|
Dossier Millenniumprobleem
|
MILLENNIUMPROBLEEM (3) Eeuwwisseling in VS als 'flinke sneeuwstorm' Door onze correspondent LUCAS LIGTENBERG
In de VS werkt een taskforce van de
overheid aan het millennium- probleem. En de Federal Reserve houdt de
vorderingen bij de banken nauwlettend in de gaten. Bedrijven moeten
honderden miljarden dollars investeren.
NEW YORK, 29 JULI. Sommige Amerikanen hebben een heel bijzonder millenniumprobleem: met grafstenen. In de jaren vijftig en zestig kochten ze grafstenen waar voor het gemak hun sterfjaar al was ingevuld als 19.. Vooruitziend als ze waren hielden ze er geen rekening mee zo oud te worden dat ze het jaar 2000 zouden halen. Wat nu? De bedrijven van wie de grafstenen komen, vullen het graniet op, dekken de 19.. af met een koperplaatje of geven royaal een splinternieuwe steen. Maar de Verenigde Staten hebben hun handen veel voller aan het echte millenniumprobleem: computers die op tilt slaan, die op 31 december 1999 over dreigen te gaan op het jaar 1900 in plaats van het jaar 2000. De econoom Edward Yardeni van Deutsche Morgan Grenfell schat de kans op 70 procent dat de VS in het jaar 2000 te maken krijgen met een recessie als gevolg van het probleem dat ook wel wordt aangeduid als 'Y2K'- 'Year2Kilo' ofwel 'Year 2000'. Een aantal andere economen vergelijkt de verwachte gevolgen van het Y2K-probleem met die van een flinke sneeuwstorm, maar dan in de hele wereld. De elektriciteit valt hier en daar uit en mensen kunnen niet naar hun werk, maar daar blijft het bij. In de discussie erover wordt in laatste instantie altijd gewezen op de 'toestanden' in het buitenland. In Azië is er door de economische problemen geen tijd en geen geld om ook nog eens aan mogelijke problemen met het jaar 2000 te denken. In Europa heeft iedereen de handen vol aan het introduceren van de euro en zal men pas veel te laat aan Y2K denken. Talloze 'ontwikkelingslanden' hebben volgens sommigen helemaal geen idee. In het ergste geval komen landen volledig in het donker te zitten en doen de de telefoons het niet meer. Vliegvelden gaan dicht en openbare voorzieningen komen stil te liggen. Onlangs hield president Clinton voor het eerst een toespraak over het onderwerp. Hij erkende al eerder de ernst van het probleem door benoeming van John Koskinen tot hoofd van een Y2K-taskforce. Het Witte Huis had alleen indirect of achter de schermen over het probleem gesproken. Nu sprak Clinton de hoop uit dat bedrijven informatie beschikbaar zouden stellen om andere bedrijven te helpen en dat het probleem gezamenlijk zal worden aangepakt. Hij stelde bovendien 12 miljoen dollar beschikbaar via de Wereldbank om andere landen te helpen. De Gartner Group schat dat Amerikaanse bedrijven 300 tot 600 miljard dollar zullen uitgeven aan het Y2K-probleem. Andere schattingen bedragen 150 tot 250 miljard dollar voor overheid en bedrijfsleven in de VS. Over de resultaten van al die bestedingen wordt wisselend gedacht. Er is veel bezorgdheid over de Amerikaanse overheid. Vorige maand berekende het weekblad Time dat 4.500 van de ,,allervitaalste'' systemen nog moeten worden gerepareerd. Het stelde - zonder verdere uitleg overigens - dat 13 van de 24 grootste overheidsdepartementen op 31 december volgend jaar niet klaar zullen zijn. Daar zijn onder meer de Federal Aviation Administration (FAA), het departement van defensie en de belastingdienst bij. Defensie heeft gezegd dat er, wat er ook gebeurt, in geval van problemen geen kernraketten spontaan de lucht in zullen vliegen. Het Pentagon heeft echter ook meteen de bal teruggekaatst en gezegd dat ze niet weten of dat in Rusland ook zo is. Hoofd van de taskforce John Koskinen belegt regelmatig bijeenkomsten op de federale departementen en agentschappen in Washington om te vragen waar de probemen zitten en hoe zijn team kan helpen. Koskinen heeft weinig bevoegdheden, maar geeft wel urgentie aan het probleem. Ook kunnen hoofden van departementen en van afdelingen systeembeheer worden aangesproken op mogelijke problemen. Koskinen wil in maart 1999 alles gerepareerd en gecorrigeerd hebben zodat er nog tijd is om testen te doen en eventuele problemen die dan nog opduiken op te lossen. Het departement van Financiën is al veel langer en intensiever met het probleem bezig dan welk ander departement ook. Juist in de financiële sector gebruiken bedrijven veel technologie. De systemen zijn nauw verweven. Gouverneur Edwin Kelley van de Federal Reserve, het Amerikaanse stelsel van centrale banken, zei onlangs op een van de vele hoorzittingen in het Congres die aan Y2K zijn gewijd, dat al sinds 1996 aan het probleem wordt gewerkt. Banken moesten eind september 1997 de problemen hebben geïnventariseerd en ze hebben 1998 om het probleem aan te pakken. Het jaar 1999 kan alleen nog worden gebruikt om testen te doen en de laatste euvels te verhelpen. De 'Fed' heeft vanaf het begin scherp opgelet. Banken die de deadline van 30 september 1997 hebben gemist zijn meteen ter verantwoording geroepen. De 'Fed' wil dat eind dit jaar alles eraan gedaan is om de problemen op te lossen. ,,We moeten realistisch zijn en aanvaarden dat verstoringen onvermijdelijk zijn'', aldus Ernest Patrikis, vice-president van de Federal Reserve Bank in New York en belast met het Y2K-probleem op internationaal niveau, ,,maar tegelijkertijd ook erkennen dat niet elk land Y2K-problemen van dezelfde omvang heeft. Het probleem raakt eenvoudigweg te veel organisaties en systemen om te kunnen aannemen dat over de hele wereld iedereen 100 procent voorbereid kan zijn.'' In het veld hebben mensen die dagelijks met het probleem te maken hebben meningen en oplossingen genoeg, maar over de omvang van het probleem wordt nog steeds verschillend gedacht. Is de overheid straks wel of niet klaar? Is het bedrijfsleven voldoende voorbereid? Op die vragen wordt met 'ja' en 'nee' geantwoord, al naargelang de gesprekspartner. ,,De Fortune-1000 bedrijven zijn waarschijnlijk goed voorbereid'', zegt Paul Barboza van CTA, een computeradviesbureau in Rockville, Maryland. ,,Over kleinere bedrijven hebben wij twijfels. Ze maken zich minder zorgen en zijn straks misschien te laat als ze het probleem onderkennen.'' Volgens Barboza is de situatie bij de overheid ook zeer wisselend. De federale overheid is hard bezig maar Barboza kent de situatie niet van nabij. Meer ervaring heeft hij met de staten. Hij noemt Californië, Iowa, Texas, Nebraska en Missouri als staten die vroeg zijn begonnen met het oplossen van de problemen. Kleinere staten als Vermont, New Hampshire en Maine lopen volgens hem achter. ,,Georgia is laat'', zegt hij, ,,ze zijn pas net begonnen met het doorlichten van de systemen.'' Barboza vermoedt ook dat lagere overheden wellicht veel te laat zullen gaan kijken of zich problemen kunnen voordoen. Of bedrijven en instanties definitief te laat zijn of dat ze de achterstand nog kunnen inhalen, hangt af van het systeem dat ze gebruiken. Hoe later het wordt, hoe minder tijd er is om de problemen aan te pakken. Barboza ziet ook al trends in de aanpak van de problemen. Eerst was het alleen de informatietechnologie die gerepareerd moest worden. Nu is er al meer het besef dat pc's met oude programma's ook kwetsbaar kunnen zijn. Nieuwe programma's vereisen vaak ook krachtiger pc's, zodat je in de loop van volgend jaar een run op pc's krijgt. Tenslotte denkt hij dat er meer problemen zijn met ingebouwde chips dan tot nu wordt aangenomen. Bij recente tests kwamen onverwachte problemen naar voren en het verhelpen ervan nam veel tijd in beslag. Volgens Barboza zullen er steeds meer van zulke problemen opduiken. Aan voorspellingen over hoe ernstig de problemen zullen zijn als de klok van 1999 op 2000 springt wil Barboza zich niet concreet wagen. ,,We zullen er niet dood aan gaan'', zegt hij, ,,maar we zullen wel flink moeten bloeden.''
|
NRC Webpagina's 29 juli 1998
|
Bovenkant pagina |