Vervolging
Om voor asiel in aanmerking te komen moet een
vluchteling 'gegronde vrees' hebben voor vervolging. 'Vrees' betekent:
er moeten levensbedreigende risico's zijn als de vluchteling in eigen
land zou blijven of zou terugkeren. 'Vervolging' is een veelomvattende
term. Grove schendingen van de rechten van de mens kunnen er ook onder
vallen, mits de officiële autoriteiten daarvoor verantwoordelijk
zijn, dan wel doodseskaders of paramilitaire organisaties. Het mag dus
niet gaan om een privé-daad. De praktische invulling van de term
vervolging verschilt per land en wordt soms beïnvloed door actuele
gebeurtenissen.
Verkrachting De berichtgeving over de oorlog in voormalig
Joegoslavië vestigde de aandacht op verkrachtingen door het leger.
Verkrachting door een vertegenwoordiger van de overheid kan als
vervolging worden gezien als het slachtoffer werd 'uitgekozen' op grond
van ras of geloof, bijvoorbeeld tijdens etnische zuiveringen.
Discriminatie Dit wordt pas als vervolging gezien als de gevolgen zeer
ernstig zijn. Slachtoffers van het apartheidssysteem werden niet zonder
meer als vluchteling erkend. Het slachtoffer moet in zijn dagelijks
leven ernstig worden onderdrukt, wil volgens de Nederlandse rechter
sprake zijn van vervolging.
Strafrechtelijke vervolging Als mensen buitensporig worden gestraft op
grond van hun geloof, ras, nationaliteit, politieke overtuiging of het
behoren tot een bepaalde sociale groep, is sprake van vervolging.
Datzelfde geldt als de straf is ingesteld om een norm te handhaven die
in strijd is met de rechten van de mens. Landen zijn voorzichtig met
erkenning op deze grond, omdat daarmee al snel een oordeel wordt
uitgesproken over het rechtssysteem van een ander land.
Republieksvlucht Dit is een land verlaten terwijl dat is verboden. Bij
terugkomst zou de vluchteling een relatief zware straf boven het hoofd
hangen. Het kwam vooral voor in landen van het voormalige Oostblok en
tegenwoordig in sommige Derde-Wereldlanden. Artikel 12 van de Universele
Rechten van de Mens stelt dat iedereen het recht heeft een land - ook
het eigen - te verlaten. Deze vrijheid mag worden beperkt als de
nationale veiligheid in het geding is.
Dienstweigering en desertie Er zijn drie voorwaarden: de weigeraar
handelt uit religieuze of politieke overtuiging, de te verwachten straf
is onevenredig hoog en er is sprake van discriminatie. Als iemand wordt
ingezet om tegen zijn eigen volk te vechten of in een oorlog die door de
internationale gemeenschap wordt afgekeurd, vergroot dat de kans op
erkenning als vluchteling. Weigeraars en deserteurs die niet in het
leger van apartheidsstaat Zuid-Afrika wilden dienen, kregen vaak asiel
of doortocht, op aanbeveling van de Algemene Vergadering van de
Verenigde Naties.
Groepsvervolging Een asielzoeker moet kunnen aantonen dat hij of zij
persoonlijk risico loopt op vervolging. In de praktijk is echter vaak
sprake van vervolging van een bepaalde groep. Landen passen
groepserkenning weinig toe uit vrees voor een 'aanzuigende werking'. Een
vluchteling moet bewijzen dat de vervolging plaatsheeft op grond van
zijn of haar ras, nationaliteit, lidmaatschap van een bepaalde sociale
groep (bijvoorbeeld homoseksuelen), religie of politieke overtuiging. In
sommige gevallen worden oorlogsslachtoffers erkend als vluchteling: als
het een burgeroorlog betreft, gericht tegen een bepaald ras in het land.
Bron: Door het oog van de naald, Domenica Ghidei Biidu, Utrecht (1995)
|