terug naar 1996
Surinaamse politici dingen naar gunst bosnegers
De bosnegers van het dorp Nieuw Koffiekamp gaan een
onzekere toekomst tegemoet: een Canadees bedrijf wil er naar goud boren.
De inwoners willen erkenning van hun grondrechten, een belangrijk thema
in de verkiezingsstrijd van Suriname.
Door onze redacteur HANS BUDDINGH'
NIEUW KOFFIEKAMP, 20 MEI. Het bord Verboden toegang onbevoegden.
Concessiegebied Golden Star Grassalco en het gietijzeren hek dwars
over de weg zijn onverbiddelijk. Ook de wachtposten maken duidelijk dat
het maar beter is rechtsomkeert te maken. ,,Golden Star is mijn grootste
vijand'', zegt de meegelifte Astrid Rozewijn uit het nabij gelegen
bosnegerdorp Nieuw Koffiekamp, honderd kilometer ten zuiden van
Paramaribo.
Vorig jaar heeft zij met andere jongeren uit het dorp nog geprobeerd
de weg naar het goudconcessiegebied van het Canadese Golden Star te
blokkeren. De actie liep bijna uit de hand toen een eenheid van de
Politie Ondersteunings Groep, een soort Surinaamse ME, schoten in de
lucht afvuurde en dreigde met een handgranaat. Het stamhoofd van de
Aukaners, Granman Aboikoni, kreeg de Nieuw Koffiekampers uiteindelijk zo
ver dat ze hun actie voorlopig opgaven. Van de belofte van de regering
met de bosnegers een goede oplossing te zoeken is nog niets
terechtgekomen.
Temidden van de eenvoudige houten huisjes in het dorp heerst een
weldadige rust. Vrouwen doen de was in een kreek, terwijl kinderen een
frisse duik nemen. In een wat plechtig Nederlands noodt kapitein
Godfried Eersteling de bezoekers uit Paramaribo in zijn woning. Zijn
grijze kroeshaar geeft de 71-jarige bosneger-dignitaris een natuurlijk
gezag. ,,Twaalf keer al zijn we naar de stad geweest, maar tot nu toe is
er nog niets concreets'', zegt hij. ,,De regering heeft nog niet gezegd
dat we uit het dorp weg moeten, maar wel dat Golden Star hier naar goud
wil boren.'' Het Canadese bedrijf heeft hem per brief gevraagd niet met
de pers te praten, maar de kapitein trekt zich daar niets van aan.
En dan volgt het verhaal over het oude Koffiekamp in het gebied waar
nu het grote stuwmeer ligt. De bosnegers moesten ruim dertig jaar
geleden allemaal weg voor het water. De kapitein vertelt dat hij het
aanvankelijk niet wilde geloven, totdat het water op een meter van zijn
huis was gekomen. ,,Eerst waren we boos, maar op een gegeven moment
helpt boosheid niet meer.'' De bijna duizend Nieuw Koffiekampers zullen
zich niet opnieuw zomaar laten verplaatsen. ,,We willen wel toegeven,
maar dan moeten ze ons een vergoeding geven en huizen voor ons bouwen.''
Belangrijker nog is volgens Eersteling dat hun grondrechten worden
erkend.
Goudwinning en mogelijke houtconcessies aan enkele Aziatische
multinationals hebben de problemen van de grondrechten van de bosnegers
en indianen tot een belangrijk verkiezingsthema gemaakt. Met de Algemene
Bevrijdings- en Ontwikkelingspartij (ABOP) doet voor het eerst een partij
aan de Surinaamse verkiezingen mee waarin bosnegers en indianen zijn
verenigd. ,,Het is echt een historisch moment'', zegt Werner Vreedzaam
die lijsttrekker is voor de ABOP in Paramaribo. De deelname van de ABOP
vloeit voort uit de zogenoemde gran kroetoe (grote vergadering)
die de granmans van de bosnegers en de grootkapiteins van de
indianendorpen vorig jaar augustus hielden in Asindo-Opo.
Thema's van de vergadering waren het ontbreken van grondrechten, de
verwaarlozing van het binnenland en de beloning van de dignitarissen.
Volgens de granmans en grootkapiteins mogen pas concessies worden
uitgegeven door de regering als eerst de eigendomtitels worden
vastgelegd.
,,Het bos is onze supermarkt, apotheek, vis- en jachtgebied'', zegt
Vreedzaam. Van 1988 tot 1990 bekleedde hij voor de creoolse Nationale
Partij Suriname (NPS) als eerste bosneger-minister de post regionale
ontwikkeling. Een conflict met president Venetiaan, tevens
NPS-voorzitter, deed hem besluiten de partij te verlaten. De reden die
Venetiaan gaf was volgens Vreedzaam zijn indiaanse echtgenote. Dat
huwelijk zou Vreedzaam veel steun van bosnegers kosten, wat hem voor de
NPS oninteressant maakte.
De regering van het Nieuw Front heeft het niet meer aangedurfd de
concessie-aanvragen voor houtkap door de Aziatische multinationals te
behandelen. De binnenlanddistricten Sipaliwini, Brokopondo en Marowijne
zijn immers tien zetels waard in de 51 zetels tellende Nationale
Assemblee. Het Nieuw Front - bestaande uit de creoolse NPS, de
hindostaanse VHP, de Javaanse KTPI en de sociaaldemocratische SPA -
veroverde in 1991 vijf van de tien binnenland-zetels.
Minister Romeo van Russel (regionale ontwikkeling) heeft de afgelopen
weken het hele binnenland afgereisd om stemmen van boslandbewoners te
winnen. Overal overhandigt hij zo vlak voor de verkiezingen
buitenboordmotoren aan de dignitarissen. Voor Nieuw Koffiekamp is
geregeld dat de staatsbus een tijdje het dorp aandoet. Of het helpt is
de vraag.
De Nationale Democratische Partij (NDP) is ook hard bezig. Voorzitter
Desi Bouterse was onlangs drie dagen lang op campagne in Sipaliwini aan
de Braziliaanse grens. Bouterse kan zich als man in bonus met
opvallend gemak in het bosgebied bewegen. Het is in Paramaribo algemeen
bekend dat hij belangen heeft in de goud- en houtexploitatie. Door
materieel aan indianen en bosnegers ter beschikking te stellen in ruil
voor leveranties van goud en hout heeft hij goede contacten met hen
opgebouwd. De bosnegerpartij Broederschap en Eenheid in Politiek (BEP),
die is aangesloten bij de D66-achtige partij Democratisch Alternatief
91, kan net als vijf jaar geleden ook op zetels in het binnenland
rekenen.
Hoeveel zetels de nieuwe ABOP haalt valt niet te voorspellen. De
partij heeft een "joker' ingezet met Ronnie Brunswijk als de nummer
één in Sipaliwini. De ex-leider van het Junglecommando
financiert uit zijn goud- en houtinkomsten de hele ABOP-campagne. Met
enige regelmaat landen vliegtuigjes met zakken rijst en suiker van
Ronnie op de strips in het bosland.
Kapitein Godfried Eersteling wil niet vertellen wat-ie gaat stemmen.
,,Dat is politiek'', zegt hij. In zijn dorp zal de ABOP volgens hem op
steun kunnen rekenen. Maar de boslandbewoners kunnen het volgens de
kapitein van Nieuw Koffiekamp niet alleen. Nederland moet hen ook
steunen. Heeft koning Willem III in 1863 immers de slaven ook niet
vrijgekocht? De kapitein vraagt vervolgens zijn bezoek om een flesje rum
te plengen voor de yorka, de vooroudergeesten. Hun hulp is
onontbeerlijk.