Een abonnement op maat bespaart geld
Niemand kan op Internet zonder provider. Maar tussen providers bestaan grote verschillen. Abonnees doen er wijs aan daarop te letten.
COMPUTER GEKOCHT, snel modem erbij, telefoonlijntje vastgekoppeld, surfen maar? Zonder abonnement bij een provider kan niemand op Internet. Een provider, zoals de naam al zegt, verschaft de toegang tot het Internet. Dat is dan ook zo'n beetje het enige wat de vele tientallen Nederlandse providers gemeen hebben. Al is het maar om geld te besparen, bij een keuze van provider zijn er vele aspecten waar op gelet moet worden.
Een provider is niets anders dan een bedrijf waar computers staan die 24 uur per dag zijn verbonden met het Internet. Het bedrijf verdient geld door ‘toegangskaartjes' te verkopen voor het net. Zodra een abonnement is afgesloten, kan de klant via de eigen computer contact maken met de computer van de provider en ligt het Internet voor hem ‘open'.
Daarnaast levert een provider nog enkele diensten. De abonnee krijgt een of meer e-mailadressen en wordt veelal ruimte aangeboden om zelf een pagina op Internet te zetten, de zogenoemde homepage. Ook bieden veel aanbieders een telefonische hulpdienst die zeker voor beginners van groot belang is.
Alvorens een abonnement af te sluiten, is het nuttig de vraag te stellen welk doel het Internet moet dienen. Alleen e-mailen, af en toe even kijken of juist heel veel surfen? Een abonnement bij een provider is maatwerk. Bij de keuze van een provider is rondkijken daarom van groot belang. Net zoals bij telefoonabonnementen zijn er vele verschillen in het aanbod.
Een goede inschatting van het gebruik van het Internet kan veel geld besparen. De kosten van een abonnement varieren van zo'n twintig tot vijftig gulden. De goedkoopste abonnementen zijn die voor de spaarzame gebruiker. Het abonnementsgeld is laag en daar staat een vaststaand aantal uren Internetgebruik tegenover. De regel is veelal: hogere abonnementskosten, meer gratis toegangsuren tot het Internet. Gaat de gebruiker over bijvoorbeeld de afgesproken twintig uren gratis gebruik per maand heen, dan moet hij per uur extra gebruik veelal een aantal guldens betalen. Let wel, dit zijn kosten voor de toegang tot het Internet, los van de gemaakte telefoonkosten.
Voor de intensieve gebruiker, en beginners zijn dit uit nieuwsgierigheid meestal, bestaan ook abonnementen die onbeperkt gebruik bieden. Opnieuw de telefoonkosten niet meegerekend, betekent dit dat de gebruiker zich geen zorgen hoeft te maken over de verdere kosten van zijn surfgedrag op het net.
Toch zijn het veelal niet de abonnementskosten, maar de telefoonrekening waarvan de nieuwe (en ook de meer doorgewinterde) Internetgebruiker schrikt. Bij de keuze van Internetprovider is het daarom een eerste vereiste om te kijken of de provider over een lokaal inbelpunt beschikt. Dit is het nummer waarmee het modem contact legt. Met deze voorwaarde vallen veel lokale providers buiten de eigen regio al af bij de keuze. Enkele lokale providers in de buurt en providers met een landelijk dekkend netwerk blijven over.
Met een geschikt abonnement en een lokaal inbelpunt is een grote stap gemaakt bij de keuze voor een passende provider. Maar voor plezierig Internetten is nog een aantal zaken van belang. Allereerst een snelle verbinding. Het effect van een snel modem (tegenwoordig veelal 56k V90) gaat in zijn geheel verloren als de provider met een langzamer modem werkt (bijvoorbeeld 33k6 of 28k8). In de meeste gevallen beschikken providers over de snelste modems, maar de uitzonderingen maken het de moeite waard dit toch te controleren.
Het aantal modems bij de provider levert een ander punt op: hoe zit het met de bereikbaarheid? Als een provider weinig modems heeft staan - gerelateerd aan het aantal abonnees - kan het nogal eens wat langer duren voordat beide modems contact maken. Ook is er per provider een verschil in snelheid waarmee de abonnee kan surfen. Een methode om dit te meten is de zogenoemde IVIS-methode van het Instituut Voor Internet Snelheidsmeting. Dit instituut berekent per provider de gemiddelde tijd die het kost om een webpagina binnen te halen op het eigen computerscherm. Dat wordt mede bepaald door vele factoren waaraan de provider helemaal niets kan doen, maar de meting geeft op z'n minst een indicatie over de geleverde snelheid van de provider. Een kijkje op de Internetsite (www.track.nl), op werk of bij buren, kan in elk geval geen kwaad.
Bijna alle providers bieden ook ruimte voor een homepage. Dit betekent dat de provider de Internetpagina die de abonnee heeft ontworpen, daadwerkelijk op het Internet zet. Andere surfers, waar ook ter wereld, kunnen de pagina dan bekijken. Er is echter per provider verschil in de grootte van deze pagina: meestal varieert zij van 5 tot 20 megabyte. In enkele gevallen biedt de provider meer of juist helemaal geen ruimte aan.
De meeste providers bieden eveneens een telefonische hulpdienst. Zeker beginnende gebruikers hebben daar baat bij. Maar ook hier zijn verschillen. Allereerst in openingstijden. Het is prettig als deze tijden ruim zijn, zeker voor de avonduren en het weekeinde. Belangrijker zijn de wachttijd en de daaraan verbonden telefoonkosten. Ook zonder Internetabonnement is dit makkelijk te controleren door gewoon de hulplijn een keer te bellen. De wachttijd kan variëren van een paar seconden tot het moment dat de gebruiker uit frustratie de lijn op de hoorn gooit. Dan is het wel zo prettig te weten of de hulplijn een normaal telefoontarief rekent of een gulden per minuut.
Het is nagenoeg onmogelijk van te voren alle wijsheid in pacht te hebben. Daarom is het aan te raden in het begin zeker geen langlopend abonnement te nemen. Een kortlopend abonnement kan weliswaar relatief iets duurder zijn, maar als de provider niet bevalt, om wat voor reden dan ook, dan is omwisselen eenvoudig.
Een overzicht van de verschillende providers en de door hun gehanteerde tarieven is iedere maand te vinden in verschillende computerbladen zoals De Internetgids en NET.
|