terug naar 1999
Surinamers hosselen zich door crisis
Suriname ligt vanaf vandaag
plat, zo willen de vakbonden. Maar de regering heeft weer enige
financiële armslag. En het volk heeft het druk met overleven.
Door onze redacteur FREDERIEKE WEEDA
PARAMARIBO, 4 AUG. Warenhuis Kirpalanis in Paramaribo zag een gat in de
markt. Het gemiddelde salaris gaat tegenwoordig op aan eten en
busritten. Oorzaak is de halvering van de waarde van de Surinaamse
gulden binnen zes maanden. Geef de klanten een kredietkaart, zo
redeneerde Kirpalanis, waardoor ze eindeloos kunnen profiteren van het
assortiment: van schoolboeken en schooluniformen tot televisietoestellen
en pannen. De Surinaamse Bank betaalt het warenhuis en handelt de lening
af met de klant. "Zij weten het beste hoe je geld terugvordert van
wanbetalers", zo verklaart floormanager S. Panday de samenwerking.
Terwijl de Surinaamse samenleving zucht en steunt onder de gevolgen van
de inflatie, worden burgers en een enkel bedrijf, zoals Kirpalanis,
uiterst creatief. Ze moeten wel. Na de geïmporteerde goederen zijn
afgelopen maandag ook lokale producten, zoals melk en de krant, vijftig
procent duurder geworden. Ook die producten moeten immers vervoerd
worden, en de regering heeft de accijnzen op benzine verhoogd. Daardoor
is een liter brandstof plotseling 25 procent duurder.
De bevolking heeft er genoeg van. Naar verwachting staken vandaag
duizenden ambtenaren; gisteren en maandag staakten 3.500 werknemers in
de particuliere sector, zoals het bankpersoneel. Toen president J.
Wijdenbosch (NDP) aantrad in 1996 moesten de Surinamers 241 gulden
inleveren voor een Nederlandse gulden, vandaag is dat 650. Bijna alles
wordt geïmporteerd. De stakers eisen dat de regering de
brandstofprijzen verlaagt, de inflatie beteugelt, haar schulden bij
ziekenhuizen en artsen aflost en geen verboden oplegt, zoals het
demonstratieverbod van vorige week. Vakbondsleider Fred Derby is
optimistisch over de opkomst, ondanks het feit dat Wijdenbosch niet is
afgetreden na de massale demonstraties in mei. In opzwepende toespraken
heeft hij de afgelopen dagen herhaald dat er "misschien chaos moet zijn
voordat er orde komt". Voor het eerst steunt ook de politiebond de
acties.
De regering-Wijdenbosch lijkt volkomen geïsoleerd. Behalve haar
economisch wanbeleid - ze heeft veel meer geld uitgegeven aan prestige-
objecten dan ze zich kan permitteren - communiceert de regering amper
met de bevolking. Het volk schreeuwt om uitleg over prijsstijgingen,
uitgaven en staatsschuld, zegt fiscaal jurist R. Vrede. "Maar
Wijdenbosch houdt zich schuil." Elk positief geluid wordt inmiddels met
hoon ontvangen. Zo eiste de regering vaag het succes op van de lichte
stijging van de Surinaamse gulden de afgelopen maand. Maar de oorzaak
heeft niets te maken met beleid, schampert de directeur van het
onafhankelijk marktonderzoeksbureau Idos, J. Krisnadath. "Doordat
Surinaams-Nederlandse toeristen nu hier verblijven, is er een overschot
aan harde valuta op de zwarte markt. Bovendien kopen de handelaren
weinig in het buitenland omdat de koopkracht is gedaald. De vraag naar
harde valuta op de zwarte markt is dus tijdelijk afgenomen", aldus
Krisnadath.
'Alles heel overzichtelijk in Suriname'
Ook heeft de regering de druk op de begroting tijdelijk verminderd met
een lening voor de afbetaling van twee nieuwe bruggen, die zeer zwaar
drukten op de begroting. Surinaamse export-inkomsten dienen als
onderpand, zodat straks weer minder deviezen beschikbaar zijn. Maar de
lening geeft de regering-Wijdenbosch tijdelijk enige financiële
armslag, die kan worden benut om de actiebereidheid te ondergraven.
Ondertussen bloeien de hosselpraktijken - bijverdiensten in de informele
sector - als nooit tevoren. Ambtenaren rijden taxi, taxichauffeurs
leiden toeristen rond, schoonmaaksters verkopen 's avonds fruit. M.
Blokland bijvoorbeeld, een creoolse moeder van twee tieners, verkoopt
sinds kort tweedehands kleding in haar vrije tijd. Zij werkt veertig
uur per week in een hotel en verdient daar iets meer dan het
gemiddelde: 200.000 gulden per maand (zo'n 300 Nederlandse gulden). 's
Avonds en in het weekeinde koopt zij tweedehands kleren in, die zij op
het hek voor haar erf hangt en verkoopt tegen lagere prijzen dan in de
winkel. Haar klanten zijn vooral collega's die zij heimelijk informeert
over haar nieuwste koopwaar omdat het hotel zulke nevenbaantjes
afkeurt.
De economische malaise is omgekeerd aan die van vijftien jaar geleden
tijdens en na het militaire bewind. Toen waren de winkels leeg omdat
het verboden was geïmporteerde produkten te verkopen tegen een
hoge koers, terwijl dollars op de zwarte markt wel duur waren.
Handelaren kochten dus niets in. Nu liggen de winkels vol, maar heeft
de bevolking geen koopkracht.
Alles is heel onoverzichtelijk geworden, verzucht een ambtenaar bij
Staatsbosbeheer, M. Miskin. Zijn vrouw moet al vijf maanden de was met
de hand doen, omdat een onderdeel van hun geïmporteerde wasmachine
niet te krijgen is. Dat is nog een luxeprobleem, erkent hij, want veel
mensen weten niet eens of zij schriften kunnen kopen voor hun kinderen
na de zomervakantie. "Je moet zo snel mogelijk van je Surinaamse geld
af, want het kan zo weer devalueren. De meeste mensen moeten het dus
meteen omzetten in eten dat niet bederft." Fiscaal jurist Vrede was zes
jaar geleden betrokken bij de hervorming van het belastingstelsel, dat
intensief is begeleid door Nederlandse belastingexperts. Dertig procent
van de belastingplichtigen betaalde tot die tijd belasting, dat werd
tachtig procent. Het was te succesvol, vermoedt Vrede, want Wijdenbosch
heeft de Nederlanders vrij snel na zijn aantreden het land uitgezet.
Toch is Vrede optimistisch over de toekomst van Suriname op de lange
termijn. " Wijdenbosch en Bouterse, ze zijn slechts passanten in een
systeem. En dat systeem moet en zal veranderen, omdat Suriname zich
afsluit van de buitenwereld. In andere voorheen corrupte Latijns-
Amerikaanse landen hebben ze ook ingezien dat onafhankelijke ambtenaren
en instanties noodzakelijk zijn. De Rekenkamer, de rechterlijke macht
en de belastingdienst. Hopelijk krijgt dit land ooit geen politiek
benoemde ambtenaren, maar onafhankelijke."