Sorgdrager: PG's gaan vrijuit in IRT
Door een onzer redacteuren
DEN HAAG, 1 JUNI. De 'crisis in de opsporing' heeft geen gevolgen
voor de posities van de vier zittende procureurs-generaal bij het
openbaar ministerie, Docters van Leeuwen, Gonsalves, Steenhuis en Ficq.
Dit schrijft minister Sorgdrager (Justitie) in een brief aan de
Tweede Kamer. Sorgdrager heeft besloten geen maatregelen te nemen tegen
de OM-top op basis van een onderzoek van de procureur-generaal bij de
Hoge Raad, Th. ten Kate.
Ten Kate had de opdracht te onderzoeken of de feiten die in de nasleep
van de IRT-affaire door de parlementaire enquêtecommissie
opsporingsmethoden en de Rijksrecherche aan het licht zijn gebracht de
procureurs-generaal waren aan te rekenen. Ten Kate zag geen redenen om
het functioneren van Docters van Leeuwen, voorzitter van het college van
procureurs-generaal, te onderzoeken, schrijft Sorgdrager. Ten Kate
heeft geen gronden gevonden voor rechtspositionele maatregelen tegen de
overige drie PG's, aldus de minister.
Het college van
procureurs-generaal heeft inmiddels Ficq belast met onderzoek naar het
functioneren van individuele leden van het openbaar ministerie die
betrokken waren bij de opsporingscrisis. Ficq is procureur-generaal in
Arnhem en waarnemend PG in Amsterdam. Sorgdrager zal de Tweede Kamer
uiterlijk in september informeren over de mogelijke personele gevolgen
van de IRT-affaire.
In het eindrapport van de commissie-Van Traa en in het
Rijksrecherche-rapport werd eerder dit jaar felle kritiek geleverd op
officieren en hoofdofficieren van justitie. Zij zouden zich te weinig op
de hoogte hebben gesteld van de opsporingsmethoden van de politie,
vooral in de regio Kennemerland. Sorgdrager zal pas na de zomer de
Kamer nadere toelichting geven op de onderzoeken van Ten Kate en Ficq.