U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.
Klik hier
N R C   H A N D E L S B L A D  -  B I N N E N L A N D
NIEUWS  TEGENSPRAAK  SUPPLEMENT  DOSSIERS  ARCHIEF  ADVERTENTIES   SERVICE

 NIEUWSSELECTIE 
 KORT NIEUWS 
 RADIO & TELEVISIE 
 MEDIA 

Politie tussen de schoolbanken


Scholen worden steeds vaker geconfronteerd met geweld door leerlingen of hun ouders. In Amsterdam staat meteen de politie op de stoep.

Door onze redacteur SHEILA KAMERMAN

AMSTERDAM, 8 FEBR. Onderweg in de auto gaat de mobiele telefoon van politieman Wim de Weerdt. Een vmbo-school in Amsterdam-West aan de lijn. Tijdens de wiskundeles heeft een brugklasser brand gesticht in het lokaal. De gordijnen vatten vlam en de luxaflex is verschroeid. De Weerdt: "We komen er meteen aan."

Vijf minuten later treffen hij en zijn collega Joke van der Sluijs de leerlingbegeleidster met een bedeesde Moestafa (12). Terwijl de leering op de gang wacht, vertelt de begeleidster hoe hij met een papieren zakdoekje en een aansteker de gordijnen in de hens stak, waarschijnlijk aangemoedigd door vriendjes. "Hij behoorde nog niet tot de harde kern. 't Is jammer, maar hij moet van school."

De Weerdt en Van der Sluijs zijn van het zogenoemde tienerteam van de politie in Amsterdam-West. In de afgelopen twee jaar hebben 11 van de 12 middelbare scholen in dit stadsdeel een convenant met de politie gesloten. Ze kunnen op elk moment van de dag een beroep op de politie doen bij geweld, afpersing of intimidatie.

Niet alleen leerlingen maar ook hun ouders maken zich schuldig aan geweld op school. Gisteren nog werden twee ouders uit Deventer aangehouden, nadat de vader een leerkracht van een openbare basisschool met een hockeystick had geslagen. De ouders waren boos over de schooladviezen voor hun kinderen. De Weerdt moet gemiddeld een keer per maand opdraven omdat een leerling een van zijn ouders heeft opgetrommeld na een ruzie met een leraar of leerling. Ouders luisteren vaak alleen naar het verhaal van hun kind. De Weerdt: " Leraren hebben regelmatig te maken met verbaal geweld van ouders. Soms grijpt zo'n vader zelfs een leraar bij zijn keel, heel bedreigend. Ik zet de partijen bij elkaar en probeer te bemiddelen."

Alle scholen, maar vooral die in de grotere steden en omringende gemeenten, kampen met geweld. Veel scholen praten er liever niet over, bang om gestigmatiseerd te worden. Alleen als het echt misgaat, komt het naar buiten. Zoals na de schietpartij ruim een jaar geleden op een mbo-school in Veghel. In 1998 onderzocht het Amsterdams Samenwerkingsproject Veilig Op School (ASVOS), waarbinnen vele middelbare scholen en enkele onderzoeksbureaus onder regie van de gemeente verenigd zijn, de veiligheid op Amsterdamse middelbare scholen. Hieruit bleek dat er per jaar tienduizenden incidenten, variërend van pesten en schelden tot vechtpartijen en bedreiging met wapens, op de scholen waren, waarvan slechts een kwart bij de leraren bekend. De daders bleken vaak tussen de 10 en de 14 jaar oud, zowel jongens als meisjes. Het aantal incidenten op vbo-scholen was niet groter dan op een vwo-school.

Net als in Amsterdam-West hebben ook scholen in -Oost en -Zuid zich verenigd om, met hulp van de politie, tot oplossingen te komen. "Die samenwerking werkt goed", zegt Wim Ruijsendaal, voorzitter van het ASVOS. Scholen kunnen van elkaar leren en ze nemen elkaars leerlingen over als die van school af moeten. Eind 2001 volgt een evaluatie.

Politieman De Weerdt belt de ouders van Moestafa. "Kunt u uw zoon van school komen halen? Dan kunnen we even praten." Zijn moeder had daarvoor geen tijd, zegt hij als hij heeft neergelegd. "Sommige ouders hebben geen flauwe notie waarover het gaat", zegt de leerlingbegeleidster. "Soms weten ze niet eens in welke klas hun kind zit." De Weerdt belooft later terug te komen, desnoods brengt hij Moestafa persoonlijk naar huis. Maar nu moet hij door naar de unit Handel van het ROC van Amsterdam in Amsterdam-West.

De directrice van dit college, Ria Bleeker, voert een strikt beleid. Leerlingen moeten zich houden aan de schoolregels. De school heeft een interne veiligheidscoördinator, Joop van der Meulen, die wordt opgetrommeld bij alle ongeregeldheden. De veiligheidscoördinatoren van verschillende scholen wisselen onderling ervaringen uit. Gaat het om ernstige overtredingen - bezit van wapens, een stevige vechtpartij - dan roept Van der Meulen de politie erbij. De politie houdt bovendien regelmatig onverwachte jassen-, tassen en kluisjescontroles op diverse scholen. "Jongens, tassen op tafel!", roept Wim de Weerdt dan. "Ik vindt nog steeds wel eens wat. Busjes gas, een mes of een afgeveilde schroevendraaier. Maar het is niet meer te vergelijken met drie jaar geleden, toen we begonnen. Toen trof ik nog vlindermessen, werpsterren en ploertendoders aan. Op alle scholen kom je het tegen. Je gelooft je ogen gewoon niet."

Het ROC steekt veel energie in preventie. Zo kom je zonder pasje het gebouw niet in. Pasje kwijt betekent aangifte doen bij de politie. Een bewaker houdt toezicht bij de deur. "We kregen teveel buitenstaanders binnen", zegt Bleeker. "Dat zijn vaak juist de mensen die drugs of criminaliteit de school binnenbrengen."

Het ondernemerscollege heeft sinds drie jaar een Marokkaanse leerlingbegeleider, Abdes Mehyou, omdat bijna alle leerlingen van Marokkaanse afkomst zijn. Dat werkt. Als ouders in het Arabisch van Abdesh hebben gehoord wat de problemen zijn, zijn ze vaak bereid mee te werken aan verbetering. Mehyou: "Marokkaanse ouders zijn strenger dan Nederlandse. En kinderen hebben vaak veel respect voor hen."

De Weerdt en Van der Sluijs zijn nu door het ondernemerscollege opgepiept omdat Ali (13) een busje traangas in zijn bezit heeft. De leerling beweert bij hoog en laag dat hij het op de trap heeft gevonden. Van der Sluijs is streng. Ali weet best dat dat niet waar is. Als hij slim is, vertelt hij nu de waarheid, zodat het binnen de school kan worden opgelost. Anders neemt de politie het over en krijgt hij een strafblad. Van der Sluijs buigt voorover: " Ali, je weet dat het niet goed voor je is als je een strafblad hebt, toch?" De Weerdt speelt vooralsnog vergevingsgezindheid. "Laten we hem een kans geven", zegt hij tegen Van der Sluijs. "Het is moeilijk voor hem om te zeggen hoe hij aan het busje gas komt, hij mag het opschrijven." Terwijl Ali schrijft, gaan De Weerdt en Van der Sluijs koffie drinken in de lerarenkamer. Tien minuten later komt de leraar van Ali met een kladje beneden. Ali blijft bij zijn verhaal.

De Weerdt zucht en gaat samen met zijn collega terug naar het kamertje waar Ali wacht. Oké Ali, zegt hij. Dan wordt je geschorst en moet je op het politiebureau komen in de eerstvolgende vakantie." "Weet je het zeker?", probeert Van der Sluijs nog. Ali zwijgt.

"Op zo'n moment zetten we door", zegt De Weerdt later. "Net als bij Moestafa laat ik dit kereltje niet meer los. We bezoeken de ouders en de leerlingen krijgen straf. Al is het vergrijp te overzien, nú moet je een voorbeeld stellen. Als je het erbij laat zitten, weet binnen een kwartier de hele school het. Je moet laten zien: hier ligt voor ons de grens."

NRC Webpagina's
8 FEBRUARI 2001


    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC Handelsblad