U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.
DOSSIERSURINAME
NIEUWS  TEGENSPRAAK  SUPPLEMENT  DOSSIERS  ARCHIEF  ADVERTENTIES   SERVICE


Dossier Suriname

Nieuws

Decembermoorden

Achtergrond

Verhouding met Nederland

Links

terug naar 1997

Rust in Bernharddorp verstoord door Surinaamse 'coup'

Door onze redacteur HANS BUDDINGH'
Enkele indianen uit Bernharddorp zijn aangehouden in verband met de mogelijke voorbereiding van een coup. Wat ze precies van plan waren, is nog steeds niet duidelijk. Het gerucht gaat dat drugs ermee te maken hebben.

BERNHARDDORP/ PARAMARIBO, 29 NOV. Bernharddorp ademt een weldadige rust op deze late en lome donderdagmiddag. Veel indianen nemen het ervan in hun hangmat onder een zelfgemaakt dak van bladeren. Alleen op het voetbalveldje, waar de club VVB een training afwerkt, is sprake van enige activiteit.

Enkele weken terug werd de rust in het ruim duizend inwoners tellende Bernharddorp verstoord, toen bleek dat enkele indianen uit het dorp waren aangehouden wegens de mogelijke voorbereiding van een coup. De arrestanten behoren tot de groep van 25 personen die vastzitten, omdat zij het gemunt zouden hebben op onder anderen president Wijdenbosch en ex-legerleider Bouterse.

Vorige week zaterdag nog kwam de militaire politie naar Bernharddorp met een van de verdachten bij zich voor een zoekactie in het huis van een familielid. Een 24-jarige nicht heeft de schrik nog de in benen. ,,Ja ik ben bang, want je weet hoe dat in Suriname gaat'', zegt ze staande in de deuropening. Haar aangehouden neef is een 43-jarige beroepsmilitair. Een andere indiaanse verdachte uit Bernharddorp, ook militair, zit net weer thuis. ,,Die coup is een beetje te gevoelig'', zegt hij aarzelend. Terwijl hij zijn kostgrondje inspecteert, doet hij er verder liever het zwijgen toe.

De meeste verdachten zijn militairen en ex-militairen die in het Surinaamse leger hebben gevochten tijdens de binnenlandse oorlog, eind jaren tachtig en begin jaren negentig, tegen het junglecommando van Brunswijk. Uit de verhoren is in elk geval gebleken dat ze danig gefrustreerd zijn geraakt, omdat allerlei materiële beloften van de legerleiding als beloning voor hun inspanningen nooit zijn nagekomen.

Dat zeker een derde van de verdachten van indiaanse afkomst is, is niet zo vreemd. Indianen werden veelvuldig ingezet in de strijd wegens hun ongeëvenaarde kennis van het binnenland.

Bernharddorp kan als symbool worden beschouwd van de 'vuile' oorlog tussen 1986 en 1991. Niet alleen soldaten kwamen uit het dorp. Ook jonge mannelijke burgers werden begin jaren negentig heimelijk door het leger van Bouterse bewapend en geïnstrueerd. Zij moesten onder de naam Tucayana's onrust zaaien om het door de regering bereikte vredesakkoord met het Junglecommando van Brunswijk te ondermijnen. Een deel van de Tucayana's raakte al gauw betrokken bij het begeleiden van cocaïnetransporten.

,,Je kunt zeggen dat Bernharddorp de bakermat van de Tucayana's was'', zegt dorpshoofd Ronald Karwofodi. Destijds was deze 49-jarige hoofdonderwijzer zelf nog geen dorpsbestuurder. ,,Op een gegeven moment kwamen er hoge militaire officieren in het dorp om wapens en kleding uit te delen en instructies te geven.'' Twee broers van het dorpshoofd, die momenteel namens de oppositie het enige inheemse parlementslid van Suriname is, ontvluchtten Bernharddorp. Zij wilden niet aan de gewapende acties van de Tucayana's meedoen. Ook Karwafodi deed niet mee.

De strijd heeft zijn sporen in Bernharddorp nagelaten. Het dorp was lange tijd verdeeld, zeker toen er onder dorpelingen slachtoffers vielen. Nog altijd wordt er de herinnering levend gehouden aan de verdwijning van vier indianen, waarin vrijwel zeker het leger de hand heeft gehad. Intussen zijn de mannen die hebben meevochten met de Tucayana's of het leger, weer in de dorpsgemeenschap teruggekeerd.

De meesten hebben er financieel niets aan overgehouden. De nicht van de 43jarige beroepsmilitair heeft haar neef vaak horen klagen. ,,Hij zei steeds dat ie niet kon uitkomen met zijn geld, terwijl hij zoveel voor het land heeft gevochten.''

Veel militairen hebben aan de binnenlandse oorlog geestelijke trauma's overgehouden. Sommigen van hen zwerven zonder middelen van bestaan op straat in Paramaribo. De advocaat van de verdachten, mr. Stanley Marica, spreekt van een ,,Vietnam-syndroom'' bij sommige ex-strijders.

Hij meent dat de Surinaamse autoriteiten de verdediging onbedoeld hebben geholpen door naar aanleiding van de arrestaties stappen aan te kondigen om de materiële situatie van militairen te verbeteren, wat een zekere erkenning inhoudt van het motief van de samenzweerders.

Volgens justitiële bronnen in Paramaribo is nog altijd niet duidelijk wat de arrestanten nu precies van plan waren. Wel is zeker dat er enigerlei actie tegen de wettige regering zou worden ondernomen. Zo zouden wapens gehaald worden uit het wapendepot van de marinebasis. Curieus is in dit verband dat er onder de arrestanten een 70-jarige piaiman, een indiaanse priester, is die indiaanse strijders religieuze wassingen geeft ter bescherming.

Maar lang niet alle verdachten wisten bijzonderheden. Enkelen hebben namen genoemd van oppositie-politici aan wie gevraagd zou worden de macht over te nemen. Dezen wisten zelf echter van niets. Zelfs de naam van procureur-generaal Heloise Rozenblad werd genoemd. Enkele verdachten verklaarden dat er plannen waren ex-legerleider Bouterse daadwerkelijk om het leven te brengen.

Op vragen of hun voorgenomen actie iets met wraak om drugs heeft te maken, blijven de verdachten opmerkelijk stil. Bij justitie houdt men rekening met de mogelijkheid dat dit zwijgen is ingegeven door angst. Zodra verdachten hierover de mond opendoen, zouden zij of hun familie het risico van een afrekening kunnen lopen. Advocaat Marica vindt het ,,ongelukkig'' dat mensenrechtenactivist Stanley Rensch op het NOS-journaal de suggestie heeft gewekt dat de samenzwering mogelijk iets te maken heeft met drugs.

Ook in Bernharddorp zelf ging al meteen na de arrestaties het gerucht dat de zaak iets met drugs te maken had. De geringe materiële welstand van de verdachten lijkt ermee in tegenspraak, al worden niet alle hand- en spandiensten in de Surinaamse coke-business even goed beloond.

Toch is de verleiding voor de indiaanse bevolking groot. Begin vorig jaar bleek na een politie-onderzoek in het zuidelijker gelegen dorp Redi Doti dat zo ongeveer de hele bevolking had meegeholpen de weg te prepareren voor de landing van een vliegtuigje, waarvoor een kleine beloning werd ontvangen. ,,In dat gebied in het zuiden en westen horen de mensen heel vaak het ronken van vliegtuigjes'', zegt dorpshoofd Karwofodi van Bernharddorp. Sommige vliegtuigjes komen om illegaal gewonnen goud te laden.

In Bernharddorp is de verleiding volgens het dorpshoofd minder groot. Dat komt doordat een nabijgelegen bauxietmijn werk biedt, terwijl ook veel inwoners van het dorp in het slechts 30 kilometer verderop gelegen Paramaribo kunnen werken.

,,Al kunnen we wel vergeven, we kunnen niet vergeten'', zegt Karwofodi. Hij heeft het altijd als zijn taak gezien verzoening in het dorp te brengen. Mede op zijn initiatief werd vorig jaar een straat vernoemd naar de tijdens de oorlog verdwenen indiaan 'Pico' Sabajo, die nooit met de Tucayana's wilde meedoen. Zijn 41-jarige Ramon Sabajo, die in Bernharddorp is blijven wonen, klaagt dat de autoriteiten nooit onderzoek hebben gedaan naar de verdwijning van zijn twee broers, ondanks een maandenlang demonstratief protest in Paramaribo.

Niet alleen de oorlog heeft zijn sporen nagelaten in Bernharddorp. Net als elders zien de indianen met lede ogen toe hoe goud en hardhout uit het binnenland worden weggeroofd. Karwofodi wijst op het totale gebrek aan grondrechten in Suriname, ook voor de oorspronkelijke indiaanse bewoners. Het is onduidelijk of de indiaanse samenzweerders zich ook door frustratie hierover hebben laten motiveren. Bekend is dat een broer van een van de verdachten bestuurslid is van een indiaanse organisatie die zich sterk maakt voor grondrechten. Onder indiaanse jongeren neemt het bewustzijn onmiskenbaar toe. Dorpshoofd Karwofodi: ,,De indianen zijn ontzettend misbruikt. Dat vind ik erg, als dorpshoofd, als hoofdonderwijzer en als parlementslid.''

NRC Webpagina's
29 november 1997

    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC Handelsblad