|
|
NIEUWSSELECTIE
|
De kunst om Nederland binnen te komen als
toneelstuk
Geen weg terug
door Corine Vloet
Zo luidt de belangrijkste persoonlijke informatie die ik uit mijn hoofd moet proberen te leren voordat ik kan beginnen aan mijn rol van Sabri in Zonder uitnodiging... een reis als geen andere. Zonder uitnodiging, een productie van Rotterdam 2001 in samenwerking met VluchtelingenWerk Nederland en Vluchtelingen Organisaties Nederland, wil laten ervaren hoe het is om een vluchteling te zijn door de bezoeker zelf in die rol te plaatsen. In het voormalig pakhuis Las Palmas is op 1000 vierkante meter een doolhofachtig decor gebouwd, waarin de vluchtelingen via verschillende mogelijke vluchtroutes hun weg moeten proberen te vinden van het land van herkomst naar gastland Nederland. De échte acteurs van de voorstelling spelen de mensen die hun pad kruisen, zoals soldaten, mensensmokkelaars en IND- ambtenaren. Vijftien van de vijfenveertig acteurs zijn zelf vluchteling geweest. De voorstelling werd al in 1997 ontwikkeld door de Belgische vluchtelingenorganisatie CIRE, maar is compleet herschreven voor de Rotterdamse productie, met een sterk theatraal accent. "Wij wilden het veel dramatischer maken", vertelt projectleider Joke van Rossum. "In de oorspronkelijke Belgische productie, die ook in Parijs, Luxemburg en Rome te zien was, was bij binnenkomst meteen de hele ruimte te overzien, legde iedereen dezelfde route af, en moesten bezoekers onderweg telkens weer bordjes met informatie lezen. Wij besloten om het 'voelen' van het 'weten' te scheiden", zegt Van Rossum. En dat is bepaald geen vrijblijvende ervaring, voor de bezoekers evenmin als voor de acteurs. Mede daarom bleek het tamelijk moeilijk om vluchtelingenacteurs voor de voorstelling te vinden. "We hebben advertenties gezet, vluchtelingen gescout, toneelverenigingen aangeschreven en zijn naar allochtone ontmoetingsplaatsen gegaan", vertelt Van Rossum. Op de aanmeldingen volgden 'intakegesprekken' van een uur, waarin zij met de aspirant-acteurs sprak over hun eigen achtergrond en vluchtverhaal. "Daar willen vluchtelingen vaak liever niet over praten", zegt Van Rossum. "Maar acteurs putten uit hun eigen ervaring, en ik moest het er wel over hebben om aan te geven wat de voorstelling los zou kunnen maken. Sommige mensen begonnen al tijdens het gesprek te huilen." Dertig mensen zagen er na dat eerste gesprek vanaf; bij de audities vielen er nog vijf anderen af; tijdens de repetities weer twee. Van Rossum: "Er was bijvoorbeeld een man uit Irak, die in een repetitie de naam Saddam Hoessein niet uit zijn mond bleek te kunnen krijgen". Uiteindelijk bleven er van 52 aanmeldingen vijftien mensen over. De rollen van het publiek zijn gebaseerd op vijf serieuze, waargebeurde vluchtverhalen, allemaal beginnend in landen waar de mensenrechten al meer dan tien jaar worden geschonden. Tijdens de repetities bleek vaak dat de acteurs daar nog veel uit hun eigen ervaringen aan konden toevoegen. Zo vertelde een acteur hoe het in Iran de gewoonte is om twee mensen met hun hoofden tegen elkaar te executeren, zodat er maar één kogel voor nodig is nu een vaste scène in de voorstelling. En wie het lijk van een familielid komt ophalen, legde hij uit, moet 1000 dollar betalen voor de kogel. Het publiek wordt telkens in groepjes van vijf, zo om de tien minuten, naar binnen geloodst Zonder uitnodiging is een doorlopende voorstelling, en reserveren voor een specifiek tijdstip noodzakelijk. Aan de buitenkant van de decorpanelen hangen lijstjes met de spelregels. Wie wacht om naar binnen gelaten te worden, kan daar bijvoorbeeld lezen: 'De acteurs mogen u aanraken maar geen pijn doen, hetzelfde geldt ook voor u'. Wie aangeeft te willen stoppen, meldt het briefje geruststellend, zal door een acteur naar de dichtstbijzijnde nooduitgang worden begeleid. Van achter de panelen klinkt ondertussen een akelig geschreeuw, gebonk en geren, nu en dan overstemd door geluiden van geweerschoten en ontploffingen. Wie naar binnen mag, krijgt in de briefingsruimte een rol toegewezen. Daarna is er een paar minuten tijd om de levensloop van je personage te lezen en je de belangrijkste persoonsgegevens in te prenten. Ook wordt iedereen uitgedost met een paar herkenningstekens, zodat de acteurs weten met welk personage ze te doen hebben.Gewapend met een paspoort, trouwboekje, trouwring en Monopoly-geld stap ik dan, samen met mijn man Odo Yakub, het spel binnen. Onmiddellijk komt er een groezelige soldaat op ons afgerend gescheurd hemd, verwilderde blik die ons tegen de muur kwakt, fouilleert, een geweer tegen het hoofd zet en dreigt ons ter plekke te executeren. Iemand anders, klaarblijkelijk van de geheime dienst, komt tussenbeide, en wil informatie over de broer van Odo. We worden op de knieën gedwongen, krijgen onze geplastificeerde paspoorten in de mond geduwd, en moeten zo blijven zitten. Ondertussen komen alweer de volgende Sabri en Odo binnen met in de rol van Odo ditmaal de Amsterdamse burgemeester Job Cohen, eregast op de opening. Hem valt dezelfde ontvangst ten deel, en al snel zitten we met z'n vieren, paspoort in de mond, op onze knieën. De man met het geweer wordt gespeeld door de Iraniër Farhad Foroutanian, in het dagelijks leven acteur, schilder en cartoontekenaar. Foroutanian (43), sinds 1986 in Nederland, richtte samen met zijn vrouw, de actrice Nasrin Foroutanian, een gezelschap voor multiculturele podiumkunst op, en speelde sindsdien in tal van theaterproducties. Maar ik heb nog nooit een voorstelling gezien die zulke sterke reacties opriep bij het publiek, vertelt hij."Het is pure ervaring. Ze weten wel van te voren dat ze toneel gaan spelen, samen met ons, maar ze weten niet dat het een serieus spelen is, dat er binnen het spel geen weg terug is." Net voordat de kramp in mijn benen echt vervelend wordt, mag ik opstaan. Er volgt een verwarrende ondervraging, vol vervelende insinuaties. Of ik soms niets wil zeggen omdat de broer van Odo beter is in bed? Uiteindelijk word ik eropuit gestuurd om hem te zoeken. Als ik Odo's broer uitlever, zal ik mijn man terugkrijgen, belooft de officier van de geheime dienst.
Mensensmokkelaars Foroutanian: "De geheime dienst en mensensmokkelaars vind ik zware rollen om te spelen. Ook de manier van spelen, één op één, kan het moeizaam maken. Bij iedere bezoeker is het weer anders, je moet steeds opletten, kijken hoe ver je kunt gaan. Maar het contrast tussen wat je zegt en wat je zou kunnen doen maakt deze rollen ook erg leuk. Je staat met een pistool in je hand mensen te vertellen dat je het beste met ze voorhebt, en ze hebben geen andere keus dan te accepteren wat je zegt. Het is een angstaanjagende realiteit, zulke mensen kom je overal tegen." Iemand op zo'n manier geestelijk afbreken, vindt Foroutanian, is het allerergste wat je kunt doen. "Met de kogel iemand afmaken is niet zo moeilijk."
Chicago Ik klop aan bij een huisdeur, waarop een vrouw me snel naar binnen trekt maar dan weer verdwijnt. Minutenlang wacht ik, zonder te weten waarop. Ze keert terug en vertelt dat Odo's broer is doodgeschoten en ik moet vluchten. Weer moet ik wachten (langzaamaan begint zich hier een thema van de voorstelling af te tekenen), terwijl ze een uitreisvisum naar Turkije regelt. Het is de bedoeling dat ik op het luchthaven van Istanbul Odo zal onmoeten. Eenmaal op het vliegveld een rij plastic stoeltjes, een balie, en twee andere Sabri's wacht ik tevergeefs. Maar omdat ik net al mijn geld heb uitgegeven aan de laatste twee tickets naar Chicago, moet ik dus wel met de vlucht mee. In het vliegtuig een lange zit wordt een film met Marcello Mastroianni vertoond. "Het eindeloze wachten en de verveling komen het hardste aan bij het publiek", vertelt Van Rossum. Dat is ook de bedoeling. Het zijn twee van de belangrijkste factoren die het vluchtelingenbestaan zo zwaar maken. Maar ook hun totale machteloosheid maakt indruk op de bezoekers. Een vrouw kwam huilend uit een try-out voorstelling. Ze werd opgevangen door Van Rossum: "Ze kon niemand meer vertrouwen, ging zich onveilig voelen." Voor 'nazorg' zullen de komende tijd mensen van Vluchtelingenwerk aanwezig zijn. Op Schiphol aangekomen voor een tussenlanding, blijf ik in de transitzone wachten op Odo. Dit keer lijkt het wel heel lang te duren. Niet zo vreemd: volgens de marechaussee die eindelijk langskomt, zit ik er al drie dagen, terwijl twee het maximum is. Maar weg uit Nederland mag ik ook niet, omdat ik geen visum voor Amerika heb. Bij de douane wacht een surreële ervaring: de verveelde beambte tegenover me is dezelfde vrouw die op de foto in mijn paspoort staat. Ze geeft geen krimp bij het inspecteren van haar eigen foto, en legt me op een vermoeid-ambtelijke toon de asielprocedure uit. Nasrin Foroutanian, de vrouw van Farhad, hoor ik later. Van Rossum: "Zij is echt een hele grote actrice in Iran, een soort Madonna van het Oosten. In Nederland moet ze weer bij nul beginnen." Nergens duurt het wachten langer dan bij de IND. Nog altijd geen Odo, wel zie ik een van een bloederig hoofdverband voorziene Job Cohen passeren. Nee, zijn beeld van de vluchtelingenproblematiek is er niet radicaal door veranderd, zegt hij na afloop. Wel vond hij de voorstelling "een bijzondere gebeurtenis", waarin inderdaad "het element van wachten" heel goed overgebracht werd. Maar de voormalige staatssecretaris van Justitie, tot afgelopen december nog verantwoordelijk voor het asiel- en immigratiebeleid, werd ook getroffen door het gemak waarmee je je geld en je paspoort kunt kwijtraken. Cohen: "Of je nu wil of niet, er zijn momenten tijdens zo'n reis waarop je niets anders kunt doen, en dat wordt hier buitengewoon voorstelbaar gemaakt. Je gaat heel anders aankijken tegen de vraag, 'waarom heb je je paspoort afgegeven?'. Van Rossum: "De actrice die als smokkelaar Cohens paspoort afnam, vertelde dat hij behoorlijk tegenstribbelde. Uiteindelijk besefte hij wel dat het een keus was tussen achterblijven met het paspoort, en doorreizen zonder." Hij hoopt dat er "veel vrienden uit de vreemdelingenindustrie" de voorstelling gaan zien, zegt de burgemeester nog. Dat zal wel gaan lukken. De hoofden van de marechaussee, IND, vreemdelingenpolitie, COA (Centraal Orgaan Opvang Asielzoekers) en de vluchtelingenorganisaties zijn allemaal al geweest, vertelt Van Rossum. "Allemaal zeiden dat ze terug zouden komen met hun achterban." Een andere doelgroep voor Zonder uitnodiging zijn kinderen vanaf 12 jaar. In het weekend kan het gewone publiek komen, maar door de week zijn de voorstellingen gereserveerd voor schoolklassen. "De helft van alle vluchtelingen is tenslotte jonger dan 18 jaar. Die kunnen ook bij jou in de klas terechtkomen", aldus Van Rossum. De kinderen komen niet onvoorbereid; scholen die zich hebben opgegeven krijgen een dik lespakket. Veel volwassenen vragen zich af of kinderen er wel tegen kunnen. Maar de meesten vinden het spannend, zegt Van Rossum. Foroutanian: "Ze ervaren andere kanten van de voorstelling, noemen het vaak tof, avontuurlijk, maar ook: apart. " Kinderen kunnen beter de scheiding aanbrengen tussen spel en werkelijkheid, stellen de acteurs, doen vol overtuiging mee. En ze blijken zich heel assertief op te stellen. Daarmee hebben ze een ander belangrijk aspect van de voorstelling begrepen. Van Rossum: "Het is makkelijk om te zeggen: wat een treurige verhalen. Maar ik hoop dat deze voorstelling ook de moed en de kracht van vluchtelingen laat zien. Je moet er nogal wat voor doen, namelijk."
'Zonder uitnodiging'. Regie: Roel Lankhuizen. Scenario: Kristian Kanstadt. T/m 30 juni in Las Palmas, Wilhelminakade 66, Rotterdam. Reserveren verplicht: 010 4022001.
|
NRC Webpagina's 13 APRIL 2001
|
Bovenkant pagina |
|