terug naar 1996
Nederland: Bouterse niet in coalitie
Door onze redacteur WILLEBRORD NIEUWENHUIS
PARAMARIBO, 17 JUNI. De Surinaamse regering kan straks zelf bepalen welke vorm van betrekkingen het met Nederland wil hebben. Maar in die relatie is er duidelijk een ondergrens. Zou de partij van Bouterse, de NPD, in een coaliti
e worden opgenomen dan bemoeilijkt dat de betrekking in hoge mate. Zo ligt dat nu eenmaal politiek in Nederland.
Dit was de boodschap die minister Van Mierlo (Buitenlandse Zaken) in zijn gesprekken met de politieke leiders van zes partijen dit weekend liet horen. Hij putte zich uit om te verklaren dat hij niet naar Suriname was gekomen om de coalitiebespreking
en te beïnvloeden. Sommige Surinaamse politici vroegen zich af waarom hij dan niet wat later was gekomen.
Nederland, zo herhaalde Van Mierlo telkens, wenst geen rol te spelen in interne Surinaamse aangelegenheden. Maar hij schetste tegenover zijn geprekspartners wel wat er met de toekomst kan en wat er per se niet kan. Tegen Bouterse loopt een gerechtel
ijk vooronderzoek in Nederland. Als zijn partij wordt opgenomen in de nieuwe regering zou dat een groot obstakel vormen, zo meent men op Buitenlandse Zaken.
Mochten de besprekingen tussen de zes partijen, het Nieuw Front, het Democratisch Alternatief en de Javaanse Pendawa Lima uiteindelijk mislukken en wordt het NDP alsnog uitgenodigd om mee te doen dan is de intensivering van de betrekkingen, die Den
Haag na de verkiezingen voor ogen staat, van de baan.
Dit weekend is er over een aantal belangrijke programmapunten tussen de zes partijen overeenstemming bereikt. Maar het samenstellen van een kabinet zal nog de nodige moeilijkheden geven omdat er bij de zes partijen nog veel wensen bestaan, zowel wat
programma's, personen als zetelverdeling betreft.
Van Mierlo zei dat hij met de zes partijleiders heeft gesproken omdat hij dat nu eenmaal altijd doet als hij in Suriname is (dit is zijn derde bezoek). Hoofddoel van zijn reis was de conferentie van Nederlandse ambassadeurs in Noord-, Midden- en Zui
d-Amerika. Op de conferentie vroegen de Arubaanse premier Eman en de Antilliaanse vice-premier Inderson om meer armslag en steun in hun buitenlandse betrekkingen. Zij willen zich met name in de eigen regio veel meer profileren.
De meeste Nederlandse ambassadeurs in Latijns-Amerika willen aandacht van de regering voor de economische ontwikkelingen in hun landen. Nederland zou de handel veel actiever moeten bevorderen om zo meer voordeel te trekken uit de sterke economische
opleving in delen van het continent. Slechts ongeveer drie procent van de totale handelsstroom van en naar Nederland betreft Latijns-Amerika. Dat percentage kan volgens de ambassadeurs gemakkelijk worden vergroot.
Van Mierlo meende dat het continent meer aandacht verdient. Met landen waarbij Nederland een jarenlange ontwikkelingsrelatie heeft onderhouden en soms nog heeft zouden nu economische contacten, handel, kredietverlening en investeringen moeten toenem
en. Dat zijn immers de voornemens van de regering in de herijkingsnota om bij het buitenlandse beleid meer op de economische belangen van Nederland te letten.
Ook kwam het mensenrechtenbeleid aan de orde. De vraag werd gesteld of de Latijns-Amerikaanse regeringen vanwege hun herkomst niet dichterbij de Europese doelstellingen staan dan wordt gedacht. Maar volgens een aantal ambassadeurs bewijst de behande
ling van indianen en van armen in het algemeen eerder het tegendeel.