Zorg in Duitsland en Frankrijk over rapport-Van Traa
Door onze redacteur BEN VAN DER VELDEN
DEN HAAG, 3 FEBR. Duitsland en Frankrijk reageren bezorgd op het
rapport
van de commissie-Van Traa. Aanleiding voor deze verontrusting is de
gedetailleerde regeling van het gebruik van opsporingsmethoden door de
politie,
die de parlementaire enquêtecommissie heeft aanbevolen in haar
donderdag
gepubliceerde rapport.
Er zijn geen officiële buitenlandse reacties. De nauwkeurige
lezing van
het rapport-Van Traa is bij ambassades in Den Haag nog maar
ternauwernood
begonnen. Diplomaten willen ook niet door uitspraken te doen de indruk
wekken
dat zij de Nederlandse discussie over de aanbevelingen van de commissie
trachten te benvloeden. Amerikaanse specialisten in drugsbestrijding
zeggen te
willen afwachten wat er van de voorstellen van de enquêtecommissie
in de
praktijk terechtkomt alvorens te reageren.
Maar bij Duitse justitiespecialisten is al wel de vraag gerezen welke
gevolgen ver gaande regulering van de Nederlandse opsporingsmethoden
kunnen
hebben voor de samenwerking tussen de Nederlandse en Duitse politie bij
de
bestrijding van drugscriminaliteit.
Verwacht wordt dat de voorgestelde opsporingsmethoden aan de orde
zullen
komen bij het gesprek over het drugsbeleid dat bondskanselier Kohl, de
Franse
president Chirac, de Belgische premier Dehaene en de Luxemburgse premier
Juncker 7 maart aanstaande in Den Haag met premier Kok zullen hebben.
Aan Duitse zijde bestaat de vrees dat het opsporen van drugshandelaren
die
hun waar via de Rotterdamse haven naar Duitsland brengen, door
verandering van
de Nederlandse regelgeving over toegestane opsporingsmethoden,
bemoeilijkt gaat
worden.
Bij de Franse politie is vorig jaar vanaf het ogenblik dat het
parlementair
onderzoek begon al vastgesteld dat de Nederlandse politie voorzichtiger
was
geworden met het toepassen van opsporingsmethoden waarvoor de
commissie-Van
Traa nu regulering heeft aanbevolen. Maar de Frans-Nederlandse
politiesamenwerking is altijd beperkter geweest dan de
Duits-Nederlandse.
Aan Franse zijde wordt met verwondering geconstateerd dat de
commissie-Van
Traa enerzijds de omvang van de criminaliteit schildert en anderzijds
meer
richtlijnen aanbeveelt waaraan de politie zich moet houden bij het
bestrijden
van die criminaliteit. De huidige Franse president heeft herhaaldelijk
het
Nederlandse drugsbeleid bekritiseerd. Ook heeft Frankrijk zich kritisch
uitgelaten over de kwaliteit van de opsporing van drugs die in de
Rotterdamse
haven worden aangevoerd.