Suriname doet na jaren weer
rechtshulpverzoek
Omdat Nederland zich volgens
Paramaribo schuldig maakte aan justitieel kolonialisme, weigerde
Suriname drie jaar lang het rechtshulpverdrag na te leven. Tot vorige
week.
Door onze redacteur MARCEL HAENEN
DEN HAAG, 28 MEI. Voor het eerst in drie jaar heeft de Surinaamse
regering de Nederlandse justitie officieel gevraagd samen te werken bij
het aanpakken van cocaïnesmokkel.
De Surinaamse minister van Justitie, P. Sjak Shie, heeft zijn collega B.
Korthals (Justitie) in een vorige week verzonden rechtshulpverzoek
gevraagd hem alle relevante informatie te geven over de begin deze
maand in Nederland onderschepte hoeveelheid van 700 kilo cocaïne.
De met een KLM-vlucht uit Suriname aangevoerde drugs is de grootste
partij die ooit op Schiphol is onderschept.
Tot nu toe weigerde de huidige Surinaamse regering het rechtshulpverdrag
na te leven, omdat Nederland zich volgens Paramaribo schuldig maakte
aan justitieel kolonialisme. De Haagse vervolging wegens grootschalige
drugshandel van ex-legerleider D. Bouterse was Suriname een doorn in het
oog. Die houding lijkt Suriname nu te verlaten. In de 700 kilo-zaak is
nog geen enkele arrestatie verricht. Volgens Surinaamse bronnen weet de
politie in Paramaribo inmiddels wie de tussen groenten verstopte partij
cocaïne heeft verzonden. "Maar om aanhoudingen te kunnen
verrichten hebben we officiële documenten nodig. Zoals bijvoorbeeld
het rapport van het gerechtelijk laboratorium waaruit blijkt dat de
onderschepte partij drugs echt cocaïne is en geen melkpoeder",
aldus een opsporingsambtenaar.
In het Nederlandse onderzoek naar de ontvangers van de partij is het
vermoeden gerezen dat de drugssmokkelaars over corrumptieve contacten
konden beschikken op de luchthaven Schiphol. De bedoeling is
waarschijnlijk geweest om de drugs , ,via de achterdeur" langs de douane
op het vliegveld te loodsen. Een woordvoerder van het Nederlandse
ministerie van Justitie zei vanochtend dat minister Korthals het
Surinaamse verzoek om rechtshulp in overweging heeft.
Bij het openbaar ministerie hoopt men dat de koerswijziging ook
consequenties heeft voor de opstelling van de Surinaamse autoriteiten
in de strafzaak-Bouterse. Tot nu toe worden in die zaak nog steeds geen
verzoeken van Nederland gehonoreerd.
De door de Haagse rechtbank opgeroepen chef van de Surinaamse recherche,
C. Santokhi, kreeg van zijn regering bijvoorbeeld geen toestemming om
op 18 mei een getuigenverklaring in Den Haag te komen afleggen.
Santokhi is inmiddels door een van de drie Surinaamse hoofdverdachten
in de Bouterse-zaak, Richard L. , in kort geding in Paramaribo
gedagvaard. In het geding dat op 9 juli in Suriname dient moet Santokhi
op straffe van een dwangsom verklaren dat de Surinaamse politie nooit
serieuze drugsverdenkingen tegen Richard L. koesterde. Santokhi heeft
eerder de Nederlandse politie informatie verschaft. Volgens de advocaat
van Santokhi, F. Kruisland, is de eis onzinnig en kan een
opsporingsambtenaar niet worden verweten dat hij zijn werk heeft
verricht. Het proces tegen Bouterse is de afgelopen week hervat met de
behandeling van het dossier van een medeverdachte, de vermeende
witwasser Moenipersad M. De Haagse rechtbank heeft in een
ongebruikelijk langzaam tempo de wisseltransacties doorgenomen.
De Haagse rechtbank, die officieel zegt de zaak tegen Bouterse en zijn
medeverdachten normaal te willen afhandelen, probeerde vooral te
voorkomen dat ze al inhoudelijk moest ingaan op de Bouterse-stukken.
Men wachtte op de Hoge Raad. De avocaat van Bouterse, A. Moszkowicz,
boycot namelijk nog steeds het proces. Hij vindt dat de behandeling van
de strafzaak is geschorst zolang de Hoge Raad zich niet had
uitgesproken over de door hem opgeworpen kwestie dat de rechtbank van
Rotterdam de zaak-Bouterse moet behandelen.
Het hoogste rechtscollege heeft vandaag beschikt dat Den Haag wel
degelijk de meest geschikte rechtbank is. Er is nergens gebleken dat
ook in Rotterdam onderzoek is verricht naar de feiten waarvoor Bouterse
in Den Haag terecht moet staan. Dat oordeel is conform het advies van
advocaat-generaal J.W. Fokkens.
Of Moszkowicz vanaf nu besluit een inhoudelijke verdediging te gaan
voeren, is onduidelijk. Hij weigerde vanmiddag commentaar tegen deze
krant. Het is mogelijk dat Moszkowicz pas in hoger beroep in actie zal
komen. Hij stelt zich namelijk op het standpunt dat de rechtbank de
behandeling van de strafzaak had moeten schorsen tot het oordeel van de
Hoge Raad. De rechtbank vindt dat Moszkowicz misbruik maakte van
procesrecht. De Hoge Raad heeft deze kwestie niet behandeld. Of de
rechtbank had moeten schorsen zal nu pas blijken over twee jaar als de
Hoge Raad het eindoordeel velt in de zaak-Bouterse. Mogelijk begint het
proces dan opnieuw omdat het nietig is begonnen.