NIEUWS
TEGENSPRAAK
SUPPLEMENT
AGENDA
ARCHIEF
ADVERTENTIES
SERVICE

EVJ
Overzicht

Vragen & Opmerkingen

Begrippenlijst:
A, B, C, D, E,
F, G, H, I, J,
K, L, M, N, O, P,
Q, R, S, T, U,
V, W, X, Y, Z

Financieel-
economische
schakels



Zwakke euro of sterke dollar?

Toen de euro op 1 januari van dit jaar werd geïntroduceerd, waren de verwachtingen hooggespannen. Bij de start van de Economische en Monetaire Unie (EMU) kostte een euro  bijna $ 1,18. Maar veel deskundigen voorspelden dat de euro daarna aan kracht zou winnen.  Daar hadden ze twee redenen voor. In de eerste plaats verwachtten zij dat veel centrale banken een deel van hun valutareserve zouden laten bestaan uit euro's. En in de tweede plaats zou de komst van de euro het beleggen in Europa aantrekkelijker maken. De eurozone was immers vanaf 1 januari een liquide markt geworden, vergelijkbaar met de dollarzone en het yenblok  De extra vraag van centrale banken en beleggers naar euro's die hierdoor zou ontstaan, zou de koers van de euro opdrijven.

De werkelijkheid van dit moment is anders. Op 5 maart was de koers $ 1,08, zo'n acht procent onder de koers van begin dit jaar. Volgens de president van de Europese Centrale Bank (ECB) Wim Duisenberg is er weinig reden tot treurigheid. Dat zei hij tijdens een persconferentie op 4 maart. Volgens hem zitten we op het verkeerde spoor als we kijken naar de daling van de euro, we moeten onze blik richten op de stijging van de dollar ('Duisenberg: koers euro weerspiegelt kracht van dollar', NRC Handelsblad, 5 maart 1999).  In die opvatting wordt hij onder andere gesteund door toonaangevende Britse weekblad The Economist. Op 27 februari meldde het blad dat de recente daling van de euro de krachtsverhouding weerspiegelt tussen de Amerikaanse economie en de economie van de eurozone. Het Amerikaanse bruto binnenlands product (bbp) groeide in het vierde kwartaal van 1998 met 5,6% (op jaarbasis). En dat terwijl Frankrijk en Italië te kampen hebben met een ernstige groeivertraging en Duitsland zijn economie met 1,8% (ook op jaarbasis) zag krimpen. Die drie landen nemen zo'n driekwart van het bbp van Euroland (de elf EMU-landen) voor hun rekening (zie ook: 'Spanningen in Euroland', Economie Voor Jou  van 28 december 1998).

De Verenigde Staten vormen in ieder opzicht een aantrekkelijker gebied voor beleggers om hun vermogen weg te zetten dan de eurozone. Aandelenkoersen doen het beter in een goed draaiende economie  als de Amerikaanse (afgelopen vrijdag nog boekte de beurs van Wallstreet een nieuw Dow Jones record, 'Banengroei stuwt beurs in New York naar record', NRC Handelsblad 6 maart 1999) en ook de belegger die zijn geld rentedragend maakt (bijvoorbeeld door obligaties te kopen) is beter af in de VS waar de rente een stuk boven die in Europa ligt. Om dit laatste te illustreren enkele cijfers. De rente op kortlopende beleggingen ligt in de eurozone op dit moment iets boven de 3% en in de Verenigde Staten op bijna 5%. Op langlopende beleggingen is het verschil nog groter: op obligaties van ondernemingen wordt in Europa rond de 4% vergoed, in de Verenigde Staten is dat bijna 7%.

Bij deze verklaring gaat het om conjuncturele redenen. Die zijn van tijdelijke aard. Er  is daarom weinig reden om te somberen over de euro. De tijd zal uitwijzen of de munt internationaal kan uitgroeien tot net zo'n geweldenaar als de dollar. Maar er zijn redenen te meer om met enige zorg te kijken naar de belangrijkste economieën van Europa. Op de persconferentie in Frankfurt antwoordde Duisenberg op de vraag of hij nog een speciaal advies had voor de Duitse minister van Financiën Lafontaine het volgende. 'Niet in het bijzonder voor Duitsland, maar we benadrukken in onze adviezen voortdurend dat het grootste probleem waarmee zij en wij geconfronteerd worden in Europa  het werkloosheidsvraagstuk is. We leggen voortdurend uit dat het voornamelijk een probleem van structurele aard is: het gebrek aan soepele marktwerking, zowel voor producten als voor arbeid. En dat overheden volgens ons vooral die oorzaken van de werkloosheid moeten aanpakken'. De bankpresident is natuurlijk doodsbenauwd dat Lafontaine weer met allerlei snode plannen komt om ten koste van een oplopend overheidstekort de Duitse economie te stimuleren. Of, erger nog, de ECB onder druk te zetten haar rentetarieven te verlagen (zie ook 'Echo's van de jaren '70', Economie Voor Jou, 9 november 1998).

JP

Economie voor jou picture

Bovenkant pagina
NRC Webpagina's © NRC HANDELSBLAD / Pleus & Schöndorff (8 maart 1999 / web@nrc.nl)