|
Dossier Millenniumprobleem
|
1999 Roel Janssen
Wat zal 1999 in economisch opzicht brengen? Dit wordt het jaar van de groeivertraging, de tegenvallers, de deflatie, van nieuwe crises en van de millenniumcrash. Of: het jaar van het miraculeuze economische herstel in Azie, de volledige criminalisering van de Russische economie, het achtste opeenvolgende jaar van Amerikaanse groei, het jaar waarin de Europese Centrale Bank haar monetaire reputatie vestigt en de opleving van oud-keynesiaans stimuleringsbeleid van korte duur blijkt te zijn. Nee, voorspellingen over de economische ontwikkelingen hebben weinig zin. Het nieuws houdt zich zelden aan de prognoses. In 1998 hadden weinigen de diepte van de Aziatische crisis of de ineenstorting van Rusland voorspeld. Vervolgens sloeg de paniek toe. Wie had daarna durven beweren dat de financiele markten het crisissentiment zo snel van zich af zouden schudden. Dit jaar staat er iets anders te gebeuren. Namelijk de herontdekking van de grenzen. Het afgelopen decennium heeft wereldwijd in het teken gestaan van de liberalisatie, de vrijmaking van het kapitaal-, het goederen- en personenverkeer. Dat heeft immense voordelen met zich meegebracht - en grote risico's. De schaduwkanten van de mondialisering waren er altijd al, maar ze zijn zichtbaar als het licht van de andere kant invalt. Opkomende landen die hun financiele markten hebben opengesteld zonder de nodige flankerende maatregelen - goed banktoezicht, behoorlijk bestuur, gezond beleid - genoten van de toestroom van kapitaal. Vorig jaar hebben ze ontdekt dat liberalisatie van het kapitaalverkeer ook kan leiden tot de uitstroom van flitskapitaal, met vernietigende economische gevolgen. Geen wonder dat er stemmen opgaan die grenzen aan de vrijheid van het kapitaalverkeer bepleiten. Al is het op zijn zachtst gezegd ironisch dat juist degenen die het meest hebben geprofiteerd - de magiers van de wereldwijde financiele markten - nu het hardst roepen om regulering omdat ze in Rusland en Zuidoost-Azie lelijke klappen hebben opgelopen. De Europese Unie ontdekt door schade en schande ook dat er grenzen zijn. Met de inwerkingtreding van het verdrag van Schengen (1995) kent de EU het onbelemmerde verkeer van personen en met de euro (giraal op 1 januari jl. en chartaal op 1 januari 2002) de vrijheid van een muntgebied. Maar kunnen soevereine landen hun monetaire zelfstandigheid opgeven en grenscontroles afschaffen zonder dat ze een gemeenschappelijk beleid voeren ten aanzien van opsporing en bestraffing van valsemunters of van asielzoekers? Deze twee vraagstukken op het gebied van politie en justitie behoren tot de 'derde pijler' van de EU, waar de lidstaten hun soevereiniteit koesteren en slechts bereid zijn tot afspraken over samenwerking. Die afspraken verlopen moeizaam. Vrijwel alle EU-lidstaten worden geconfronteerd met golven van landverhuizers uit Oost-Europa, het Midden-Oosten, delen van Afrika en Zuid-Azie. Ze melden zich aan als 'asielzoekers', hoewel het slechts in weinig gevallen om politieke vluchtelingen in de zin van de Conventie van Geneve gaat. Maar aangezien dit de enige grondslag is waarop ze recht hebben op opvang en toelating, doen ze hierop allemaal een beroep. Heel menselijk en heel problematisch. Het probleem speelt niet alleen in Nederland, maar ook in Zuid-Italie, waar gewetenloze mensenhandelaren dagelijks bootjes met vluchtelingen uit Albanie en Kosovo aan land zetten. Of in Zuid-Spanje, met een soortgelijke illegale toestroom uit Noord-Afrika. Op Europees niveau jongleren de bewindslieden met de regels van Schengen en Dublin, maar de landverhuizers blijven komen en de EU-landen blijven op elkaar hun menselijke drama's afschuiven. De vraag is: was het verstandig om de controles op de binnengrenzen af te schaffen zonder een gemeenschappelijk beleid voor de buitengrenzen, zonder zelfs maar een begin van overeenstemming over een Europees immigratiebeleid? Het antwoord wordt gegeven in de uitpuilende aanmeldcentra voor asielzoekers in Rijsbergen, Zevenaar, Heumen, Ermelo en andere plaatsen. Sinds 1 januari hebben elf EU-landen een gemeenschappelijke munt die over drie jaar in papier en metaal wordt ingevoerd. De EMU wordt het paradijs voor criminelen, heeft een (Britse) Europarlementarier al eens gewaarschuwd. Hij krijgt waarschijnlijk gelijk: er bestaat in 2002 geen Europese federale recherche die bevoegdheden heeft om valsemunters op te sporen, er is geen uniformiteit in de wetgeving tegen witwassers. Euro's kunnen van Helsinki naar Palermo worden vervoerd zonder dat ze hoeven worden omgewisseld en zwart geld kan overal via Europese belastingparadijzen zoals Luxemburg, Gibraltar, de Kanaaleilanden of de Nederlandse Antillen in het financiele circuit worden gebracht. Maar afspraken over de uitwisseling van gegevens, laat staan afschaffing van de belastingparadijzen zijn politiek vooralsnog onhaalbaar. In de EMU zijn de monetaire grenzen weggevallen, maar er is geen aandacht besteed aan het aanbrengen van beveiligingskleppen. Ook daar komen nieuwe begrenzers in zicht. Zal het allemaal slechter worden in 1999? De aardigste toekomstvoorspelling is enkele jaren geleden gemaakt door Julian Simon, de eigenzinnige Amerikaanse econoom die vorig jaar is overleden. In zijn boek The state of humanity (1996) schreef hij: ,,In de volgende eeuw zullen de menselijke omstandigheden in vrijwel alle materiele opzichten verder verbeteren. En de mensen zullen doorgaan om zich te beklagen dat alles altijd slechter wordt.'' Zo is het maar net.
|
NRC Webpagina's 7 januari 1999
|
Bovenkant pagina |