NIEUWS
TEGENSPRAAK
SUPPLEMENT
AGENDA
ARCHIEF
ADVERTENTIES
SERVICE
WWW
 Overzicht
Vragen & Opmerkingen
Begrippenlijst:
A, B,
C, D,
E,
F, G,
H, I,
J,
K, L,
M, N,
O, P,
Q, R,
S, T,
U,
V, W,
X, Y,
Z
Financieel- economische
schakels
|
De Nederlandsche Bank (DNB)
DNB werd in 1814 opgericht op initiatief van Koning Willem I. In 1863
kreeg DNB officieel de rechtsvorm van de Naamloze Vennootschap. Het bankwezen was
in die jaren nog weinig ontwikkeld. Daarom had DNB in de beginjaren een
belangrijke taak als kredietverlener aan het bedrijfsleven. DNB was
kassier van de Staat. En de Bank was verantwoordelijk voor het in omloop brengen van
Nederlandse bankbiljetten. DNB was de enige bank die dat mocht doen
(circulatiebank).
Met de ontwikkeling van de algemene banken trok DNB zich steeds meer
terug uit de particuliere kredietverlening. Langzamerhand groeide DNB uit tot een
soort superbank die toezicht houdt op de particuliere banken vanuit het
algemeen belang. DNB werd de centrale bank. Bij de
Bankwet van 1948 kreeg DNB een ruime verantwoordelijkheid voor de
Nederlandse geldvoorziening. In datzelfde jaar nam de Staat alle
aandelen van DNB over. De Bankwet gaf DNB als opdracht: 'de waarde van
de Nederlandse geldeenheid te reguleren op zodanige wijze als voor 's
lands welvaart het meest dienstig is, en daarbij die waarde zoveel mogelijk te
stabiliseren'.
Nu de Economische en Monetaire Unie
(EMU) een feit is (sinds 1 januari 1999), is de rol van DNB
ingrijpend veranderd. De geldpolitiek wordt op Europees niveau gevoerd door de
Europese Centrale Bank (ECB) . De nationale centrale banken,
waaronder DNB, hebben geen zelfstandige geldpolitieke functie meer. Zij
hebben als taak om de geldpolitiek uit te voeren die door de ECB wordt bepaald
(de nationale Bankpresidenten zijn overigens wel bij die besluitvorming
betrokken)
|