Rentebeleid ECB blijft vriendelijk voor groei
Door onze redacteur MAARTEN SCHINKEL
FRANKFURT, 4 FEBR. Haalt de ECB de monetaire teugels strak aan? Zelfs als er dit jaar meer
verhogingen volgen, blijven de rente- omstandigheden gunstig voor de economische
groei in Euroland. De werkelijke monetaire verkrapping vindt plaats in de
VS.
De Europese Centrale Bank (ECB) kijkt naar de markt, en de markt kijkt
naar de ECB. Dat bleek gistsren bij de toelichting die ECB-president Duisenberg
gaf op de renteverhoging van 3 procent naar 3,25 procent die de centrale bank
afkondigde in Frankfurt.
Naast de geldgroei, de groei van de kredietverlening en de stijging van
de grondstoffenprijzen als risicofactoren voor de prijsstabiliteit in Euroland,
gaf Duisenberg twee bewegingen op de financiële markten als reden op.
De eerste was de koers van de euro. Afgelopen maandag had Duisenberg na het
overleg van de elf ministers van Financiën van de euro-landen, al aangegeven
dat de zwkke euro een risico was voor de prijsstabiliteit. Een verklaring
die een ommezwaai betekende in de negerende toon die tot dan toe was aangehouden.
Duisenberg had de formulering van die verklaring, zo zei hij gisteren, dan
ook minitieus voorbereid.
De andere marktfactor is de ontwikkeling van de lange-termijnrente op de
obligatiemarkt. De tienjaarsrente bevindt zich op het hoogste niveau sinds
1997, en toont in de woorden van Duisenberg ,,de verwachting van een bestendige
economische opgang'' in de eurozone.
De twee referenties, naar de valutamarkt en naar de obligatiemarkt, geven
het ingewikkelde spel aan waarin de ECB met de markten verwikkeld is. De koersvorming
op die markten heeft immers ook zeer veel te maken met de rentepolitiek van
de ECB en de verwachtingen die beleggers koesteren. De lange termijnrente
zal stijgen wanneer beleggers er niet gerust op zijn dat de centrale bank
voldoende doet om toekomstige inflatie te beteugelen. En de euro zal, om dezelfde
reden, doorgaans dalen.
Het spel tussen de kortlopende rente die de ECB dicteert, en de langlopende
rente die beleggers bepalen, zegt op zijn beurt weer veel over de verwachtingen
voor de economische groei. Is de korte rente veel lager dan de langlopende
rente (een steile rentestructuur), dan wijst dat doorgaans op een zeer stimulerende
monetaire politiek, die zich zal vertalen in een relatief hoge economische
groei. Schroeft de centrale bank zijn kortlopende rentes op boven het niveau
van de langlopende rente (een inverse rentestructuur), dan wordt er op de
rem getrapt, en zal het momentum van de de economische groei sterk afnemen.
Vorig jaar steeg de langetermijnrente zeer sterk in Euroland, van 3,7 procent
naar 5,5 procent, terwijl de korte rente per saldo gelijk bleef. De oplopende
rentecurve wees zo op een flinke versnelling van de Europese conjunctuur,
die volgens de verwachtingen dit jaar zal resulteren in een gezonde economische
groei in Euroland met rond de drie procent.
Aan die omstandigheden komt dit jaar een einde. De meeste analisten hebben
hun verwachtingen voor het rentebeleid van de ECB flink opgeschroefd. Gemiddeld
denken ze dat de centrale bank zal doorgaan met verhogen tot vier procent.
Daar horen driemaandsrentetarieven bij van zo'n 4,3 procent.
Tegelijkertijd is de verwachting dat de tienjaarsrente eerst nog wat zal
oplopen, maar het jaar rond de 5,7 procent zal eindigen. Daarmee wordt de
rentestructuur dus een stuk vlakker in de loop van het jaar. De ECB toont
deze vervlakking van de rentestructuur als reactie op een stijgende korte-termijnrente
overigens econometrisch aan in haar jongste werkdocument - met de bij voorkeur
zonder kunstgebit uit te spreken titel 'Asymptotic confidence bands for the
estimated autocovariance and autocorrelation functions of vector autoregressive
models' (www.ecb.int). Maar de meeste beleggers leiden hem gewoon af uit een
mengsel van intuïtie en signalen uit de rentetermijnmarkt.
De Europese vervlakking van de rentestructuur is echter relatief: de tienjaarsrente
blijft een kleine anderhalf procent boven de driemaandsrente liggen. Anders
is dat in de Verenigde Staten. Daar schroefde de Federal Reserve Board, het
stelsel van centrale banken, woensdag de rente op tot 5,75 procent. De driemaandsrente
stond daar gisteravond ook op dat niveau van 5,75 procent, terwijl de tienjaarsrente
op 6,48 procent staat en de dertigjaarsrente op maar 6,04 procent. De Verenigde
Staten hebben dus al een vlakke rentestructuur, en de verdere renteverhogingen
door de 'Fed' die analisten verwachten, kunnen er in loop van dit jaar toe
leiden dat er een omgekeerde, inverse, rentestructuur ontstaat.
Terwijl de rente-omstandigheden in Euroland dus kennelijk nog blijven zorgen
voor economisch momentum, valt uit de Amerikaanse rentemarkt op dit moment
af te leiden dat de langverwachte vertraging van de economische groei zich
in de loop van dit jaar zal moeten gaan laten zien.
En op die verhouding tussen de Europese en Amerikaanse groeiverwachtingen
is Duisenbergs geloof gebaseerd dat de euro zich zal moeten gaan herstellen
tegenover de dollar. Nu moet alleen de valutamarkt daar nog van worden overtuigd.