terug naar 1998
Overleg Nederland en Suriname mislukt
Door onze redacteur MARCEL HAENEN
NEW YORK, 11 APRIL. Nederland en Suriname
hebben gisteren hun overleg in New York over het vlottrekken van de
onderlinge relatie zonder een enkel resultaat afgesloten.
De Nederlandse delegatie, die bestond uit zes hoge ambtenaren van
Buitenlandse Zaken, concludeerde na afloop dat er ,,diepgaande
meningsverschillen'' bleken tijdens gesprekken die ,,scherp maar
zakelijk'' werden genoemd. De Surinamers wilden niet reageren.
De Surinaamse wens om nog voor de Tweede-Kamerverkiezingen van volgende
maand een topoverleg te houden tussen de Surinaamse president
Wijdenbosch en premier Kok is door Nederland afgewezen. De Haagse
delegatie gaf, tijdens drie gespreksrondes in een hotel in Manhattan, te
kennen dat er eerst een oplossing moet komen ,,voor fikse problemen'' -
zoals afspraken over de 690 miljoen gulden hulp die Suriname nog tegoed
heeft - voordat een topoverleg zinvol wordt geacht. Voor het begin van
het overleg viel overigens bij de Nederlanders te vernemen dat Kok
totaal geen zin heeft Wijdenbosch te ontmoeten.
De Surinamers hebben opnieuw hun ongenoegen uitgesproken over de door
Nederland aangekondigde berechting van de Surinaamse adviseur van staat
D. Bouterse wegens cocaïnehandel. ,,Wij hebben nog een keer
uitgelegd dat dit een juridische kwestie is en geen politieke zaak waar
Buitenlandse Zaken een rol in kan spelen'', aldus een Nederlands
delegatielid.
Een van de aan de orde gestelde problemen door Nederland betreft het
rechtshulpverdrag. Nederland heeft nog elf verzoeken liggen die door
Suriname niet zijn ingewilligd. Het belangrijkste verzoek komt van de
Haagse rechter-commissaris die in Paramaribo een dertigtal getuigen wil
horen die door de verdediging van Bouterse en andere verdachten zijn
opgeroepen. Onder die getuigen is ook president Wijdenbosch.
De Surinaamse president heeft Bouterses advocaat, A. Moszkowicz, eerder
toegezegd belastende informatie te zullen geven over een dubieuze rol
die Nederland gespeeld heeft in het Surinaamse drugsonderzoek. Suriname
zou een voor Nederland belastend schaduwdossier hebben. Het weekblad
Elsevier heeft de afgelopen weken geschreven dat minister Van Mierlo op
de hoogte zou zijn geweest van de decembermoorden in december 1982. Hij
zou via een mislukte geheime missie van een partijgenoot niet in staat
zijn geweest de moorden te verhinderen.
Van Mierlo vindt die aantijgingen lasterlijk en sommeert Elsevier die
verhalen te rectificeren op straffe van een kort geding. Publiekelijk
heeft Van Mierlo steeds gezegd Bouterse maar wat graag te berechten al
was het maar omdat bij de decembermoorden ook een bevriende journalist,
Wijngaarde, om het leven kwam.
In justitiële kringen valt te vernemen dat Van Mierlo altijd
buitengewoon sceptisch is geweest over de vervolging van Bouterse.
Buitenlandse Zaken achtte een dergelijke juridische actie te schadelijk
voor de Surinaams-Nederlandse betrekkingen. Om Van Mierlo en Kok
definitief te overtuigen dat een vervolging wegens drugshandel van
Bouterse juridisch zeer wel haalbaar is, heeft minister van justitie
Sorgdrager een jaar geleden de voor het drugsonderzoek verantwoordelijke
officier van justitie, C. van der Voort, en politiechef, T. Driessen,
gevraagd om de bewindslieden in het Torentje uitleg te geven over het
drugsdossier. Een dergelijk college is uiteindelijk afgeblazen door de
secretaris-generaal van het ministerie van justitie, H. Borghouts, zo
valt in justitiële kring te vernemen.
Een jaar geleden besloot het kabinet het groene licht te geven voor
berechting van Bouterse. Zijn mogelijke arrestatie vorig jaar juli ging
niet door toen Van Mierlo dit Sorgdrager afraadde.
In New York hebben de beide delegaties afgesproken dat op korte termijn
opnieuw ambtelijk overleg zal worden gehouden. De besprekingen worden
door beide delegaties, zo verklaarde Nederland, wel ,,als nuttig
ervaren''.