Actueel Het eindrapport van de enquêtecommissie
Lading
Politici
Gezondheid
Getuigen
Relatie Israel
El Al
Enquête
Zie ook: |
Politieman: `Het voelt alsof mijn bloed kookt'
Door onze redacteuren HARM VAN DEN BERG en FLORIS
VAN STRAATEN
Een mooie carriere bij de politie zit er voor wijkagent P. Veen niet meer in. Sinds 1995 is hij zo ziek dat hij niet meer werkt, zo vertelde hij vanmorgen de vijf leden van de parlementaire enquetecommissie Bijlmerramp. Veen, sinds 1985 agent in de Bijlmermeer, was op de avond van 4 oktober 1992 als een der eersten op de plaats van de ramp. Omdat het hem er nogal gevaarlijk leek, vroeg hij informatie over de lading van het vliegtuig, maar niemand kon hem iets vertellen. ,,We hebben toen een soort menselijke afzetting gevormd om het publiek dat massaal toestroomde op afstand te houden'', zei Veen vanmorgen. Ruim een jaar na de ramp kreeg hij problemen met zijn gezondheid. Aanvankelijk dacht hij dat de vele klachten verband hielden met de ziekte van Pfeiffer waaraan hij eerder heeft geleden, maar sinds kort legt hij een verband met de lading in het verongelukte El Al-vrachtvliegtuig. ,,Ik heb een gevoel alsof mijn bloed kookt'', aldus Veen die onlangs de uitslag van een medisch onderzoek kreeg. Hij lijdt aan een bacteriele infectie, die zich ook openbaarde bij soldaten na de Golf-oorlog. Voordat hij naar de rampplek reed, had Veen het vliegtuig over de Bijlmerflats zien naderen. ,,Dat was heel bedreigend, ik kon alleen maar schreeuwen dat iedereen dekking moest zoeken'', aldus Veen. Volgens hem was het toestel niet alleen de twee motoren aan de rechterkant kwijt, maar stonden die aan de linkervleugel ook nog in brand. ,,De zijkant van het vliegtuig was geblakerd, je kon de kleuren van de maatschappij niet meer herkennen.'' Na een tijdje werd Veen naar een winkelcentrum gestuurd om een eind te maken aan de plundering die daar was begonnen. De Amsterdamse brandweerman J. Vervoort had eerder vanmorgen de commissie gemeld dat ook in de flats vrijwel onmiddellijk na de ramp al spullen werden geroofd. ,,Terwijl wij daar aan het blussen waren, zag ik agenten iemand arresteren en geboeid afvoeren'', aldus Vervoort. Hij vertelde de commissie hoe verbaasd zijn collega's en hij destijds waren over de aanpak van de bergingswerkzaamheden. ,,Overdag werd er handmatig gezocht, voorzichtig, maar zodra het donker was gingen de schijnwerpers aan en kwamen de shovels en grijpers'', aldus Vervoort. ,,We vonden dat nogal onzorgvuldig, omdat je immers niet kunt zien of er stoffelijke resten in de grijpers meegaan'', vertelde hij de commissieleden. De 46-jarige brandweerman heeft deze bezwaren tevergeefs aan zijn commandant gemeld. Vervoort werd de dag na de ramp ingeschakeld bij de berging van de brokstukken. Beton en puin moesten in de ene container, resten van het vliegtuig in de andere. Op een gegeven ogenblik stond Vervoort met de Cockpit Voice Recorder in zijn handen. ,,Dat wist ik niet op dat moment, maar enkele dagen later, toen er een foto van werd getoond op de televisie, herkende ik het apparaat''. De brandweerman meldde zich bij de Rijksluchtvaartdienst (RLD) in Hoofddorp, waar men hem voorhield dat hij de Flight Data Recorder, met electronische informatie over het functioneren van het vliegtuig en de vlucht, moest bedoelen. Maar ook na bestudering van een kopietje dat de RLD hem stuurde, bleef Vervoort er van overtuigd dat hij de recorder met de laatste gesprekken uit de cockpit van de 4X-AXG eigenhandig in een container heeft gegooid. Die is vervolgens naar hangar 8 op Schiophol gebracht. Tot op heden is de recorder niet gevonden, maar Vervoort heeft al wel de 10.000 gulden beloning geclaimd die zijn uitgeloofd voor de vinder. De commissie had gisteren een moeizaam en, zo leek het, ongecoordineerd begin van de verhoren. Hoe zwaar hun taak is, bleek vooral tijdens het verhoor van A.J. Bos, inwoner van de Bijlmer en later actief in de vrijwillige hulpverlening. Bos wist de verwarring rond de toedracht eerder te vergroten dan te verminderen. Hij meldde via contacten te hebben vernomen dat de El Al-Boeing boven Marken een DC-3 motor, die deel uitmaakte van de lading, had gedumpt. Hoe zou de bemanning zo'n zware motor in zo'n precaire situatie even snel uit het laadruim hebben kunnen krijgen, wilde een zichtbaar sceptisch enquetecommissielid Th. van den Doel weten. Bos moest het antwoord schuldig blijven. Zijn mededeling dat een inwoner van de Bijlmer, een verzamelaar van vliegsnuisterijen, de cockpit voice recorder nu onder zijn bed heeft liggen, zorgde voor enig opzien. De verklaring van Th. Gras, destijds als verpleegkundige betrokken bij de hulpverlening, was beter in balans. Gras werd onder andere aan de tand gevoeld over mannen in witte pakken. Hij legde uit dat er behalve zijn eigen medische team nog ettelijke andere actief waren geweest, alle gehuld in witte pakken of overalls. Daarnaast kregen ook aanwezigen op de plaats van de ramp met een EHBO-diploma al spoedig een witte overall toegeworpen om zo mogelijk te assisteren bij de hulpverlening. Zij hielden zich evenwel met heel andere zaken bezig dan de ploeg die door brandwacht Vervoort in de loop van de avond reeds vanaf de achtste verdieping van een flat werd waargenomen: ,,Ongeveer tien man in witte pakken die met een zaklamp over de rokende puinhoop liepen te zoeken''.
|
NRC Webpagina's 28 JANUARI 1999
|
Bovenkant pagina |
|