U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.

NIEUWS  TEGENSPRAAK  SUPPLEMENT  DOSSIERS  ARCHIEF  ADVERTENTIES   SERVICE


Dossier Opsporing

Nieuws

Rapport

Achtergrond

Biografie

Opinie

Begrippen

Overzicht

"Sorgdrager moet oordeel wijzigen"

Door een onzer redacteuren
DEN HAAG, 3 FEBR. Minister Sorgdrager (Justitie) moet terugkomen op haar oordeel dat het toelaatbaar is voor de politie en justitie om bij infiltratie-acties harddrugs op de markt te brengen.

Dit zegt de voorzitter van de enquêtecommissie opsporingsmethoden, M. van Traa, vandaag in een vraaggesprek met deze krant. Sorgdrager liet gisteren na afloop van de ministerraad in het midden of de methode van het doorlaten van drugs wordt afgeschaft, zoals de enquêtecommissie voorstelt in haar eindrapport. Tijdens de enquête zei Sorgdrager dat ze het doorlaten van soft- en harddrugs acceptabel acht. Maar Van Traa vindt het ,,heel belangrijk dat aan deze opsporingsmethode paal en perk worden gesteld''.

Het kabinet beraadt zich op korte termijn op gesprekken die Sorgdrager en minister Dijkstal (Binnenlandse Zaken) gaan voeren met de ,,personen die worden genoemd'' in het rapport van de enquêtecommissie opsporingsmethoden, aldus minister-president Kok gisteravond na afloop van het kabinetsberaad.

In het rapport-Van Traa is harde kritiek geuit op functionarissen van politie en justitie. Bij zowel Kok als Sorgdrager heeft het rapport van de commissie-Van Traa een ,,schok van herkenning'' teweeggebracht. Het kabinet kan de conclusies ,,niet anders dan hoogst ernstig nemen'', aldus de premier. ,,De boodschap is een hele harde.''

Sorgdrager zei dat de algemene conclusie in het rapport - "crisis in de opsporing" - haar ,,pijn'' doet. Zij wil haar reorganisatieplannen met het openbaar ministerie en haar departement verder uitvoeren en bekijken ,,hoe je de mensen die er zijn, functies kan geven die het beste bij hen passen''. Sorgdrager zei naar aanleiding van vragen van journalisten over haar vorige functie als procureur-generaal dat zij ,,absoluut niet het gevoel'' heeft dat zij ,,geen schone handen'' heeft. Zij wil er alles aan doen om het vertrouwen van de burger in het opsporingsapparaat te herstellen.

Kok zei dat er in het kabinet ,,een grote mate van solidariteit'' heerst met de betrokken ministers Sorgdrager en Dijkstal. Over steun aan de twee ministers voor politie bestaat in het kabinet geen enkele twijfel, aldus de premier.

Sorgdrager wil snel met de Tweede Kamer in debat om tot normering voor de gehanteerde opsporingsmethoden te komen, een van de belangrijkste aanbevelingen van de commissie-Van Traa. ,,Dat had al veel eerder moeten gebeuren'', zei Sorgdrager. De minister kan zich ,,in grote lijnen'' vinden in de aanbevelingen van Van Traa over de normering van opsporingsmethoden. Zij wil met "het veld" en de Tweede Kamer praten over de exacte invulling van de wetgeving.

Uit het rapport stijgt volgens minister Sorgdrager het beeld op dat de organisaties die zijn betrokken bij de bestrijding van de criminaliteit falen. De problemen waarmee politie en justitie kampen zijn volgens haar ,,niet morgen aangepakt. Het is een kwestie van lange adem.''

De kwaliteit en aansturing van de recherche moeten volgens Sorgdrager verbeteren, evenals de relatie tussen politie en openbaar ministerie. Bij het openbaar ministerie bestaat een ,,gebrek aan kwaliteit en kwantiteit''. De bewindsvrouw wees erop dat zij de reorganisatie van het openbaar ministerie een jaar geleden heeft ingezet. Van het tot nu toe losse OM wil zij een strakkere, centraal geleide organisatie maken. Sorgdrager zei blij te zijn met de steun van de enquêtecommissie voor haar reorganisatieplannen bij het OM. ,,Dat motiveert mij hier nu mee door te gaan. Ik heb bij het openbaar ministerie gewerkt. Ik weet wat er mis is.''

Premier Kok noemde het rapport van de commissie-Van Traa een ,,grondig, gedegen werkstuk'' waarvoor het kabinet grote waardering heeft. Kok waarschuwde ervoor dat de openheid waarmee de criminaliteitsbestrijding aan de kaak is gesteld, geen reden mag zijn om te veronderstellen dat Nederland ,,een eiland van onmacht en onkunde in een oceaan van criminaliteit is. We moeten de bevindingen van de commissie blijven zien in de juiste proportie.''

Minister Dijkstal herhaalde gisteren nog eens dat hij binnenkort met de beheerders van de politiekorpsen wil gaan praten over de ,,knelpunten'' bij de politie.

NRC Webpagina's
3 februari 1996

    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC Handelsblad