terug naar 1998
Voorlopig nog geen topoverleg Suriname
Door onze diplomatiek redacteur
DEN HAAG, 3 MAART. Het door Suriname
gevraagde politieke topoverleg met Nederland over de stand van de
bilaterale betrekkingen en de omvang en opzet van financiële steun
uit Den Haag komt er niet op korte termijn. Dat overleg mag niet
mislukken en moet daarom eerst op ambtelijk-diplomatiek niveau worden
voorbereid. Daarover zijn beide landen het eens, zo blijkt uit nota's
die zij de afgelopen weken hebben gewisseld.
Vorig jaar oktober meldde de Surinaamse president, Wijdenbosch, dat
Paramaribo een topgesprek wilde vóór minister Pronk
(Ontwikkelingssamenwerking) welkom was voor afspraken over de besteding
van ontwikkelingsgeld. Wijdenbosch had opheldering geëist over de
Nederlands-Surinaamse relatie en de interpretatie van het
Ontwikkelingsverdrag van 1975, toen Suriname onafhankelijk werd, en het
in 1992 getekende Raamverdrag van beide landen. Er staat nog een bedrag
van circa 600 miljoen gulden aan Nederlandse steun ,,open'', maar over
besteding daarvan kan pas worden beslist door minister Pronk en zijn
Surinaamse collega.
Nadat premier Kok en minister Van Mierlo (Buitenlandse Zaken) zich vorig
najaar bereid hadden verklaard tot het gevraagde topoverleg maar zeiden
geen voorwaarden vooraf te wensen en zich evenmin naar Suriname te
willen laten ontbieden, bleef het bijna drie maanden stil. Op 16
februari vroeg Suriname om een wederzijdse erkenning van het
democratische en rechtstatelijke karakter van beide landen. Afgelopen
vrijdag stelde Nederland voor het topgesprek ambtelijk-diplomatiek voor
te bereiden. Gisteren reageerde Suriname met het voorstel: bilaterale
overleg-commissies.