terug naar 1997
Na harde kritiek Suriname
CDA en VVD twijfelen over hulp
Suriname
Door onze diplomatiek redacteur
DEN HAAG, 26 NOV. De Tweede-Kamerfracties
van CDA en VVD betwijfelen of het lopende Nederlandse hulpprogramma nog
wel onveranderd kan worden voortgezet na de harde kritiek van de
Surinaamse regering op Nederland en na haar verwijten over mogelijke
betrokkenheid van Den Haag bij de couppoging van vorige maand in
Paramaribo.
Ook de fracties van PvdA en D66 maken zich zorgen, maar zij pleiten
voorshands voor geduld van Nederlandse kant. Voor D66 speelt daarbij
mede een rol dat de Nederlandse hulp zo'n 70 procent van het Surinaamse
overheidsbudget uitmaakt.
Vooruitlopend op een overleg met de regering over de verslechterde
relatie met Suriname, vanmiddag, zei het Kamerlid Weisglas (VVD)
gisteren dat hij niet uitsluit dat de kritiek uit Paramaribo zal leiden
tot het ,,opdrogen'' van de Nederlandse ontwikkelingshulp.
De CDA'er Verhagen zou het zover niet willen laten komen. Hij wil niet
dat de Surinaamse bevolking de dupe wordt van de anti-Nederlandse
houding van president Wijdenbosch en van de adviseur van staat en
oud-legerleider Bouterse. Verhagen zou daarom een volgens het
Surinaams-Nederlandse Raamverdrag van 1992 (1,3 miljard) nog uitstaande
bedrag van 600 miljoen uit de bilaterale sfeer willen halen en voor
besteding daarvan de Wereldbank willen inschakelen.
Over de besteding van die hulp had minister Pronk
(Ontwikkelingssamenwerking), die begin volgende maand naar Paramaribo
zou gaan, in vooroverleg met zijn Surinaamse collega al op hoofdzaken
overeenstemming bereikt. Die hulp betrof investeringssteun en
verbetering van het elektriciteits- en waterleidingbedrijf.
Maar president Wijdenbosch eiste twee weken geleden eerst nader overleg
,,op het hoogste niveau'' met de Nederlandse regering over ,,grijze
vlekken'' in de bilaterale relatie. Pas na zulk overleg zou Pronk
eventueel welkom zijn, zei hij toen.
Aangenomen werd dat Wijdenbosch premier Kok naar Paramaribo wilde laten
komen om te praten over het afgelopen zomer door Den Haag via Interpol
aangemelde internationale arrestatiebevel tegen Bouterse wegens
drugssmokkel en het witwassen van daarmee verdiend geld, alsook over de
Nederlandse bezorgdheid over de behandeling van 25 Surinamers die van de
couppoging worden verdacht.
Net als PvdA en D66 menen VVD en CDA dat de Nederlandse regering er goed
aan heeft gedaan door zich desgewenst tot overleg met Wijdenbosch bereid
te verklaren maar dan wel in Den Haag.
Volgens Weisglas en Verhagen had minister Van Mierlo (Buitenlandse
Zaken) echter wel een stap verder mogen gaan en van de Surinaamse
regering moeten eisen dat zij afstand neemt van verwijten als zou
Nederland bij de couppoging betrokken zijn geweest.