|
|
CRI gebruikte tonnen drugsgeld voor opsporing
Door onze redacteuren MARCEL HAENEN en TOM-JAN MEEUS
Deze handelwijze - het gebruiken van crimineel geld voor opsporingsonderzoeken - is in strijd met het officiële beleid van de CRI. Tegen de commissie-Van Traa verklaarde CRI-topman B. Barendregt nog dat de betaling van ,,tonnen'' aan criminele informanten ,,gigantisch'' en ,,onacceptabel'' is. De aanwending van het drugsgeld door de CRI - vrijwel identiek aan de omstreden "Haarlemse methode" - is deze maand aan het licht gekomen op de ministeries van Justitie en Antiliaanse en Arubaanse Zaken in Den Haag. Dit gebeurde nadat premier Eman van Aruba en zijn minister van Justitie Vos er eind februari bij vice-premier Dijkstal en minister Voorhoeve (Antillen en Aruba) hun beklag over deden dat 930.000 gulden in beslag genomen drugsgeld zoek was geraakt. Zij suggereerden dat de Arubaanse procureur-generaal J. Zwinkels, met wie de twee Arubaanse politici op voet van oorlog leven, het bedrag in eigen zak had gestoken. De 930.000 gulden werden destijds door de Amsterdamse politie ingenomen van twee infiltranten - een Cubaan en een Amerikaan - van de politie op Aruba, die met toestemming van het Arubaanse en Amsterdamse openbaar ministerie in Nederland een partij van 2.500 kilo softdrugs mochten verkopen. Tegen de commissie-Van Traa verklaarden de Amsterdamse politie en justitie over dit onderzoek - de "Cargo-zaak" - dat de 930.000 gulden vervolgens zijn geretourneerd aan het OM van Aruba, omdat dit de rechtmatige eigenaar van het geld zou zijn. Op Aruba is het geld echter nooit terechtgekomen. Bronnen bij het Arubaanse en Amsterdamse OM bevestigen dat het bedrag destijds in contanten is afgeleverd bij de CRI, omdat procureur-generaal Zwinkels vreesde voor lekken bij de Arubaanse banken. Ook zou Zwinkels te kennen hebben gegeven dat hij niet over het geld wenste te beschikken omdat het volgens hem eigendom van het Nederlandse ministerie van Justitie was. Daarna wendde de CRI het geld aan voor de betaling van in totaal vierhonderdduizend gulden aan twee criminele infiltranten die in het onderzoek een rol speelden. Ook keerde de CRI van het criminele geld een kleine zestigduizend gulden - 38.000 en 17.000 gulden - uit aan de Amsterdamse Criminele Inlichtingendienst (CID) als vergoeding voor gemaakte reis- en hotelkosten. Volgens woordvoerder R. Craemer van het Amsterdamse OM volgde die betaling na declaraties die werden ingediend bij het ministerie van Justitie. Het restant van het bedrag, krap 400.000 gulden, zou nog onder beheer van de CRI staan. Een van de informanten beweert overigens volgens een justitiële bron dat hij zijn geld nooit heeft ontvangen. Tegen de commissie-Van Traa verklaarde B. Barendregt van de CRI, hoofd van de landelijke CID, dat hij de betaling van ,,gigantisch grote bedragen'' aan infiltranten uit crimineel geld ,,onacceptabel'' vindt. ,,Als dat echt als netto winst overblijft voor de crimineel, dan krijgt hij een vrijwaring voor zijn rol omdat hij informant is en kan hij dingen onder regie van politie en justitie doen.'' De commissie-Van Traa oordeelt uiterst negatief over het gebruik van crimineel geld ten behoeve van opsporingsonderzoeken. Hierbij wordt gedoeld op de Haarlemse CID, die auto's en telecommunicatie-apparatuur inkocht van criminele gelden. Op de Cargo-zaak gaat de enquêtecommissie in zijn eindrapportage niet in, volgens bronnen rond de commissie ,,omdat wij die zaak niet in detail hebben bestudeerd''. Bij het OM op Aruba en in Amsterdam spreekt men elkaar tegen over de vraag wie in 1993 het initiatief heeft genomen het crimineel geld te besteden. Officier van justitie Van Capelle zei tegen de commissie-Van Traa dat ,,de financiële kant is afgewikkeld'' door zijn toenmalige collega Valente. Maar bij het Amsterdamse OM wijst men erop dat het geld uit het oog is verloren nadat het door de politie cash werd afgeleverd bij de CRI. Volgens bronnen bij het OM op Aruba zijn er met het OM in de hoofdstad gedetailleerde afspraken gemaakt over de besteding van het geld. Het Amsterdamse parket ontkent dit met klem. Een woordvoerder van het ministerie van Justitie zegt dat de CRI handelde in opdracht van het openbaar ministerie maar kan niet zeggen of dat het OM op Aruba of in Amsterdam was. Volgens bronnen bij politie en justitie liep de Cargo-zaak destijds op niets uit omdat de verkochte drugs van miserabele kwaliteit waren. ,,Het spul stonk naar rotte vis, de afnemers voelden zich geweldig belazerd'', aldus een betrokkene, die zegt dat een van de infiltranten nog enige tijd werd ontvoerd wegens de ondermaatse kwaliteit van de drugs.
|
NRC Webpagina's 27 maart 1996
|
Bovenkant pagina |
|