terug naar 1997
Nederland draagt verdachte coup over
Door onze redacteuren J.M. BIK en LEO MORPURGO
DEN HAAG/PARAMARIBO, 29 OKT. De Nederlandse
en Amerikaanse ambassades hebben twee lagere militairen overgedragen aan
de Surinaamse autoriteiten. De twee erkenden betrokken te zijn geweest
bij de poging tot staatsgreep van afgelopen weekeind.
Minister Van Mierlo (Buitenlandse Zaken) heeft de Tweede Kamer daarvan
gisteren op de hoogte gesteld. In Suriname werd gisteren bekend dat met
de aanhouding van nog twee lagere militairen het aantal verdachten nu op
zeventien is gekomen. President Wijdenbosch wilde gisteren in het
parlement niet ,,speculeren'' over de toedracht van de couppoging; hij
zei wel dat één verdachte nog voortvluchtig is. Voormalig
legerleider Bouterse bleek daarentegen in een televisie-vraaggesprek wel
genegen details te verstrekken.
Het Nederlandse ministerie van Buitenlandse Zaken meldt dat twee
vermeende coupplegers maandagochtend tijdelijk hun toevlucht hebben
gezocht in de Nederlandse en Amerikaanse ambassades. Bij de Nederlandse
ambassade meldde zich 's ochtends vroeg korporaal Steven Loyd Hoepel. De
man zei zaterdagavond te zijn gevlucht uit een uitdeuk- en
spuitinrichting toen de politie en militairen daar een inval deden. In
deze garage in Paramaribo zouden de samenzweerders die avond zijn
samengekomen met het doel wapens te bemachtigen, de Memre Boekoe-kazerne
te bezetten en politici van hun bed te lichten.
Hoepel zei te vrezen voor zijn leven en vroeg de ambassade om hulp. Hij
verscheen volgens medewerkers van Van Mierlo in onderbroek en had zijn
militaire uniform weggegooid. De man is in opdracht van Van Mierlo
tweemaal ,,geïnterviewd''. Vervolgens bleek via de Nederlandse
ambassadeur in Washington dat ook bij de ambassade van de VS in
Paramaribo zich een Surinamer had gemeld, Loyd Iwan Bahareea, met een
vergelijkbaar verzoek om hulp.
Van Mierlo en de regering van de VS vroegen daarna samen om garanties
voor een eerlijke rechtsgang. Die werden verkregen van minister van
Justitie Sjak Sie, secretaris-generaal Iwan Graanoogst van het kabinet
van president Wijdenbosch en procureur-generaal mevrouw Rozenblad.
Bouterse: ik stond op de dodenlijst
Procureur-generaal Rozenblad zegde toe dat de vervolging van alle
verdachten - ook de militairen - bij haar zou berusten. Ook verzekerde
zij dat de doodstraf niet zou worden geëist. In Suriname is de
doodstraf al heel lang niet toegepast.
Toen de beide militairen maandagavond over deze garanties waren
geïnformeerd en bovendien de verzekering hadden gekregen dat
Nederland en de VS de rechtsgang nauwlettend zullen volgen, stemden zij
ermee in ,,zich uit eigen beweging te melden'' bij de Surinaamse
justitie, aldus Van Mierlo's brief. In zijn toelichting van zijn brief
in de Kamer stelde de minister gisteren dat een factor voor hem was
geweest dat het nu eenmaal ,,niet geoorloofd is een samenzwering tegen
een wettig gekozen regering te beramen''. De fracties van de VVD en de
CDA in de Kamer betwijfelden gisteren of Van Mierlo er goed aan had
gedaan de man uit te leveren.
Voormalig legerleider en tegenwoordig adviseur van staat Desi Bouterse
liet zich gisteravond in het programma 'Na het Nieuws' van de Surinaamse
staatstelevisie een half uur lang interviewen over de staatsgreep.
Bouterse wilde, ondanks herhaaldelijk doorvragen, geen direct verband
leggen met het justitieel onderzoek dat in Nederland tegen hem loopt,
maar dat ook niet uitsluiten. ,,Ik moet geen onverantwoordelijke dingen
zeggen.'' Wel stelde hij dat de regering van president Wijdenbosch
vanuit het buitenland continu ,,gedestabiliseerd'' en ,,gebombeld''
wordt en zodoende geen ruimte krijgt om haar werk te doen.
Bouterse zei dat hijzelf en Melvin Linscheer, een oude strijdmakker uit
de jaren tachtig en nu het hoofd van de inlichtingendienst van president
Wijdenbosch, op de dodenlijst van de samenzweerders stonden. Dat zou
zijn gebleken uit aantekeningen van een verdachte. De samenzwering zou
Bouterse al maanden bekend zijn geweest. ,,Wij speelden het spel mee.''
Zo zouden de samenzweerders zijn bespied terwijl ze bijeenkwamen op
vliegveld Zorg en Hoop. Onderdeel van dit 'spel' was ook dat Bouterse en
Linscheer zaterdag naar het binnenland vertrokken, zogenaamd om zich
bezig te houden met problemen rond de goudexploitatie. Linscheer zou
echter in het geheim zijn teruggekeerd naar Paramaribo om het oprollen
van de samenzwering te leiden.
Volgens Bouterse zag het plan van de samenzweerders ,,er goed uit'' en
had het ,,zeker honderd procent kans van slagen''. Zaterdagavond hadden
de samenzweerders nog geen zware wapens, maar wachtcommandant Kleef, een
van de samenzweerders, beschikte over de sleutel van de wapenkamer van
de marinebasis. Als medeverdachten noemde Bouterse de namen Juriaans,
Hoepel, Behareea, Linger, Breinburg, Jubitana, Swedo en Wiebers. Wat
betreft de gebroeders Bosnie, eigenaars van de garage waarin de
coupplegers zich zaterdagavond verzamelden, zei Bouterse dat zij vroeger
de ,,geestesvaderen'' waren van de Mandela-guerrillagroep. Dat was een
van de vele minilegertjes van malcontenten die eind jaren tachtig en
begin jaren negentig de oerwouden van Oost-Suriname onveilig maakten.
Een vergelijking met de vermeende couppoging tegen zijn regime in
december 1982, die resulteerde in de executie van vijftien vermeende
samenzweerders, wees Bouterse van de hand. De decembermoorden waren
volgens Bouterse gevolg van jeugdige onbezonnenheid, overlevingsdrang en
gebrek aan ervaring. Staatsgrepen tegen zijn partij de NPD sloot hij ook
in de toekomst niet uit. ,,Ze mogen het weer proberen. Ik pak ze weer.
No problem.'' Hij pleitte verder voor zo groot mogelijke openheid. ,,Er
moet meer informatie gegeven worden. Justitie moet straks de gelegenheid
krijgen met de verdachten op de televisie te komen, dan zullen de mensen
die zeggen dat wij zoeken naar een binnenlandse vijand als
afleidingsmanoeuvre de waarheid horen.''
President Wijdenbosch kwam zijn adviseur van staat op dat punt gisteren
niet tegemoet. In de Assemblee, het Surinaamse parlement, zei hij dat
speculaties op dit moment het onderzoek naar de zaak slechts zouden
compliceren. Alle partijen veroordeelden gisteren de couppoging. Otmar
Rogers, leider van de grootste oppositiefractie Nieuw Front drong er op
aan de verdachten menselijk te behandelen. Bij een van hen zou medische
bijstand zijn geweigerd, aldus Rogers.