|
Transcriptie van Clintons verhoor voor de Grand Jury (17 aug. 1998). Ook als zip-bestand te downloaden. Clintons reactie op het Starr Report |
Zie ook: Operatie Desert Fox
Senaat moet het land redden
Harry van Wijnen
,,De meeste Republikeinen haten Bill Clinton met een diep gemeende ernst'', zei een verkiezingsonderzoeker van de Democratische partij na de impeachment-stemming tegen een verslaggever van de BBC . Zo de Republikeinen de persoon van Clinton al niet haten, dan in elk geval zijn politiek. Een kwart eeuw geleden was dat met Richard Nixon niet minder het geval, maar dan omgekeerd: de Republikeinse president was jarenlang het voorwerp van haat van de Democraten; naarmate hij zich tijdens het Watergate-onderzoek harder aan zijn ondermijnde presidentschap vastklampte, nam die haat heviger vormen aan. Haat is altijd een elementaire psychologische grondstof van de Amerikaanse geschiedenis geweest. De Franse waarnemer Tocqueville verbaasde zich in zijn klassieke studie over de Amerikaanse democratie (1832) al over de hartstochtelijke afkeer die de hoofdstromingen in het kerkelijke leven van de VS voor elkaar koesterden. ,,De Lutheranen zouden de Calvinisten op de brandstapel brengen, de laatsten zouden hetzelfde doen met de Unitariërs en de Katholieken met alle anderen, als ze aan de macht zouden komen'', noteerde Tocqueville op gezag van Joel Poinsett. De Katholieken die hij uithoorde twijfelden er niet aan dat alle geloofsrichtingen in Amerika verenigd waren in hun haat tegen het katholicisme, maar dat de Presbyterianen niet voor het gebruik van geweld zouden terugdeinzen. ,,De Presbyterianen zijn de fanatieksten van allemaal'', noteerde Tocqueville. De Franse edelman was na zijn lange rondreis nauwelijks in Parijs teruggekeerd of in Charlestown, Massachusetts werden een katholieke kerk en een klooster door papenhaters in brand gestoken. Tien jaar later gebeurde dat opnieuw, in Philadelphia. De tolerantie jegens politieke andersdenkenden zou zich goeddeels volgens datzelfde patroon ontwikkelen. Het laatste beetje hoop op Republikeinse tolerantie in het Huis van Afgevaardigden dat Clinton na de verkiezingen van twee maanden geleden nog leek te mogen koesteren, is intussen hardhandig de grond ingeboord. Van de twintig 'gematigde' Republikeinen in het Huis van Afgevaardigden die enkele weken geleden nog de indruk wekten tegen zijn afzetting te stemmen, en de voorkeur leken te geven aan een motie van afkeuring, desnoods verzwaard met een geldboete, waren er begin vorige week nog maar vijf over - de laatsten der Republikeinse rechtvaardigen. De vijftien ex-dissidenten waren door de zweep van de partijdiscipline weer in het gareel gebracht en hadden hun ziel aan de fractie verkocht. Leden van het Huis van Afgevaardigden hoeven op zichzelf niet door sancties van hun fractieleiders te worden herinnerd aan de broosheid van hun politieke bestaan, want in het Amerikaanse kiessysteem, met zijn verkiezingen om de twee jaar, hangt dat doorlopend aan een zijden draadje. Maar in dit geval lieten de stemmotiveringen van de teruggefloten afgevaardigden er geen twijfel over bestaan, dat ze onder druk van bovenaf uit politiek lijfsbehoud eieren voor hun geld hadden gekozen. Sommigen hoopten ongetwijfeld in stilte dat de Senaat de verzaking van hun onafhankelijkheid zou goedmaken door het impeachmentvoorstel af te stemmen. Een enkeling schaamde zich er niet voor dat ook openlijk te doen. De afgevaardigde John McHugh, een Republikein uit de staat New York, gaf dat zelfs in bedekte termen toe. ,,Ik zou het aanvaarden, zelfs toejuichen, als de Senaat genade voor recht zou laten gelden'', zei hij voor de camera's van BBC W orld. Intussen dreigt het oudste democratische politieke bestel uit de moderne geschiedenis (dat door Amerikanen die niet gehinderd worden door kennis van andere systemen, nog altijd wordt beschouwd als het beste ter wereld) aan zijn eigen dynamiek te bezwijken. In dat systeem kan een enkele partij, in dit geval de Republikeinse meerderheid in de demissionaire volkskamer van het Congres, de procedure beginnen voor de afzetting van een twee keer door het volk gekozen president, die in het onmiskenbare bezit is van het vertrouwen van de kiezers. Hoe bizar die krachtmeting is, hebben de opiniepeilingen van het afgelopen weekeinde wel aangetoond: na de beslissing over Clintons berechting bleek de populariteit van de president nog verder te zijn gestegen. Zoiets kan alleen in een regeringssysteem waarin de twee polaire hoofdmachten elkaar niet alleen in evenwicht kunnen houden, maar de ene macht de andere ook existentieel kan negeren. De Republikeinse meerderheid in het Huis van Afgevaardigden beschouwt Clinton dan ook niet als haar president, maar als de president van de vijand. Hier doet zich een belangrijk verschil gelden tussen het parlementair systeem, waarin de meerderheid in de regel met de regering samenwerkt, en het presidentiële stelsel, dat een president voortbrengt, wiens partij na de verkiezingen voor het parlement, in dit geval het Congres, niet de meerderheid heeft kunnen behalen. In het Amerikaanse stelsel is er niets dat de meerderheid in het Huis van Afgevaardigden tot samenwerking met de president verplicht. Er is zelfs niets dat die meerderheid belet een gehate president ten val te brengen. De enige rem die de constitutie op die vrijheid heeft gesteld is in handen van de andere volksmacht in het tweekamerstelsel, de Senaat. Op dat orgaan, waaraan van oudsher een hogere politieke wijsheid wordt toegeschreven, rust nu de bange hoop van de beschaafde wereld.
|
NRC Webpagina's 22 december 1998
|
Bovenkant pagina |
|