terug naar 1999
Jagernath Lachmon, de spin in de Surinaamse
politiek:
'Nederland moet ingrijpen in Suriname'
Door een onzer redacteuren
ROTTERDAM, 28 AUG. Een nieuwe
Surinaamse regering zal mogelijk om een militaire interventie van
Nederland en andere landen vragen, indien zij zelf niet de drugsmafia
de baas kan worden of indien opnieuw een coup zou worden gepleegd.
Dit
zegt de Surinaamse oppositieleider Jagernath Lachmon in een
vraaggesprek met NRC Handelsblad. Lachmon, voorzitter van de
hindostaanse VHP: "Als wij het niet kunnen managen en dat zou de enige
redding kunnen zijn voor Suriname, dan zou het kunnen."
Lachmon zegt eerst te denken aan een interventie via de Organisatie voor
Amerikaanse Staten (OAS), maar ook aan Nederland kan in het kader van
het in 1992 getekende Raamverdrag inzake vriendschap en samenwerking om
gewapende bijstand worden gevraagd. Lachmon sluit ook niet uit dat bij
een eventuele buitenlandse interventie drugsverdachten, onder wie
Bouterse, kunnen worden gearresteerd om naar het buitenland te worden
overgebracht. Lachmon bezocht afgelopen week Nederland. In Den Haag
had hij ook een ontmoeting met Kok.
'Bouterse wordt geen president'
De 'opvoeder' wordt hij
genoemd. De 82- jarige Jagernath Lachmon is de politieke voor- man van
de hindostanen in Suriname, maar geniet ook groot respect bij de
creolen. De langstzittende parlementariër ter wereld maakt zich op
voor de verkiezingen van mei 2000. En de zittende president kan wat
ver- wachten: 'Wij zullen het kapitaal stukslaan.'
Hans Buddingh'
De manier waarop de laatste presidentsverkiezing in Suriname is
'gekocht' heeft iets van een boek van Garcia Marquez, al had het ook het
scenario voor een B-film kunnen zijn. Tientallen lokale afgevaardigden,
allen van eenvoudige komaf, waren vlak voor de verkiezing, in september
1996, naar verschillende, van de buitenwereld afgesloten plekken
overgebracht, sommige door militairen bewaakt, in de districten en in
Paramaribo. Daar werden de vertegenwoordigers van districts- en
ressortraden met voedsel, drank en muziek vermaakt.
Enkele miljonairs van de hinDostaansse partij VHP - en ook van de
partij van Desi Bouterse, de NDP - hadden met bedragen geschoven om de
politieke boodschap te onderstrepen: de 'neger' Ronald Venetiaan mocht
geen president van Suriname worden. Dat was volgens deze miljonairs ook
de mening van hun hindostaanse leider, Jagernath Lachmon. Deze zou dit
echter niet in het openbaar willen zeggen. Daarom moest de helft van de
afgevaardigden op Jules Wijdenbosch stemmen. Om de schijn van een
eerlijke verkiezing op te houden, diende de andere helft zijn stem op
Venetiaan uit te brengen. In de coulissen trad Bouterse als aangever
van de samenzwering op.
De 'quarantaine' duurde slechts een of twee dagen. Maar dat was
voldoende om te verhinderen dat al die afgevaardigden de waarheid
zouden vernemen: Lachmon wilde juist wel dat Venetiaan president zou
worden.
Waarheid of verdichtsel? Lachmon zegt dat het verhaal van a tot z de
bizarre Surinaamse werkelijkheid is. Waarom niet meteen actie
ondernomen? "Er was op dat ogenblik geen bewijs, dat is pas later
gekomen."
De opzet van de zakenlieden onder leiding van de puissant rijke ex-
penningmeester van Lachmons eigen partij, Dilip Sardjoe, slaagde
wonderwel. Bouterses volgeling Wijdenbosch, ooit deelraad-ambtenaar in
Amsterdam, werd in een grote sporthal in Paramaribo, met krappe
meerderheid van de afgevaardigden in de Verenigde Volksvergadering, tot
president van de Republiek Suriname gekozen.
In de drie jaar die volgden, is Suriname economisch geplunderd - goud en
hout verdwijnen ongecontroleerd over de grens, en de binnenlandse en
buitenlandse schuld zijn tot ongekende hoogte opgelopen. Een door
cocaïnebelangen geïnfecteerde informele macht heeft grote
invloed. Vorige week werd op een landingsstrip in het Braziliaanse
oerwoud een klein vliegtuig uit Suriname met wapens voor de
Colombiaanse guerrillabeweging FARC in beslag genomen: de eerste
concrete aanwijzing dat Suriname al jaren wapens voor cocaïne
ruilt. En nog steeds landen in een wekelijkse routine de vliegtuigjes
met drugs uit Colombia in het Surinaamse oerwoud. "Ik verfoei het", is
al wat Lachmon daarover zegt.
De 82-jarige Jagernath Lachmon is al meer dan vijftig jaar de spin in
het web van de Surinaamse politiek. Twee maanden geleden werd hij dan
ook in het Guinness Book of Records opgenomen als de langstzittende
parlementariër ter wereld. Het record roept associaties op met
politici als Mao Zedong en Fidel Castro, maar daar wil Lachmon niet van
horen: "Meneer Fidel Castro en Mao zijn in een heel ander stelsel aan
de macht geweest en niet door het volk aangewezen. En zijn ook andere
mensen van tachtig die hun land hebben gediend, zoals Nehru en
Adenauer."
Zijn eerste verkiezingen als leider van de VHP (Verenigde Hindoestaanse
Partij, later omgedoopt in Vooruitstrevende Hervormings Partij) maakte
Lachmon in 1949 mee, toen in Suriname - vooral door zijn felle campagne
- algemeen kiesrecht in Suriname werd ingevoerd. En ook aan de
verkiezingen van 25 mei 2000 - de vervroegde verkiezingen, afgedwongen
na straatacties in mei waaraan de gehele oppositie, vakbeweging en
bedrijfsleven meededen - zal Lachmon opnieuw als lijsttrekker van de
VHP meedoen. "Als mijn partij mij wil, ja", voegt hij er met een
glimlach aan toe.
Zijn Indiase gelaatstrekken zijn in een halve eeuw maar weinig
veranderd, het wat dunner geworden zwarte haar is naar achteren gekamd,
het stemgeluid nog steeds wat aan de hoge kant. Zijn rechterbeen
sleept, maar dat doet het al veertig jaar.
Lachmon begon deze week zijn verkiezingscampagne in Nederland. Onder
meer op het Kwakoe-festival in de Amsterdamse Bijlmermeer, waar hij
publiekelijk de Surinaamse ambassadeur Evert Azimullah terechtwees -
zijn biograaf en partijgenoot - toen deze 'namens de president' een
handreiking wilde doen. " Een ambassadeur treedt op namens een land,
niet namens een regering", bitste de bejaarde politicus. Op Kwakoe
sprak hij zijn overwegend jonge, gekleurde toehoorders als
'landgenoten' toe en de creoolse speaker kondigde hem als 'onze
opvoeder' aan.
Dat 'opvoeder' verwijst naar de rol die Lachmon speelde in de politiek
van 'verbroedering' tussen hindostanen en creolen - ooit als
contractarbeiders uit Brits-Indië, respectievelijk slaven uit
Afrika in Suriname gekomen. Lachmon: "De kolonisator heeft aan de
Surinamer, waar hij ook vandaan is gekomen, de bodem achtergelaten,
waarop wij geboren en getogen zijn. Die bodem is volgens het
hindoeïsme jouw moeder en die bindt ons"
Lachmon gaat terug naar het hindoeïsme en zijn analfabete ouders,
die eind vorig eeuw als contractarbeider uit de Indiase deelstaat Uttar
Pradesh kwamen, als hij praat over 'zijn' Suriname. "Mijn vader was
127LL en mijn moeder was 57HH, die nummers kregen ze in India aan hun
hals gehangen", vertelt Lachmon op de vroege zondagochtend in een
Amsterdamse hotelkamer. Zijn vader was kok op de plantage Waterloo,
zijn moeder kapte suikerriet. Toen Jagernath werd geboren was hun
contracttijd al voorbij. "Als je na die vijf jaar van het contract
bleef, kreeg je honderd gulden premie en een stukje land. Mijn vader is
kleine boer geworden."
Zijn jeugd in de jaren twintig bracht Lachmon door in het afgelegen
rijstdistrict Nickerie. Op zijn dertiende kwam hij in Paramaribo
terecht. Daar was het zijn onderwijzer van de MULO - toen de hoogste
vorm van middelbaar onderwijs in Suriname - die hem adviseerde een
opleiding tot advocaat ('praktizijn') te volgen, omdat hij zo goed kon
praten. Lachmon: " Maar niemand wilde me opleiden. In Suriname was nog
geen universiteit, dus je moest bij een advocaat gaan. Daarna vormde de
gouverneur een examencommissie, waar je examen moest doen."
Uiteindelijk kreeg Lachmon toch een opleidingsplaats bij de bekende
lichtgekleurde creoolse advocaat Julius Cesar de Miranda. "De creool
heeft me opgeleid en de creool heeft me eigenlijk de verbroedering
bijgebracht die ik later heb gepredikt. Hij had evengoed kunnen zeggen:
waarom zou ik deze hindo staans tot advocaat opleiden? De meeste van
zijn cliënten waren hindostanen en ik kon dus een zeer grote
concurrent van hem worden. Nochtans heeft hij het gedaan."
Zijn eerste grote zaak was de verdediging van een creoolse vrouw die
werd verdacht van doodslag. "Twee lesbische vrouwen, die hadden
gevochten, de een had de ander doodgestoken. Ik werd uitgelachen door
de creolen, de eerste hindostaans in een zwarte toga. Ze zeiden 'deze
koeliejongen gaat die vrouw meer straf laten krijgen'. Miranda had me
gezegd dat ik niet op doodslag moest pleiten, maar op dood door schuld.
In plaats van de vijftien jaar die was geëist, kreeg die vrouw
acht maanden gevangenisstraf. Mijn naam was gevestigd. "
Tijdens zijn advocatenopleiding ontmoettte Lachmon de creool Johan
Adolf 'Jopie' Pengel, de latere leider van de Nationale Partij Suriname
(NPS). "Hij studeerde ook rechten, maar hij is nooit geslaagd. Hij was
intelligent, maar hij hield meer van damspelen."
Na de radiotoespraak van koninging Wilhelmina, 7 december 1942, waarin
zij de koloniën na afloop van de oorlog meer vrijheid in het
vooruitzicht stelde, branddde in Suriname eind jaren veertig de strijd
om het algemeen kiesrecht los. De lichtgekleurde creoolse elite was er
vooral op uit om de posities van de blanke Nederlanders over te nemen
en was om die reden niet geporteerd voor algemeen kiesrecht. Voor
advocaat Jagernath Lachmon was dat het moment om op de barricaden te
gaan.
Enkele jaren later kwamen Lachmon en Pengel in de Staten van Suriname,
Lachmon als leider van de VHP en Pengel als fractielid van de NPS.
Deze partij werd toen nog gedomineerd door lichtgekleurde creolen.
Pengel werd daarom niet echt geaccepteerd, maar moest met zijn donkere
huidskleur wel de stemmen trekken van de volkscreolen.
De verbroederingspolitiek ontstond door de gelijke belangen van Lachmon
en Pengel: met gezamenlijke machtsvorming was zowel de emancipatie van
de arme hindostanen en de achtergebleven volkscreolen gediend. "Pengel
was een erfjongen, ik was een polderjongen. Beiden werden we niet voor
vol aangezien. Toen hebben dus met elkander gesproken. Zo ontstond de
vriendschap." De politieke leiders mobiliseerden hun aanhang langs
etnische lijnen. Lachmon werd op een verkiezingsaffiche in 1949 als
'Hindoe-candidaat' naar voren geschoven. "Toen we in Suriname met
politiek begonnen, was de hindoe-cultuur een heel belangrijk deel van
de beleving van hindostaanse kiezers", zegt hij een halve eeuw later.
"Er waren niet zoveel ideologische bindmiddelen. Als je toen
verbroedering preekte, zou dat helemaal niet lukken."
Maar aan de top werd door de partijen nauw samengewerkt. Lachmon ging in
1955 zo ver om Pengel, die door de lichtgekleurde creolen in de steek
was gelaten, in het overwegend hindostaansse district Saramacca aan een
parlementszetel te helpen. Op Lachmons verzoek stemden de hindostanen
massaal op Pengel. De tijd van de samenwerking tussen Pengel en Lachmon
in de jaren vijftig en zestig geldt nog steeds als de meest stabiele en
welvarende periode die Suriname heeft gekend. De bloedige etnische
botsingen in buurland Guyana vormden een schril contrast en
afschrikwekkend voorbeeld.
Lachmon heeft de samenwerking met de NPS nooit willen opgeven. Ook niet
na de militaire coup van 1980. In dat jaar werd NPS-premier Henk Arron,
die in 1975 tegen de zin van Lachmon de onafhankelijkheid van Suriname
had doorgedrukt, door zestien sergeanten onder leiding van Desi Bouterse
afgezet. "Bouterse heeft mij verschillende keren gevraagd om president
te worden. Ik heb altijd geweigerd."
Toen in 1984 de dialoog met Bouterse over herstel van de democratie op
gang kwam, betrok Lachmon direct Arron bij de gesprekken. Dat leverde
hem veel goodwill op bij de creoolse bevolkingsgroep. Tijdens de
campagne voor de eerste verkiezingen na de militaire periode 1987 wilde
de NPS 'Jumbo' Lachmon als president, maar ook toen weigerde hij. "De
creoolse broeders zouden het in den beginne misschien wel accepteren
dat hun groep niet de president levert. Mijn filosofie is altijd dat ik
rust in het land wil hebben. Niet dat ik niet graag wil dat een
hindostaans president wordt." Uiteindelijk werd toch de hindostaans
Ramsewak Shankar president, maar op instigatie van Lachmon werd vice-
president Arron de feitelijke regeringsleider.
De emancipatie van de hindostanen kan volgens Lachmon, die getrouwd is
met een christelijke vrouw, als vrijwel voltooid worden beschouwd. "Ze
manifesteren zich op elk gebied, als intellectuelen, industriëlen,
grote landbouwers, advocaten, artsen. Er is geen enkel ambt denkbaar in
Suriname, waar hindostanen niet bij zijn." Het lijkt er zelfs op dat nu
de creolen degenen zijn die maatschappelijk achterblijven bij de
hindostanen, wat in de huidige crisissituatie tot spanningen kan
leiden. Maar als het om etnische verhoudingen gaat, blijft Lachmon op
zijn hoede. Op intieme toon: "Ik wil u vragen niet te veel te focussen
op verschillen tussen hindostanen en creolen. "
De VHP-leider hecht nog altijd sterk aan de erfenis uit India. Om
misverstanden te voorkomen: bij een cricketwedstrijd tussen India en
Suriname zou Lachmon onvoorwaardelijk de Surinaamse zijde kiezen. In
toespraken tot zijn aanhang verwijst hij regelmatig naar India. "Na de
onafhankelijkheid vroeg een Europeaan aan een arme Indiër wat zijn
land had bij te dragen. De Indiër zei daarop: wat wij bijdragen,
hebben jullie niet, wij hebben religie en wij hebben traditie." Hij
wijst op een van de aspecten van de hindoe-filosofie: het nastreven van
materiële voorspoed is goed, zolang het erom gaat economische
onzekerheid weg te namen, die de persoonlijke geestelijke ontplooiing
en de ontwikkeling van de samenleving belemmert. Is een zakenman zoals
de voormalige videotheekhouder Dilip Sardjoe, die naar Bouterse
overliep, dan nog wel een hindoe? Zo voorzichtig als Lachmon altijd is
als het over personen uit andere etnische groepen gaat, zo
onverbiddelijk is hij over afvalligen uit eigen kring. "Hij heeft
helemaal geen geestelijke waarden. Dat hij zoveel hecht aan
materiële waarden is in strijd met het hindoegeloof." De huidige
vice-president Pertab Radakishun wordt door Lachmon om dezelfde redenen
voorgoed 'geëxcommuniceerd'.
Alleen voor parlementsvoorzitter Indra Djwalapersad, die naar de
coalitie van Wijdenbosch overliep maar later spijt toonde, heeft
Lachmon enig mededogen. Volgen Lachmon is Djwalapersad - de eerste
hindostaansse vrouw in het Surinaamse parlement - 'misleid' door de
tegenpartij.
Overal waar Lachmon campagne voert, houdt hij zijn publiek voor dat de
oppositie het kapitaal zal "stukslaan". Met de huidige machthebbers in
Paramaribo is volgens hem geen compromis mogelijk.
"Met hun kapitaal hebben de rijken getracht de democratie de nek om te
draaien. Dit moet gestopt worden." Een van de redenen waarom de
oppositie - tijdens de straatacties in mei - een interim-regering
eiste, was om te voorkomen dat de nieuwe rijken, bijvoorbeeld door
snelle privatisering, nog meer economische macht naar zich toetrekken.
Volgens Lachmon zal een nieuwe regering zonodig zaken terugdraaien. Ook
zal die proberen de herkomst van kapitaal te achterhalen. Dat kan
volgens Lachmon tot Soeharto- of Marcosachtige onderzoeken leiden.
Maar een deel van de miljonairs die nu de democratie om zeep helpen, kon
toch door nepotisme, vriendjespolitiek en corruptie in Lachmons eigen
partij groot worden? "Die corruptie bestaat niet alleen bij de
hindostanen hoor, dat moet u wel duidelijk schrijven", zegt hij. "Maar
ik zal niet ontkennen dat mensen gepoogd zullen hebben om achter mijn
rug om dingen te doen die mijn goedkeuring niet zouden dragen." En over
Sardjoe en de andere dissidenten uit zijn partij: "Ze wilden dingen
doen die niet in het belang van het land waren, maar in hun eigen
belang. En daaraan heb ik niet meegewerkt. Vandaar dat een groot deel
van deze kapitalisten in 1996 uit de partij is getreden." Een van hun
eisen was dat het presidentschap niet opnieuw zou gaan naar Venetiaan,
die eerder openlijk had afgegeven op de rijke 'tarantula's'. Lachmon:
"Ze wilden dat ik president van Suriname werd. Ik vind dat in een
bevolking van Suriname met zoveel etnische groeperingen mijn plaats
eerder in het parlement is. Bovendien waren we voor de
parlementsverkiezingen van 1996 met de NPS overeengekomen dat Venetiaan
president zou worden."
Lachmon heeft altijd sterk gehecht aan de banden tussen Suriname en
Nederland. Het bezorgde hem de bijnaam 'Prins van Oranje', die hij als
een geuzennaam draagt. Het in 1992 gesloten Raamverdrag verbindt de
beide lanen volgens Lachmon nog nauwer aan elkaar dan destijds het
Koninkrijksstatuut van 1954. Hij wijst op de ondersteuning die beide
landen elkaar moeten geven bij de bescherming van rechtsstaat en
democratie.
Betekent dit dat een toekomstige Surinaamse regering buitenlandse
assistentie - ook aan Nederland - zou kunnen vragen, in welke vorm dan
ook, om de macht van kapitaal en drugs de baas te worden?
"Als het nodig is. We hebben al de shipriders-overeenkomst
met de VS, waardoor zij schepen in onze territoriale wateren kunnen
aanhouden."
Acht u het denkbaar dat een nieuwe regering in Suriname een beroep op
Nederland doet, in het kader van het Raamverdrag, om militaire
assistentie te verlenen om de drugscriminaliteit en het Surikartel te
bestrijden?
"Als het zodanig is dat het land helemaal tenietgaat en wij zouden het
niet kunnen managen, dan zouden we om der wille van behoud van eigen
land ook assistentie kunnen vragen, ja."
Dat kan zover gaan?
"Dat kan. Als uiterste remedium."
Denkt u dan alleen aan Nederland of ook aan Amerika en de OAS
(Organisatie van Amerikaanse Staten)?
"Ik denk dat eerder de OAS gevraagd zal worden."
Dat zou betekenen dat er ook mensen uit het buitenland met wapens
Suriname binnenkomen?
"Ja, als ultimum remedium zou dat kunnen, ja."
Acht u het denkbaar dat een buitenlandse macht Desi Bouterse en
anderen arresteert, bijvoorbeeld na een nieuwe coup?
"Als wij het niet kunnen managen en dat zou de enige redding kunnen zijn
voor Suriname, dan zou het kunnen."
Betekent dit ook dat er dan een aantal drugsverdachten zou kunnen
worden gearresteerd en naar elders, bijvoorbeeld naar de VS, zouden
kunnen worden overgebracht?
"Natuurlijk, absoluut. Ik bedoel, als je het land boven alles stelt, dan
ga je dat kunnen toestaan. Waarom zou je het niet kunnen toestaan?"
Heeft Bouterse enige kans om president van Suriname te worden?
"Naar mijn mening niet."
Waarom niet?
"Omdat hij de verkiezingen niet kan winnen."'
Waarom kan Bouterse de verkiezingen niet winnen?
"Omdat men hem dat vertrouwen niet zal geven."
Waarom niet?
"Om de redenen van de verschillende dingen die gebeurd zijn in
Suriname."
Welke dingen?
"Dat weet u zelf."