|
ZINGENDE, VLIEGENDE BOUWWERKEN
|
Venus van Milo
Met de uitvinding van het gewapend beton ging er een
wereld aan nieuwe mogelijkheden open. De eerste Franse fabrikant van
beton, François Coig net, maakte er niet alleen bruggen,
steunmuren en vuurtorens van, maar ook beelden van de Venus van Milo.
Thomas Edison, uitvinder van onder andere de fonograaf en de gloeilamp,
blijkt al in 1912 een vrijstaand huis van betonnen modulen te hebben
ontwor pen. Aan de maquette is te zien dat een nieuw
procédé ook een volstrekt Wel revolutionair was daarentegen het planetarium dat de Duitse ingeni eur Franz Dieschinger in 1925 ont wierp voor de fabriek van Zeiss, be staande uit een frame van stalen drie hoekjes dat later werd bedekt met be ton. Er is een foto van de bouw te zien waarbij de constructeurs als vliegen in hun eigen web in het gaas van het de koepel gevangen lijken. Later, in 1942, bedacht hij ook een dubbelwandige koepel - 250 meter in doorsnee, met een 3,5 meter dikke schil tegen de bommen - voor een congrescentrum dat deel uitmaakte van Albert Speers grootse plannen voor Berlijn. De echte kunstenaar van het beton is de Italiaan Pier Luigi Nervi. Al van af de jaren twintig specialiseerde hij zich in het zoeken naar nieuwe manier om vooral pre-fab structuren te bou wen, en bedacht een nieuw soort met staal gewapend beton dat verrassend soepel en sterk is. Hij maakte veel ge bouwen met enorme overspanningen, zoals sportpaleizen en beurshallen met plafonds met de elegante symme trie van een zich openvouwende zon nebloem. Al vanaf de jaren dertig ont wierp hij hangars, waarbij hij dezelfde vorm telkens ranker en eenvoudiger wist te maken; zo bracht hij het aantal pijlers in de loop der jaren terug van 36 naar acht. Tegelijk met de beheersing van het materiaal en de techniek neemt in al deze bouwwerken de souplesse zicht baar toe. Een van de bekendste naoorlogse kunstwerken is het organische TWA-terminal (1962) van Eero Saar inen in New York, waarmee hij de he gemonie van het uit Europa geïmpor teerde Modernisme een slag toe bracht. Nog expressiever is het werk van zijn generatiegenoot, de Span jaard Felix Candela, die zijn favoriete vorm, de parabool, in allerlei materialen uitvoerde en voor allerlei functies toepaste. Op de tentoonstelling is een aantal modellen in hout en metaal te zien van kapellen die hij in de jaren vijftig in Mexico bouwde - zingende, vliegende bouwwerken, meer een ge voel dan een constructie. Beneden in de hal, voorbij de nagebouwde geodesische koepel van Buckminster Fuller, is het een soort jongensland van al dan niet bewegen de modellen en apparaten. Op de maat van een electronische timer schuift het scharnierende stadiondak, de Iris Dome, van de Amerikaan Chuck Hober man open en dicht, en vouwt zijn op blaasbare geodesische koepel zich als een egel dicht tot een bal met spijkers.
|
NRC Webpagina's
8 augustus 1997
|
Bovenkant pagina |