Medewerkers El Al waren op rampplek

Door een onzer redacteuren
El Al-manager I. Chervin, die gisteren als eerste Israelier door de parlementaire enquêtecommissie Vliegramp Bijlmermeer werd gehoord, heeft een verklaring afgelegd die in tegenspraak is met die van twee Nederlanders.

Chervin vertelde de commissie in een onverwachte voortzetting van zijn verhoor dat de toenmalige El Al-directeur U. Danor op de avond van de vierde oktober 1992 met een politieman en twee medewerkers van de luchtvaartmaatschappij naar de plaats van de ramp is gegaan. Het ging volgens Chervin om vrachtmedewerker J. Plettenberg en een politieman, vermoedelijk D. Nix, die eerder vrachtdocumenten had afgehaald bij El Al op Schiphol.

Zowel Plettenberg als Nix heeft eerder voor de commissie, eveneens onder ede, verklaard die avond beslist niet in de Bijlmermeer te zijn geweest. Beiden handhaven deze verklaring, zo lieten ze gisteravond weten.

De enquêtecommissie gebruikt volgens voorzitter Th. Meijer de komende week om zich te beraden over deze en andere volstrekt tegenstrijdige verklaringen die in de afgelopen dagen zijn afgelegd. Zo is er ook nog het verhaal van de Amsterdamse brandweercommandant H. Ernst, die verklaard heeft dat hij anderhalf uur na de crash ten minste twee keer contact heeft gehad met de Commissie van Overleg op de luchthaven Schiphol om meer te weten te komen over de lading van het toestel. Twee leden van deze commissie, die bijeen wordt geroepen als er een ongeluk op de luchthaven is gebeurd, ontkenden dat met grote stelligheid. Het uitstapje van Chervins baas en de drie anderen kwam pas ter sprake toen zijn verhoor reeds was beeindigd. Commissievoorzitter Meijer besloot daarop het verhoor te heropenen. Chervin zei dat El Al-directeur Danor hem donderdag dat verhaal had verteld. ,,Hij zei dat de politieman en Plettenberg het hadden voorgesteld'', aldus Chervin.

In zijn verhoor gisteren toonde RLD-topman J. Weck zich zeer verbaasd over het boven water komen van de documentatie over 20.000 kilo vracht, die tot nu toe onvindbaar leek. ,,Het gaat me boven de pet'', aldus Weck. Hij vond het maar vreemd dat deze informatie nu plotseling werd gevonden, terwijl al jaren op hoog diplomatiek niveau van alles is geprobeerd om de documenten te achterhalen.

Het lijkt intussen zeer waarschijnlijk dat de enquêtecommissie volledige duidelijkheid krijgt over de 20.000 kilo vracht waarvan tot halverwege deze week de documentatie ontbrak. De commissie beschikt al over het 17 pagina's lange air cargo manifest van de Israelische expediteur, maar de meer gedetailleerde house airwaybills zijn volgens Meijer nu ook onderweg.