U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.
 
NIEUWS | TEGENSPRAAK | SUPPLEMENT | AGENDA | ARCHIEF | ADVERTENTIES | SERVICE 


Dossier Millenniumprobleem

DE TELECOMMUNICATIE

KPN maakt zich niet nerveus


KPN Telecom zegt alles te hebben gedaan waarvan het bedrijf dacht dat het nodig was om ongestoord telefoneren na oudjaar mogelijk te maken. Alle aanpassingen van de infrastructuur zijn achter de rug, er is uitputtend getest. Er zijn `tijdreizen' gemaakt voor de overgang en er zijn talloze technische audits uitgevoerd. Maar een waterdichte garantie voor ongestoord bellen na de millenniumnacht is daarmee niet verkregen. Apparatuur van derden en de verbindingen met andere telefoonaanbieders kunnen nog voor problemen zorgen.

Door Karel Knip

`Klaar zijn we niet. Wie dat zegt is gek. Je vindt altijd wel iets dat je vergeten bent in de inventarisatie. Of je krijgt opeens een brief van een leverancier die toch nog een fout heeft gevonden. Je kunt nooit zeggen: we zijn klaar. Je kunt alleen zeggen dat je alles hebt gedaan waarvan je dacht dat het nodig was.'

Dat is, qua millenniumproblematiek, de stand van zaken bij KPN Telecom, verwoord door haar millenniumcoördinator P. van Delft. Van Delft voelt niets voor een niets-aan-de-handshow maar vertoont anderzijds ook geen enkele nervositeit. KPN Telecom zal tijdens en na de jaarwisseling aan de normale leveringsverplichting kunnen voldoen. De basisfuncties voor het maken van telefoonverbindingen maken geen gebruik van datuminformatie en zijn dus, om zo te zeggen van huis uit, geheel millenniumongevoelig. In de moderne telecommunicatie worden voortdurend tijd- en datumzones gepasseerd: een datumafhankelijkheid had zich dus allang gewroken.

Dat neemt niet weg, geeft Van Delft toe, dat de door KPN Telecom verzorgde telecommunicatie waarschijnlijk al binnen een paar dagen na de millennium-nacht zou zijn uitgevallen als het bedrijf niet driehonderd miljoen had geïnvesteerd in het wegnemen van millenniumfouten. Een moderne telefooncentrale, of een centrale die dataverkeer verwerkt, is niet langer een gecompliceerde schakelkast maar een grote computer die niet alleen de `routering' van de gesprekken regelt maar ook veel onontbeerlijke gegevens over de verbindingen vastlegt. Tussen welke gebruikers het gesprek plaatshad natuurlijk (om dat later in rekening te brengen), hoeveel de lijnen gebruikt worden en wanneer verbindingen onbedoeld niet tot stand komen. De zogenoemde management- en maintenancefuncties van de centrales kunnen gemist worden bij het tot stand brengen van verbindingen, maar grootschalige uitval zou al binnen een paar dagen tot chaos leiden. Nog afgezien van de schade door gederfde inkomsten. KPN's probleem was dat het management- en maintenancedeel van de centrales wèl datumgevoelig was.

KPN Telecom begon in 1995 aan haar millenniumexercitie en behoort daarmee, met KLM en ABN Amro, tot de eerste bedrijven van Nederland. Al in december '95 was er een plan van aanpak, in '96 werden de eerste `pilots' uitgevoerd en begon de grote inventarisatie. Er kwam steun van een internationale telecomconferentie in de VS, er kwam samenwerking met telecombedrijven in Zweden en Zwitserland en er werd een groot aantal Nederlandse experts aangetrokken. ,,In '95 en '96 kon je die nog krijgen.''

Alleen al de inventarisatie duurde een jaar. KPN Telecom, voorheen de PTT, levert al 100 jaar telefonie en bewoont 1700 panden. Het was veel werk om uit te zoeken wat er allemaal in gebruik was en wat voor foefjes de eigen whizkids in de loop van de jaren allemaal aan de programmatuur hadden toegevoegd. Uiteindelijk zijn zo'n 20.000 objecten onderzocht en kwam vast te staan dat er 4.000 `fout' waren.

Het werk is over vier terreinen verdeeld: IT (personeels- en rekeningadministratie), de klanten (de kopers van KPN-producten), de faciliteiten (de eigen gebouwen, met elektronische toegangsbewaking, liften enz.) en vooral natuurlijk: de infrastructuur, de technische installaties achter onder meer telefonie, dataverkeer, GSM, semafonie, satellietverbindingen en radio en televisie.

Wat de telefonie betreft bleken alle grote centrales problemen te hebben. In samenwerking met de voornaamste leveranciers (Ericsson, Lucent, Alcatel en Nokia) zijn ze weggewerkt. Wat er aan fouten gevonden werd was voornamelijk het echte 99/00 probleem en in een enkel geval de vergeten schrikkeldag 29 februari 2000. Anders dan bij andere bedrijven was KPN's 99/00 probleem in de telefooncentrales niet van cosmetische aard.

Het bracht met zich mee dat de gewenste chronologie in de automatische registratie van mislukte verbindingen (de `foutcodes') direct na de jaarwisseling volkomen zou zijn verstoord: de laatste meldingen het verst achteraan in de rij.

Ook de embedded systems, de in chips vastgelegde programma's, leverden problemen op. Niet het minste daarvan was de millenniumgevoeligheid van een door KPN zelf geproduceerde chip aanwezig in ruim 2400 `service boxen' waarmee het mogelijk is op afstand nieuwe programmatuur in bedrijfscentrales te plaatsen. De chips zijn stuk voor stuk vervangen.

Inmiddels zijn alle noodzakelijke aanpassingen van de infrastructuur achter de rug en is er uitputtend getest. Er zijn tijdreizen gemaakt voor de overgang 1998/1999, voor 9 september 1999, de millenniumnacht, 29 februari 2000 en 1 maart 2000. En weer terug, natuurlijk. TÜV Nederland in Eindhoven heeft de millenniuminspanningen op verzoek van KPN van december '97 tot mei '99 aan een doorlopend onderzoek onderworpen. Vorige maand werd een laatste – gunstig – certificaat afgegeven.

Daarmee is nog geen waterdichte garantie voor ongestoord telefoonverkeer na oudjaar ontstaan. Het telefoon- en dataverkeer in Nederland is al lang niet meer een 100 procent KPN-affaire. Begin jaren tachtig kwamen de eerste Taiwantelefoontoestellen op de markt en later werden complete kantoor- en bedrijfstelefooncentrales geïnstalleerd waar KPN geen enkele bemoeienis mee had. Het mobiele bellen bezorgde het verzelfstandigde KPN vanaf 1995, toen Libertel op de markt kwam, een ongekende concurrentie. Inmiddels heeft een hele reeks nieuwe aanbieders, waaronder ook de kabelbedrijven, concessies voor telecommunicatie verkregen. Er ontstond een nauwelijks meer te overzien systeem van koppelingen tussen de operators: de interconnecties. Wie met een Liberteltelefoon naar een Dutchtonegebruiker belt kan nu in principe via kabels van KPN en A2000 en andere operators verbinding krijgen. Elke aanbieder heeft zijn eigen verantwoordelijkheid en informatieplicht ten aanzien van zijn klanten, maar zelfs als daaraan wordt voldaan blijft er het gevaar dat in het `koppelvlak' tussen de invloedssferen van de diverse aanbieders problemen optreden. Vooral met het oog daarop besloot `een drietal telecom-bedrijven' eind vorig jaar tot de oprichting van TeMP: het Telecommunicatie Millennium Platform. Inmiddels hebben daarin ook kabelbedrijven, radio en televisie, de overheid (het ministerie van Verkeer en Waterstaat), de industrie en brancheverenigingen zitting.

Daarmee heeft het rare millenniumprobleem tot ieders verrassing zomaar een constructieve samenwerking tot stand gebracht tussen partijen die in een moordende concurrentie met elkaar leven. Directeur-generaal telecommunicatie en post mr. J.W. Weck heeft het van nabij gevolgd. ,,Het gaat soms als egeltjes, er zijn nog veel spanningen maar er spreekt toch ook een groot gevoel van maatschappelijke verantwoordelijkheid uit. De nieuwkomers op de markt willen niet te veel informatie aan de traditionele partijen kwijt, maar ze beseffen op elkaar te zijn aangewezen. Er is het probleem dat ze soms bestuurlijk nog maar net op orde zijn. Anderzijds is hun netwerk vaak nog goed te overzien.'' Hij zegt het zonder ironie.

Dat het in de praktijk werkelijk goed gaat, mag blijken uit het feit dat het interview met KPN's Van Delft wordt bijgewoond door Libertels 2000-coördinator M.Th. Sevenstern zonder dat de heren handgemeen raken. Integendeel: vergenoegd blazen zij wolken pijp- en sigarenrook in elkaars richting en beschrijven hoe zij langs de interconnecties over de koppelvlakken tijdreizen maken, sinds kort sectorbreed contingency-plannen opstellen en ook al een virtueel Telecommunicatie Controle Centrum optuigden dat in werking zal treden als het met oudjaar toch fout gaat. De eerste interconnectietesten waren een succes. Maar er zijn ook grenzen aan het vertrouwen: de uitwisseling van informatie tussen de operators loopt steeds over de bracheorganisatie ICT. En er zijn grenzen aan hun bemoeienis: wat de particulier en ondernemer allemaal zelf aan Taiwanspulletjes heeft geïnstalleerd moet-ie zelf op 2000-bestendigheid controleren.

Er is, zeggen Van Delft en Sevenstern, veel druk uitgeoefend op TeMP om, nu de samenwerking er is, maar gelijk end-to-end millenniumtesten uit te voeren, dus van eindgebruiker naar eindgebruiker. In het life netwerk. Maar dat staat de praktijk niet toe, de enige echte end-to-end test komt op 31 december. Ook aan verzoeken om inzage in de verrichte millenniumtesten kunnen de telecombedrijven niet voldoen. Daarbij zou te veel commercieel gevoelige informatie over software worden prijsgegeven.

Voor het wekken van het noodzakelijke vertrouwen in een ongestoorde telecommunicatie zijn er in feite vooral de audits. TeMP laat nog veel audits doen en ook het ministerie van Verkeer en Waterstaat heeft KPMG opdracht gegeven voor systeemaudits. Daarin wordt de effectiviteit van de aanpak van het millenniumprobleem zelf en het opstellen van terugvalscenario's, de contingency-planning, getoetst. ,,De eerste resultaten komen nu binnen'', zegt Weck, ,,in het najaar zal daarover worden gerapporteerd. Operators die duidelijk in gebreke blijven kunnen dan eventueel met naam bekend worden gemaakt. Dat sluit ik niet uit.''

De zogenoemde ketenafhankelijkheid van telecombedrijven komt vooral van andere telecombedrijven. Met één belangrijke uitzondering: de elektriciteitsvoorziening. ,,De elektriciteitsbedrijven kwamen erg laat met een uitspraak over de maximale duur van een mogelijke stroomuitval met oudjaar'', zegt ir. B. Wahl, millenniumprojectleider van V&W. ,,We rekenden met zes uur stroomuitval, het blijkt nu acht uur te kunnen zijn. Daardoor moesten veel noodplannen worden aangepast.''

Alle telecomaanbieders maken gebruik van de gewone openbare elektriciteitsvoorziening, maar ze verschillen in de mate waarin noodvoorzieningen zijn aangebracht. KPN's vaste net is uitputtend voorzien van noodaggregaten die automatisch starten als de elektriciteit uitvalt. Daarnaast zijn er veel accu's die minstens vijf uur stroom geven en door mobiele aggregaten kunnen worden bijgeladen. Maar, zegt Van Delft, als de bedrijfscentrales in de grote kantoren geen noodstroomvoorziening hebben vallen daar toch bijna alle verbindingen uit.

KPN's semafonienet heeft maar voor twee uur noodstroom en het mobiele net heeft vrijwel geen noodstroom. ,,Daar hebben we een probleem'', zegt Van Delft gelaten. Een KPN-probleem, want de andere aanbieders van mobiele telefonie hebben hun zendmasten wel van accu's voorzien. Libertels Sevenstern bevestigt het ter plekke zonder een spoor van triomf.

Enige triomf is er wel bij Van Delft als deze, na afloop van het gesprek, een opvallende, zware maar toch nog draagbare en draadloze telefoon op tafel plaatst. Het is een mobiele aansluiting op het nieuwe, speciaal voor de millenniumkwestie opgerichte Mobiel Nationaal Noodnet. In essentie een zender van 8 watt waarmee een selecte groep gegadigden (zoals hulpverleners) tegen een bedrag van vijfduizend gulden (gesprekskosten inbegrepen) draadloos verbinding kan krijgen met het al bestaande vaste Nationaal Noodnet. De millenniumbestendigheid van dat vaste noodnet, dat door 17 in bunkers ondergebrachte centrales wordt bediend, mag na de recente test en KPMG-audit als gegarandeerd worden beschouwd. Het mobiele noodnet blijft in ieder geval tot 1 maart, na de onvoorziene schrikkeldag, in gebruik.

Toch wordt 31 december een spannende dag, willen alle geïnterviewden wel toegeven. Tegen vier uur 's middags komen via het daarvoor opgerichte internationale `early warning system' de berichten binnen over de eerste millenniumpassage van telefooncentrales aan de andere kant van de aarde: op de Fiji-eilanden. Gaat het daar fout, en wordt duidelijk waaròm, dan is er nog acht uur tijd voor een snelle reparatie in Nederland.

NRC Webpagina's
9 JULI 1999

Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC HANDELSBLAD (web@nrc.nl)