Begin tekst
NIEUWS
TEGENSPRAAK
SUPPLEMENT
AGENDA
ARCHIEF
ADVERTENTIES
SERVICE

EVJ
Overzicht

Vragen & Opmerkingen

Begrippenlijst:
A, B, C, D, E,
F, G, H, I, J,
K, L, M, N, O, P,
Q, R, S, T, U,
V, W, X, Y, Z

Groei van de liquiditeitenmassa

Onder de binnenlandse liquiditeitenmassa (vaak afgekort als M3) verstaan we de som van
  • het chartale geld (bankbiljetten en munten);
  • de girale tegoeden (giro- en banksaldi);
  • de secundaire liquiditeiten (kortlopende termijndeposito's, spaartegoeden en valutategoeden) die in het bezit zijn van ingezetenen. De kassen van de banken en de Rijksoverheid tellen niet mee.
Naarmate het publiek over meer liquiditeit kan beschikken, kan het ook meer besteden. Als de liquiditeitenmassa te snel groeit kan dat leiden tot spanningen binnen de economie. De productie kan de stijgende bestedingen niet aan waardoor inflatie kan ontstaan. De centrale bank kan de stijging van M3 beperken door de korte rente te verhogen. Het bankwezen zal daarop reageren door de rente die zij aan haar klanten berekent ook te verhogen. 'Rood' staan bij de bank wordt duurder. Dit remt de bestedingen en dus ook de inflatie. Omgekeerd kan de centrale bank haar rente verlagen als M3 te traag groeit. Een lagere rente heeft een positief effect op de conjunctuur.

Bovenkant pagina
NRC Webpagina's © NRC HANDELSBLAD / Pleus & Schöndorff (27 januari 1996 / web@nrc.nl)