terug naar 1999
Suriname moet op eigen benen leren staan
A.J. van Vuren
Onlangs beweerde Hans Buddingh'
in deze krant dat Nederland Suriname moet helpen een eind te maken aan
de economische crisis (NRC Handelsblad, 28 mei). Buddingh' meent dat wij
een bijzondere relatie met Suriname hebben vanwege de vele Surinamers
die hier wonen, het koloniale verleden en de gemeenschappelijke taal.
Het valt nog mee dat Buddingh' er de slavernij niet bijhaalt om ons
moreel te verplichten Suriname andermaal uit het financiële moeras
te trekken waar het willens en wetens in is beland.
Buddingh' gaat echter voorbij aan de kern van het probleem: Nederlandse
hulp heeft geen zin zolang Suriname zichzelf niet helpt en belemmert
bovendien noodzakelijke veranderingen. Suriname is potentieel een rijk
land maar kampt tegelijkertijd met enorme problemen. Veel Surinamers
hadden in 1975 geen vertrouwen in de onafhankelijkheid van hun land en
zij vertrokken in groten getale naar Nederland. Deze uitstroom van
menselijk kapitaal was een ramp: vitale sectoren zoals bijvoorbeeld het
onderwijs en de medische zorg zijn volledig ingestort.
Verder werkt de grote etnische verscheidenheid van het land door in de
politiek; vrijwel elke etnische groep in Suriname heeft zijn eigen
politieke partij. Politici dienen daardoor eerder hun etnische clan dan
het algemeen belang. Bovendien is het buiten alle proporties gezwollen
overheidsapparaat totaal verziekt. President Wijdenbosch heeft in enkele
jaren tijd kans gezien de overheidsfinanciën volkomen te ontregelen
en bracht daarmee ook de Surinaamse gulden in vrije val; precies zo ging
het ook al begin jaren negentig. Suriname heeft een kwetsbare economie
omdat die hoofdzakelijk draait om de winning van bauxiet, hout en goud.
Tegelijkertijd is Suriname door Bouterse c.s. veranderd in een
narcostaat. De publieke moraal is van hoog tot laag gecorrumpeerd. Als
je in de politiek zit zorg je voor jezelf, je familie en je vrienden.
Als je een onderbetaalde ambtenaar bent moet je legaal of illegaal
bijverdienen. Als je in de drugshandel zit, koop je mensen om en praal
je met je rijkdom. En als je uit geen enkele pot kunt graaien omdat je
oud, arm, kansloos of (nog) niet zo handig bent, ben je uiterst
kwetsbaar voor de loze beloftes van gewetenloze, machtsbeluste politici
in de verkiezingstijd en voor de verlokkingen van de misdaad. Het
vertrek van goed opgeleide Surinamers, het politieke geknoei, de
verkwistende en inefficiënte overheid, de kwakkelende economie en
de misdaad versterken elkaar. Het land zinkt in zich telkens herhalende
cycli steeds verder weg. Nederland heeft zich sinds de onafhankelijkheid
veel te veel met Suriname bemoeid. Opeenvolgende regeringen hebben
geprobeerd met het geven van hulp of juist met het opschorten daarvan
Suriname op het pad van democratische ontwikkeling te houden of te
krijgen. Maar de Surinamers wilden alleen hulp en geen sturing; een
begaanbare weg tussen Surinaamse afkeer van al dan niet vermeend
neokolonialisme en aarzelende Nederlandse aandrang op behoorlijk bestuur
hebben we nooit gevonden. De Nederlandse bemoeienis heeft het proces van
verloedering in Suriname eerder bevorderd dan voorkomen, want door onder
halfslachtige voorwaarden altijd weer te helpen, bleef de keiharde
landing uit die Suriname tot werkelijk ander beleid had kunnen dwingen.
Dat het anders kan, bewijst Guyana, het buurland waar Suriname in bijna
alle opzichten op lijkt. Guyana heeft een soortgelijke koloniale
geschiedenis en de eveneens kleine bevolking heeft een vergelijkbare
etnische samenstelling. Ook de economie draait voornamelijk om de
winning van enkele grondstoffen. Guyana werd in 1966 onafhankelijk van
Groot-Brittannië. De nieuwe regering begon al gauw te
experimenteren met het communistische gedachtegoed en dat leidde onder
meer tot nationalisatie van het leeuwendeel van de economie. Veel
inwoners zagen dat niet zitten en veel talent en kapitaal emigreerde
naar het buitenland. De economie raakte geheel voorspelbaar in een
duikvlucht. De regering zag kans om met leningen voor het op gang houden
van de consumptie de staatsschuld op te drijven tot zesmaal de waarde
van het BNP; een prestatie die zelfs Wijdenbosch niet heeft geleverd. De
etnische spanningen ontlaadden zich in geweld waarbij heel wat doden
vielen. Het vertrouwen van het buitenland daalde tot nul. Guyana kwam
schokkend tot stilstand en werd zelfs zo arm dat veel Guyanen als
gastarbeider gingen werken in Suriname.
Tot zover is de overeenkomst met Suriname bijna naadloos, maar het grote
verschil is dat de Britse regering geen omvangrijke hulp gaf aan Guyana
en zich verder ook nauwelijks met haar vroegere kolonie bemoeide. Aan
het begin van de jaren negentig was het de Guyaanse regering duidelijk
dat het zo niet verder kon en de koers werd fundamenteel verlegd. De
economie werd bevrijd uit de verstikkende greep van de staat, de
torenhoge schulden werden gesaneerd en herschikt en het land kent nu al
een jaar of acht gezonde economische groei. Het politieke bestel en het
bestuur zijn verbeterd en door de aantrekkende economie zijn de etnische
spanningen niet verdwenen maar wel afgenomen. De Guyaanse gastarbeiders
hebben Suriname weer verlaten want er is weer toekomst in Guyana.
Wanneer Suriname wil weten wat het moet doen aan de huidige ellendige
situatie moet het naar zijn buurland kijken en niet gewoontegetrouw naar
Den Haag voor een verslavende geldinjectie. Buddingh' vindt dat Den Haag
de indruk wekt geen strategie te hebben voor Suriname. Maar dat heeft
Nederland voor het eerst sinds de onafhankelijkheid van Suriname juist
wel: dat land is een 'gewoon' buitenland, ondanks het feit dat veel
Surinamers in Nederland wonen. Dat laatste is trouwens niet waar; er
wonen hier veel Nederlanders van Surinaamse afkomst en dat is heel wat
anders. Er wonen hier ook veel Nederlanders van Marokkaanse afkomst,
maar dat vinden we ook geen reden om ons intensief met Marokko te
bemoeien of dat land extra te helpen. En waarom hebben wij bijzondere
verplichtingen jegens een land dat wij ooit koloniseerden of waar men
dezelfde taal spreekt? Moeten wij Indonesië dan ook uit het moeras
halen of Zuid-Afrika? Stel je voor dat de Britten op die gronden al hun
slecht bestuurde, voormalige koloniën zouden moeten helpen.
Wij hebben zachtjesaan wel genoeg drogredenen gehoord over onze
'verplichtingen' jegens Suriname. Dat land is bijna 25 jaar zelfstandig
en moet maar eens op eigen benen leren staan. Zo moeilijk is dat nu ook
weer niet; kijk maar naar Guyana.
A.J. van Vuren is generaal-majoor b.d.