terug naar 1998
Overleg over projecten; Pronk nodigt Surinaamse collega uit
Door onze diplomatiek redacteur
DEN HAAG, 10 MAART. Minister Pronk heeft
zijn Surinaamse collega Nain uitgenodigd om volgende maand naar Den Haag
te komen voor het halfjaarlijkse overleg over ontwikkelingsprojecten dat
tussen beide landen gebruikelijk is.
Pronk hoopt dat de Surinaamse regering haar eis dat er eerst een
politieke top met Nederland moet komen vóór er over nieuwe
ontwikkelingsprojecten kan worden gesproken laat vallen. Hij acht deze
,,koppeling'' niet in het belang van ,,de mensen in Suriname zelf'', zei
hij vanmorgen voor de NOS-radio.
Vorig najaar had de Surinaamse president Wijdenbosch zo'n overleg van
Nain en Pronk in Paramaribo opgeschort tot na een door hem geëist
topgesprek met premier Kok of minister Van Mierlo (Buitenlandse Zaken)
over de relatie met Nederland en de interpretatie van het
Ontwikkelingsverdrag van 1975 en het Raamverdrag van 1992.
Lopende projecten gaan door, maar over nieuwe ontwikkelingsprojecten,
waarvoor een bedrag van omstreeks 600 miljoen gulden aan
verdragsmiddelen beschikbaar is, kan pas worden beslist in een overleg
van de twee verantwoordelijke ministers. ,,Sommige projecten vereisen
toch discussie omdat er een paar beslissingen moeten worden genomen
omtrent wat bijstellingen'', zei Pronk vanmorgen. Juist daarom is zijn
Surinaamse collega ,,welkom'', zei hij.
Pronk ,,weet niet'' of de Surinaamse regering op de uitnodiging zal
ingaan. Maar hij wil ,,niet de indruk wekken dat wij geïrriteerd
zijn door het afwijzen van het normale overleg van november vorig
jaar''. De minister wees er vanmorgen op dat het door Suriname gewenste
bilaterale topoverleg niet op korte termijn tot stand zal komen.
Den Haag en Paramaribo hebben vorige week besloten om die top eerst
ambtelijk-diplomatiek te laten voorbereiden om het risico van een
mislukking zo klein mogelijk te maken. Een topgesprek waaraan de
Nederlandse minister-president deelneemt lijkt Pronk niet waarschijnlijk
voor de Tweede-Kamerverkiezingen van begin mei.
Daarom zou Pronk zich kunnen voorstellen ,,dat zich in Suriname zelf de
conclusie opdringt dat het toch verstandig is om maar een ontkoppeling
tot stand te brengen'' tussen besluiten over nieuwe
ontwikkelingsprojecten en de besprekingen die men graag zou willen op
topniveau.