|
afleveringen ROLVERDELING F. BOLKESTEIN W. KOK
THEMA'S: |
Onderwijs Bolkestein: 'Loten is echt uit den boze' NRC Handelsblad vroeg de lijsttrekkers Bolkestein en Kok zelf een kwestie aan de orde te stelllen. Bolkestein koos voor drie thema's uit het onderwijs. Volgens de VVD-leider is het voorbereidend beroepsonderwijs te weinig praktijkgericht. De overheid moet oppassen met de ontwikkeling van 'brede scholen', zo waarschuwt de liberale voorman. En hij keert zich tegen het loten voor universitaire studies. PvdA-lijsttrekker Kok stelde 'de sociale kwestie'. Hij ziet, bij de huidige hoogconjunctuur, ruimte voor een socialer beleid. Zijn opponent Bolkestein betoogt dat de VVD het meest sociale verkiezingsprogramma van alle grote partijen heeft. BOLKESTEIN: ,,Wat vroeger het lager beroepsonderwijs heette, en nog vroeger de ambachtsschool, heet tegenwoordig het VBO - het voorbereidend beroepsonderwijs. Het VBO is buitengewoon belangrijk voor de samenleving. Het heeft veel status verloren in de afgelopen jaren. Die status moet weer worden opgevijzeld. ,,Op dit ogenblik zijn er te veel algemeen vormende vakken in het VBO. Dat leidt tot drop outs. VBO-leerlingen willen graag met hun handen werken. Ze hebben minder belangstelling voor algemene vorming. Wij hebben in de Kamer bij staatssecretaris Netelenbos afgedwongen dat er vanaf het begin van het VBO meer aandacht komt voor praktijkgerichte vakken ten nadele van de algemeen vormende vakken.'' KOK: ,,Vakgericht onderwijs vind ik van groot belang. Maar het is natuurlijk zo dat onderwijs meer doelen heeft dan alleen mensen voorbereiden op een vak. Het is altijd een kwestie van evenwicht zoeken. We kunnen zeggen: we moeten op school niet te veel doen aan maatschappelijke vorming. Maar misschien verwaarloos je dan de mogelijkheid kinderen voor te bereiden op allerlei aspecten van het leven. Bovendien: we leven in een tijd waarin de technologische ontwikkeling snel gaat. De eisen die aan functies worden gesteld, veranderen voortdurend. Mensen moeten zich kunnen aanpassen aan die veranderingen. Daardoor kun je je niet louter richten op één soort handwerk. Aanpassingsvermogen geeft betere kansen voor de toekomst - dat is, dacht ik, het debat.'' BOLKESTEIN: ,,Het is altijd een kwestie van evenwicht zoeken. Op dit ogenblik zijn er vijftien vakken in het VBO. Te veel daarvan hebben een algemeen vormende inhoud. Het accent moet worden verschoven naar praktijkgerichte vakken.'' KOK: ,,Natuurlijk, de opleiding moet vooral praktijkgericht zijn. Maar de praktijk verandert razendsnel. Leerlingen hebben dus een brede basis nodig om die veranderingen te kunnen bijhouden.'' BOLKESTEIN: ,,Ja, maar iedereen in Amsterdam weet hoe moeilijk het is om een timmerman, een loodgieter of een elektricien te krijgen.'' KOK (lachend): ,,U hebt toch geen twee linkerhanden, net als ik?'' BOLKESTEIN (ook lachend): ,,Toch wel een beetje. Mijn tweede punt over onderwijs is de zogenoemde brede school. Bij het debat over de politie heb ik al gezegd: de politie moet in eerste aanleg delicten vervolgen of delinquenten in de kraag grijpen. Hier zeg ik: ook scholen moeten zich richten op hun kerntaken. We moeten oppassen met brede scholen die van alles en nog wat gaan doen, desnoods bed and breakfast. Scholen zijn er in de eerste plaats voor de het geven van onderwijs. ,,Scholen krijgen al te maken met veel taakverzwaring. We moeten restrictief zijn met taken die worden toegevoegd. Bovendien is er een nadelig effect dat je overal ziet waar de overheid iets onderneemt: dat je een zekere mate van deresponsabilisering krijgt. Ik ben er zeer beducht voor dat ouders zeggen: ga jij maar naar school, daar krijg je toch wel je ontbijt.'' KOK: ,,Ik kijk toch wat anders aan tegen de brede scholen dan de heer Bolkestein. Ik vind ze nu niet ineens een panacee voor alle kwalen. Maar ik denk wel dat ze, met name in kwetsbare buurten, ook buiten de normale lesuren een functie kunnen hebben in de ontwikkeling van de leefbaarheid in de wijk. Ik zie in de brede scholen in zwakkere buurten heel veel dingen samenkomen. Daar wordt de drop out van morgen op dusdanige wijze opgevangen en voorbereid op het leven dat hij misschien helemaal geen drop out hoeft te worden. Op brede scholen zal de integratie van de verschillende culturele groeperingen met hun verschillende achtergronden tot z'n recht komen.'' BOLKESTEIN: ,,Ik wil de theorie niet bestrijden. Ik zeg alleen: men moet er in de praktijk mee oppassen. De school moet haar grenzen kennen. De school moet geen verantwoordelijkheid voor de opvoeding overnemen die primair bij de ouders van leerlingen en bij de leerlingen zelf hoort te liggen.'' KOK: ,,Ontbijt op school - dat is niet de hoofdzaak. Het gaat erom dat een school zich niet isoleert van de samenleving waarin ze staat. Er zijn scholen waar kinderen soms met messen op zak lopen, waar je als leerkracht niet door de wijk durft te gaan als je 's avonds een keer wat langer hebt doorgewerkt. We hebben in de Oosterparkbuurt gezien hoe zaken kunnen escaleren. De samenleving in zo'n buurt moet van de grond af worden opgebouwd. Scholen kunnen daarin een belangrijke rol spelen - dat is mijn beeld van de rol die de brede school kan spelen.'' BOLKESTEIN: ,,Tot slot mijn derde punt: loten voor een universitaire studie. Mijn partij is daar faliekant tegen. Loten beloont niets. Het is voor leerlingen, denk ik, aangenamer te weten dat ze niet aan de beurt komen omdat andere leerlingen knapper zijn of betere resultaten hebben, dan omdat de tombola nu eenmaal verkeerd voor hen is uitgevallen.'' KOK: ,,De heer Bolkestein zegt: loten zegt niet alles. Maar cijfers zeggen natuurlijk ook niet alles. Er is uitgebreid over deze kwestie gepraat - in de samenleving, in de Kamer, in het kabinet. De discussies hebben nog geen beter systeem opgeleverd. Het is mij iets te simpel om te zeggen: ga maar op de volgorde van de cijferlijsten af, en dan hebben we een maatstaf die in alle opzichten deugdelijk is.'' BOLKESTEIN: ,,Wij zouden, voor wat betreft het voorbereidend wetenschappelijk onderwijs, willen afgaan op de examenlijsten plus een motiveringsgesprek. Aanstaande studenten zouden uiteen moeten zetten waarom ze een bepaalde studie zouden willen kiezen. Per slot van rekening word je ook geselecteerd als je naar de toneelschool gaat. Het hele systeem van loten vind ik afstotelijk - het lot bepaalt, letterlijk. Ik ken geen land ter wereld dat het zo doet. En de heer Kok heeft gelijk: cijfers zeggen ook niet alles. Maar de wetenschap dat je geselecteerd moet worden, beïnvloedt het gedrag. Als een VWO-leerling weet dat hij geselecteerd gaat worden, dan zal hij beslist harder werken. Natuurlijk zegt dat dan ook weer niet alles. Er zijn ook zesminnetjes die briljante studenten worden en omgekeerd - dat weet ik ook wel. Maar nogmaals: loten is uit den boze.''
|
NRC
Webpagina's
|