heeft. Maar wat ik me zo nu en dan wel eens afvraag is dit: beseffen mensen wel dat het allemaal niet zo vanzelfsprekend is als het misschien lijkt? Zeker bij een sport als zeilen kan van alles gebeuren. Een ongelukkige manoeuvre kan je op een diskwalificatie komen te staan. Ik zeg niet dat het gebeurt, en ga er ook niet vanuit, maar het kan. In december ben ik in Sydney met mijn hoofd op de stoeprand terecht gekomen na een ritje op de mountainbike. Een hersenschudding was gevolg. Maandenlang heb ik daar last van gehad. Achteraf zeg ik: misschien is het maar goed dat het is gebeurd. Die val en de tegenslag die daarop volgde, heeft me nog eens een keer geleerd dat je bij de les moet blijven als je een doel voor ogen hebt."

De mooiste week


Foto: ANP

Ingrid Leijendekker
Waterpolo

"Eindelijk ja, eindelijk mogen we meedoen aan de Olympische Spelen. We hebben er lang op moeten wachten. Te lang volgens sommigen. Maar gelukkig is het nog niet te laat. We hebben hard geknokt voor de erkenning. Een paar jaar geleden zijn een paar speelsters bij een toernooi in Canada gedeeltelijk uit de kleren gegaan om aandacht te vragen voor onze zaak. Stonden ze daar langs het zwembad voor al die fotografen, met alleen een zwembroek aan en op hun rug de tekst: 'Dream?' Of het geholpen heeft, weet ik niet. Dat doet er ook niet toe. Vrouwenwaterpolo is eindelijk opgenomen in het olympisch programma. Daar gaat het om. Soms kan ik het nog steeds niet geloven. Het is een droom, heel onwerkelijk eigenlijk, die in vervulling gaat. Waarbij voor ons geldt dat we een serieuze kanshebber zijn. Want zo is het ook wel weer: we zijn hartstikke blij dat we deel mogen nemen, maar gaan feitelijk alleen voor die gouden medaille. "Natuurlijk was zo nu en dan best frustrerend. Hoorden we van anderen van die mooie verhalen over de Olympische Spelen, terwijl wij thuis moesten blijven omdat onze sport domweg niet meetelde. Dat was zuur, temeer omdat wij de laatste jaren zo'n beetje alles hebben gewonnen wat we konden winnen. Maar één titel ontbreekt, en dat is verreweg de belangrijkste: olympisch goud. Dat is toch de allerhoogste eer voor een sporter. Ik weet nog dat ik vier jaar geleden, samen met mijn vriend, met kippenvel voor de tv zat, toen de volleyballers het goud wonnen in die zinderende finale in Atlanta. Op een dag zou ons dat ook overkomen, hoopte ik. Binnenkort is het zover. Dan mogen we beginnen aan wat de mooiste week uit onze carrières belooft te worden."

Interviews: Mark Hoogstad en Hans Klippus

NRC Webpagina's
7 SEPTEMBER 2000
    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC Handelsblad