U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.
    weer  
NIEUWS  | TEGENSPRAAK  | SUPPLEMENT  | AGENDA  | ARCHIEF  | ADVERTENTIES  | SERVICE 



Overzicht eerdere
afleveringen


 WEER
 BETROUWBAARHEID
 WEERPRAATJES
 WEERNET
 WEER-TV
 GEZONDHEID
 LINKS

Netwerk

Een wereldwijd netwerk, van satellieten op 36.000 kilometer hoogte tot tientallen boeien in oceanen, zorgt dagelijks voor de waarnemingen van het weer, die de basis voor alle voorspellingen vormen. Een eveneens wereld wijd opererend instituut, de WMO (Wereld Meteorologische Organisatie, een onderdeel van de VN), ziet erop toe dat op weerkundig gebied bijna alle landen samenwerken.

Waarnemingen
Waarnemingen van weer en at mosfeer worden gedaan met be hulp van 9.500 weerstations op het land, 7.400 schepen, 3.000 vliegtuigen, 250 boeien in het water, 800 radiosondestations, 200 monitorstations en een aan tal radars en satellieten.

Satellieten
Satellieten maken met de beelden die ze naar de aarde door geven wolken en mist zichtbaar, ze meten de temperaturen en de verschillen daartussen, alsmede de vochtigheid. Door een aantal achtereenvolgende opnamen met elkaar te vergelijken worden de bewegingen van bijvoor beeld depressies en cyclonen zichtbaar en zijn er voorspellin gen te doen wanneer ze een bepaald gebied zullen bereiken.
Er zijn twee soorten satellieten die voor de meteorologie wor den gebruikt: de polaire en de geostationaire. De polaire satellieten draaien op 800 kilometer hoogte in een baan om de aarde en zorgen ervoor dat elke plek ten minste tweemaal per dag zichtbaar is. Op 36.000 kilometer hoogte bewegen de geosta tionaire satellieten in hetzelfde tempo als waarin de aarde om zijn as draait. De geostationaire satellieten, gewoonlijk vijf, hou den daardoor permanent een verschillend deel van de aarde in het vizier. Twee polaire en vijf ge ostationaire satellieten brengen samen de hele wereld in beeld.

Weercentra
De weersgegevens die van alle kanten binnenstromen, worden in drie meteorologische centra op de wereld verzameld en be werkt. Deze zijn gevestigd in Washington, Moskou en Mel bourne. Van daaruit worden de gegevens aan 26 regionale cen tra doorgegeven, waarvan er vier in Europa zetelen: Bracknell, Offenbach, Parijs en Praag. Ne derland betrekt zijn gegevens uit het Engelse Bracknell, terwijl het KNMI, een van de 160 nationale centra, de Nederlandse gege vens aan het regionale netwerk doorgeeft.

Computers
Een snelle uitwisseling van weer gegevens is onontbeerlijk voor het maken van een adequate weersverwachting. Daarom staan de computers van de meteorologische instituten met elkaar in verbinding en worden in alle landen dezelfde cijfercodes ge bruikt, zodat zich bij het uitwisse len van gegevens - ook dat ge beurt via de satellieten - geen taalproblemen voordoen.
Computermodellen zetten de waarnemingen om in prognoses: zogenoemde numerieke weers verwachtingen die vooral van be lang zijn voor de (middel)lange termijn en die de computers bo vendien kunnen omzetten in kaarten. Deze numerieke ver wachtingen zijn voor Nederland afkomstig uit het Engelse Reading. Daar is het Europees Centrum voor Weersverwachtingen op Middellange Termijn (ECMWF) gevestigd.

Weerstations
De internationale gegevens worden gecombineerd met de nationale waarnemingen. Over Nederland verspreid liggen tientallen weerstations waar temperatuur, luchtdruk, windrichting en dergelijke worden gemeten en nog eens 300 meetpunten om de neerslag te registreren.
Om deze grondmetingen aan te vullen wordt in De Bilt om de zes uur een ballon met een radioson de 30 kilometer hoog gestuurd. De instrumenten meten de temperatuur, de luchtdruk en de lucht vochtigheid op diverse hoogten en geven deze informatie als een radiosignaal naar een grondstation door, dat bovendien kan be palen waar de ballon zich pre cies bevindt. Ook radarsystemen worden door de meteoroloog gebruikt, in het bijzonder omdat zij geschikt zijn weersverschijnselen die snel opkomen, zoals een bui, zichtbaar te maken.

NRC Webpagina's
28 augustus 1997

    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC HANDELSBLAD (web@nrc.nl) AUGUSTUS 1997