terug naar 1996
OM staakt vervolging Surinaamse verdachten
Door onze redacteur MARCEL HAENEN
DEN HAAG, 21 MEI. Het Haagse openbaar ministerie heeft de vervolging
gestaakt van een aantal Surinaamse verdachten die volgens justitie
hebben
meegeprofiteerd van ruim negen miljoen gulden smeergeld van Nederlandse
zakenlieden.
Onder anderen de penningmeester van de Surinaamse regeringspartij VHP,
D.
Sardjoe, zijn broer en nog een medewerker hebben vorige week te horen
gekregen
dat er ,,onvoldoende nationaal belang'' is om ze hier voor de rechter te
brengen.
De Surinaamse verdachten ontvingen volgens berekeningen van de
Fiscale
inlichtingen- en opsporingsdienst (FIOD) in 1991 en 1992 een deel van de
respectievelijk 3,6 en 5,5 miljoen gulden die de Nederlandse
exportbedrijven
Wagenaar en Insulaire aan steekpenningen hadden betaald.
Een van de twee Nederlandse zakenlieden heeft volgens advocaat Spong
een
regeling met justitie getroffen. Hij heeft voor 25.000 gulden verdere
vervolging kunnen afkopen. De advocaat van Sardjoe, J. Zevenberg, kondigt
aan
,,een aanmerkelijk bedrag aan schadevergoeding'' te zullen eisen.
Tegen de overige Surinaamse verdachten tegen wie al jaren bij het
Haagse
openbaar ministerie gerechtelijke vooronderzoeken lopen worden nog
steeds
navorsingen gedaan, verzekert officier van justitie L. Horstink.
Officieel heet
het dat bijvoorbeeld in het onderzoek naar de betrokkenheid bij
cocaïnehandel van de mogelijk toekomstige Surinaamse
presidentskandidaat D.
Bouterse ,,nog meerdere ambtshandelingen moeten worden verricht''. Maar
officieus valt bij Haagse bronnen te vernemen dat het openbaar ministerie
in
Den Haag al meer dan een jaar absoluut niets heeft vernomen van het
ministerie
van Justitie op de vraag of men kan doorgaan met de verdere vervolging
van
Bouterse. Het laatste voortgangsverslag van het zogeheten
Copa-politieteam is
negen maanden geleden ingeleverd.
Tijdens de openbare verhoren van de parlementaire
enquêtecommissie
opsporingsmethoden liet de hoogste baas van het openbaar ministerie, A.
Docters
van Leeuwen, nog weten dat het wel ,,heel laat'' werd om een draaiboek
te maken
voor de verdere afhandeling van het prestigieuze drugsonderzoek. Hij zei
toen
dat het OM ,,niet zo lang meer'' kon wachten omdat de verkiezingen in
Suriname
_ van aanstaande donderdag _ naderden.
Zijn woordvoerder laat nu weten dat Docters nauw bij het onderzoek
betrokken
is en ,,er het nodige is gebeurd''. Maar wat precies kan niet worden
gezegd.
De woordvoerder van het ministerie van Justitie laat weten dat
inmiddels
Bouterse officieel op de hoogte is gesteld van het onderzoek dat er tegen
hem
loopt. De Surinaamse minister van Justitie stuurde twee weken geleden een
fax
waarin hij de officiële overdracht van het dossier bevestigde. Voor
het
overige wil de Nederlandse justitiewoordvoerder niets zeggen.
Onduidelijk blijft overigens wie uiteindelijk de finale beslissing moet
nemen
over de vraag of en zo ja hoe de strafzaak tegen Bouterse moet worden
afgerond.
Een Haagse ambtenaar zegt dat het departement bang is zich te veel te
willen
bemoeien met het vervolgingsbeleid van een parket. Maar de behandelend
officier
van justitie C. van der Voort heeft tijdens de enquête laten weten
dat
het ,,meer een politieke dan een strikt juridische beslissing is'' of er
voor
of na de Surinaamse verkiezingen een besluit moet worden genomen.
De Haagse officier van justitie Horstink zegt dat er ,,regelmatig
ruggespraak en tactisch overleg wordt gevoerd met het departement''.
Maar
Nederlandse raadslieden van Surinaamse verdachten zeggen niet te kunnen
merken
dat er iets gebeurt. Advocate I. Weski zegt dat Justitie bezig is via
een
justitieel onderzoek Surinamers in eigen land gegijzeld te kunnen
houden. Mocht
het OM overigens alsnog verder vervolgen dan is volgens vele advocaten
de kans
groot dat Justitie niet-ontvankelijk wordt verklaard omdat men ,,een
redelijke
vervolgingstermijn'' heeft laten verstrijken door niets te doen.