Louis Buñuel. Calanda, 22 februari. Spaans filmregisseur. Studeerde in Madrid samen met onder andere Garcia Lorca en Salvador Dali. Debuteerde in 1928 met de film Un chien Andalou. Werd vooral bekend door zijn surrealistische stijl. Vestigde zich in 1945 in Mexico.

Kurt Weill. Dessau, 2 maart. Duits componist en publicist. Werd vooral beroemd door zijn samenwerking met Berthold Brecht. Hoogtepunt was de Dreigroschenoper. Brecht bewerkte hiervoor John Gays Beggar's Opera uit 1728. Weill schreef de muziek. Vluchtte uit Duitsland in 1933 met zijn vrouw, de actrice Lotte Lenya, naar de Verenigde Staten.

Carel Willink. Amsterdam, 7 maart. Schilder uit Nederland die vooral bekend werd door zin magisch-realistische werken. Zijn schilderijen kenmerken zich door landschappen met classisistische of klassieke architectuur, meestal in een stadium van verval. Gebruikte Amsterdam vaak als decor voor zijn schilderijen.

Kees Verwey. Amsterdam, 10 april. Nederlands schilder, aquarellist en tekenaar. Neef van dichter Albert Verwey. Zijn schildertrant komt voort uit het impressionisme en is be›nvloed door Breitner en Seurat. Werd vooral bekend door zijn stillevens, landschappen en interieurs, maar ook door zijn portretten.

Martin Bormann. Halberstadt, 17 juni. Duits Nationaal-Socialist. Hitlers rechterhand. Na de ineenstorting van het Derde Rijk was het niet duidelijk waar Bormann gebleven was. Hij werd tijdens de Neurenbergprocessen bij verstek ter dood veroordeeld. Pas in 1973 werd zijn skelet in Berlijn gevonden.

Antoine de Saint-Exupéry. Lyon, 29 juni. Frans auteur en piloot. Verdween in 1944 met zijn vliegtuig boven de Middellandse Zee in de buurt van Cannes. De wrakstukken werden nooit teruggevonden. Schreef in 1943 de klassieker Le petit prince, een filosofisch sprookje met tekeningen van de schrijver zelf.

Nathalie Sarraute. Ivanovo, 18 juli. Frans schrijfster van Russische afkomst. Een van de grondleggers van de literaire beweging Nouveau Roman. In haar romans komen geen actie, dramatische situaties of psychologische conflicten voor. Zij laat haar personages aan het woord zonder dat ze een duidelijk omlijnde individualiteit hebben, ze hebben vaak niet eens een naam. In 1982 ontving ze de Grand Prix Nationale voor haar hele oeuvre.

Julian Green. Parijs, 6 september. Frans-Amerikaans schrijver. Hoofdfiguren in Greens romans lijden altijd onder een strenge, puriteinse omgeving of gaan gebukt onder het noodlot van de liefde, angst of de dood. In zijn boeken speelt godsdienst een centrale rol. Zo schreef hij over Franciscus.

A. Willem Visser 't Hooft. Haarlem, 20 september. Van oorsprong remonstrants, maar sinds 1949 hervormd theoloog. Tijdens zijn studie in Leiden al leidend figuur binnen de internationale christelijke jeugdbeweging (YMCA). Werd in 1948 secretaris-generaal van de Wereldraad voor Kerken.

Heinrich Himmler. München, 7 oktober. Duits nationaal-socialistisch leider. Had belangrijk aandeel in de `putsch' van Hitler in 1923. Werd in de jaren van het Derde Rijk vooral machtig door de combinatie van zijn functies als leider van de SS en leider van de politie in heel Duitsland.