U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.
Klik hier
N R C   H A N D E L S B L A D  -  S P O R T
NIEUWS  TEGENSPRAAK  SUPPLEMENT  DOSSIERS  ARCHIEF  ADVERTENTIES   SERVICE

 NIEUWSSELECTIE 
 KORT NIEUWS 
 RADIO & TELEVISIE 
 MEDIA 

S c h a k e l s
Schaatsen.nl

Afscheid van een schaatsend oermens


Marathonschaatser Piet Kleine zette zaterdagavond op zijn thuisbaan in Assen een streep onder zijn actieve loopbaan. (Foto Sake Elzinga)

Door onze redacteur ERIK OUDSHOORN
ASSEN, 25 FEBR. Hoewel hij het eeuwige sportleven leek te hebben, zette Piet Kleine (49) zaterdagavond na ruim dertig jaar een punt achter zijn actieve loopbaan als (marathon)schaatser.

Dat gebeurde aanvankelijk met een zevende plek in de finale van de KNSB Cup in Assen en later op een feestje van zijn Frisia-ploeg. Afscheid van een schaatsende oermens die dankzij een vijfjarig contract van stalbaas Dirk Scheringa verder gaat als begeleider, coach en schaatsambassadeur.

Hoe kon het ook anders, Piet Kleine had als idool Fred Anton Maier toen hij op vijftienjarige leeftijd reeds zijn schaatstalenten etaleerde en toetrad tot de gewestelijke selectie Drenthe van Leen Pfrommer. Maier, de Noorse stayer, kon halverwege de jaren zestig nog weleens voor vuurwerk zorgen op de lange afstanden. Tot hij zijn meerdere moest erkennen in het supertrio Verkerk, Schenk en Bols. Qua schaatsstijl had Maier ook wel wat weg van Piet Kleine.

Al spoedig bleek dat de zoon van een spoorwegarbeider uit het Drentse Kerkenveld aanleg bezat voor schaatsen, wielrennen en voetbal. ,,Piet had overal talent voor'', kan Egbert van 't Oever zich herinneren. Hij was dertig jaar geleden al zijn coach bij Jong Oranje in een ploeg met Jacques de Koning, Co Giling en Jan Derksen. ,,Het is een man met een superlichaam en een superinstelling die altijd wil presteren. Op de trainingen kon hij het tempo soms niet eens bijhouden of werd hij verslagen door zijn ploeggenoten. Maar dat zei niets over de wedstrijden. Dan stond hij er ineens.''

Het gezin Kleine had het echter niet breed en de moeder van Piet moest zelfs op zoek naar bijbaantjes om de schaatstrainingen te kunnen betalen. Ze werd gezinsverzorgster bij Humanitas en schoonmaakster op een school in Hollandscheveld. Om de kosten te drukken reed Kleine met Jan Bols mee naar de kunstijsbaan in Assen. ,,Hij was toen al heel flegmatiek'', vertelt Leen Pfrommer over zijn karakter. ,,Een beetje teruggetrokken en wars van publiciteit. Typisch Drents, doe gewoon dan doe je al gek genoeg. Inmiddels heeft hij wel door dat het je geen windeieren legt als je af en toe eens in de publiciteit treedt.''

Kleine stapte in de leemte die Schenk, Bols en Verkerk achterlieten toen zij kozen voor het professionalisme. Prompt keerde de fanclub van Bols zich af van de stayer uit Hoogeveen en omarmde Kleine als nieuwe held. Pfrommer: ,,De Drent vond het te gek voor woorden dat je geld vroeg voor het schaatsen.''

In 1976, precies een kwart eeuw geleden, beleefde Kleine zijn gloriejaar. Aanvankelijk zag het daar niet naar uit. In de landenwedstrijd tegen Noorwegen boekte alleen sprinter Eppie Bleeker winst. Pfrommer werd door de media ,,weggeschreven'' en verweten dat hij zijn rijders in het olympische seizoen over de kling had gejaagd. Dat bleek later mee te vallen. Op de Winterspelen van Innsbruck veroverde Kleine goud op de tien kilometer en zilver op de vijf. Ontzettend kwaad was hij geworden toen de wedstrijdleiding hem te laat waarschuwde voor de 1500 meter. Pfrommer: ,,Het sneeuwde flink. Er werd later gedweild dan de bedoeling was. Piet had zijn schoenen nog aan en zat in de kleedkamer toen hij werd omgeroepen. Hollend bereikte hij de start. Ja, dat speelde nog mee toen hij op de tien kilometer de 14.53,30 van de Noor Sten Stensen moest overtreffen.'' Maar Kleine had in de laatste ronden nog genoeg adem over om te versnellen en bleef moeiteloos onder die tijd (14.50,59).

In die jaren hadden schaatsers meestal een baantje erbij om in het leven te blijven, maar Kleine was werkloos. Hij had een opleiding op de LTS genoten voor timmerman maar toen hij aan de slag ging kreeg hij last van armen en schouders. Ook voor het werk van stukadoor, grondwerker en klusjesman op een camping bleek hij fysiek niet in de wieg gelegd. Terwijl zijn vader dagelijks sjouwde met bielsen en keien bij de spoorwegen. Pfrommer greep het olympische succes van Kleine aan om hem te helpen. ,,Hij had een keer tegen mij gezegd: 'Het zou zo mooi zijn als ik bode kan worden op het gemeentehuis in Hoogeveen, parketwachter bij het kantongerecht of postbode'', aldus de huidige coach van Ids Postma. ,,Maar voor de baan van postbode was er een wachtlijst van 24 personen.'' Pfrommer greep het olympische succes aan om het verzoek van Kleine over te brengen aan de toenmalige minister van CRM, Harry van Doorn. Die vertoefde ook in Innsbruck, tot grote ergernis van Hans van Helden (,,Hij heeft Veronica om zeep geholpen. Die man bederft hier de schone lucht met zijn dampende pijp'').

Kleine kreeg zijn baan als postbesteller. Nog steeds rijdt hij bijna dagelijks zo'n veertig kilometer van dorp naar dorp om brieven te bezorgen. ,,Piet is een echt buitenmens'', zegt Jos Niesten die hem later ontmoette in het marathonpeloton en die de afgelopen twee jaar zijn ploegleider was bij Frisia. ,,Daarom schaatst of fietst hij ook zo graag.''

In 1976 werd Kleine ook wereldkampioen allround en vier jaar later zou hij achter het fenomeen Eric Heiden nog zilver veroveren op de tien kilometer van de Spelen in Lake Placid. In 1981 sloot hij zijn loopbaan als langebaanschaatser af. Hij trad toe tot het metier van de wielrenners. Hij maakte deel uit van de Concorde-ploeg, reed Parijs-Nice en eindigde op het WK ,in de omgeving van Venetië, met de ploegentijdrit als vijfde. Joop Zoetemelk werd op dat evenement in 1985 overigens in de nadagen van zijn loopbaan nog wereldkampioen.

'Hij heeft een enorm duurvermogen'

De Elfstedentocht van dat jaar bezorgde Kleine echter ook weer schaatskriebels. Bovendien had hij last van hartkloppingen gekregen nadat hij de racefiets abrupt in de schuur zette. Op advies van de dokter bond Kleine de lange ijzers weer onder en trad hij toe tot de rijen der marathonschaatsers.

Dat was wennen in het begin, maar Kleine redde zich beter dan menige langebaanrijder die dezelfde overstap maakte. Niesten: ,,Ik kan me nog een natuurijswedstrijd herinneren in Maasland die ik zelf won. Piet wist echt niet hoe hij zijn krachten moest verdelen en wanneer hij wel of niet naar een groepje moest rijden. Ik heb hem toen een beetje geholpen met aanwijzingen. Hij had van huis uit een lange slag, te lang eigenlijk voor de marathons. De intrede van de klapschaats was in het voordeel van Piet. Daardoor moesten anderen weer wat meer ijs gaan maken. Maar de grootste aanpassing heeft hij moeten doen in de bochten. Ook het snel accelereren bij demarrages is nog steeds niet zijn sterkste punt.''

Niettemin geeft Niesten hoog op over de oerkrachten van de natuurmens Kleine. ,,Hij heeft een enorm duurvermogen. Nog steeds verbaas ik me daar over. In trainingskamp gingen we onlangs een uurtje of vier fietsen. Na een kwartier nam Piet de kop over om hem niet meer af te staan. Als een stel dode vogeltjes probeerden we hijgend in het wiel van Piet te blijven. Ruitenberg en Angenent waren de afgelopen jaren gewend dat Kleine op het ijs de gaatjes voor hen dichtreed. Zij zullen nu hun tempobeul missen en de wedstrijden anders moeten indelen.''

In 1994 won hij op zijn 43ste nog vijf marathons. Niesten: ,,Hij reed in een ijzersterke ploeg met Kramer, Van Kempen en Stam. De sprinters moesten hem steeds terughalen maar deden dat niet.'' Drie jaar later werd Kleine vijfde in de Elfstedentocht. Op het netvlies staat nog steeds het moment dat hij vergat te stempelen bij het slecht verlichte hokje van Hindeloopen. Dat bevindt zich nu in het schaatsmuseum en er is een brug naar hem genoemd ('Piet Kleine Brechje') op de plek waar hij de fout in de gaten kreeg. Kleine werd gediskwalificeerd, maar ontving wel een kruisje dat hij per ommegaande terugstuurde.

De vraag zal altijd blijven: hoe kon hij het zo lang volhouden? Pfrommer: ,,Hij heeft nooit gerookt en altijd matig alcohol gebruikt. Hij trainde niet omdat het moest, maar omdat hij het leuk vond.'' En Van 't Oever: ,,Hij vormt het levende bewijs dat iemand tot een gerespecteerde leeftijd kan sporten als je netjes leeft.''

Kleine wilde niet als een versleten man afscheid nemen. Daarom zette de reus uit Drenthe zaterdagavond op zijn thuisbaan in Assen een streep onder zijn actieve loopbaan in het marathoncircus. Komend weekeinde zal hij in Finland nog proberen een alternatieve elfstedentocht te rijden. Vanaf volgend seizoen fungeert Kleine voor de Frisia-ploeg als assistent-coach van Niesten en als schaatsambassadeur om het marathonrijden te promoten. Teameigenaar Dirk Scheringa heeft hem een vijfjarig contract aangeboden. Niesten is blij dat een monument bewaard blijft voor de schaatssport. ,,Ik heb nog nooit zo'n fijn persoon ontmoet. Hij is altijd zichzelf gebleven. Gewoon is niet gewoon genoeg voor Piet.''

NRC Webpagina's
25 FEBRUARI 2001


    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC Handelsblad