U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.
Klik hier
N R C   H A N D E L S B L A D  -  B U I T E N L A N D
NIEUWS  TEGENSPRAAK  SUPPLEMENT  DOSSIERS  ARCHIEF  ADVERTENTIES   SERVICE

 NIEUWSSELECTIE 
 KORT NIEUWS 
 RADIO & TELEVISIE 
 MEDIA 

S c h a k e l s
Ministerie van Buitenlandse Zaken Duitsland

Stern
(Interview met J. Fischer)

Nadir
(Informatie over de RAF)


Joschka Fischer staat even oog in oog met eigen verleden


Joschka Fischer, minister van Buitenlandse Zaken, stond gisteren bij het proces tegen zijn vroegere kameraad Hans-Joachim Klein oog in oog met zijn eigen radicale verleden. Een verslag uit de rechtszaal.

Door onze correspondent MICHÈLE DE WAARD

FRANKFURT, 17 JAN. Even herleeft een schaduw van de 'Duitse herfst' in Frankfurt. Het meedogenloze terrorisme van de links-radicale Rote Armee Fraktion (RAF) bereikte in die Duitse herfst van 1977 een hoogtepunt. Deze dinsdag is veiligheidsfase 1 van kracht. Tal van agenten bewaken het gerechtshof. Militairen controleren op de omringende daken. Persmuskieten drommen voor de poorten. Joseph Fischer wordt gehoord. Beroep: minister. "U moet goed begrijpen dat wij revolutionairen waren", zegt Fischer, minister van Buitenlandse Zaken, even later tegen de rechter als het proces tegen de voormalige RAF-terrorist Hans-Joachim Klein is begonnen. Klein is een oude bekende van hem uit de krakersbeweging in de jaren zeventig en noemde Joschka Fischer zijn voorbeeld. Fischer: "Wij voelden ons onderdrukt. We waren vreemden in eigen land. In onze gekraakte huizen in Westend wilden we het juiste leven voeren in een verkeerde wereld." Dat het om wat jongens ging die alleen maar agenten in elkaar sloegen noemt hij "onzin". Het proletariaat mobiliseren, geld inzamelen voor acmigranten helpen, hun huizen verdedigen tegen de politie. Dat deden ze allemaal, legt de vroegere kraker uit. Maar gewapende acties? Nee, dat niet. "Ik kan me geen dag herinneren waarop ik samen met Jochen wapencatalogussen heb bekeken", zegt hij licht ironisch als rechter Heinrich Gehrke vraagt of ze met wapens te maken hadden. In de gewapende strijd zagen hij en zijn kameraden helemaal niets. Fischer (52) maakt een resoluut gebaar met de hand en kijkt de rechter ernstig aan.

Die keuze markeert het verschil tussen Fischer en Klein, die verdacht wordt van betrokkenheid bij de moord op drie mensen tijdens de aanslag op OPEC-ministers in 1975 in Wenen. Het contrast tussen de twee vroegere kameraden kon niet schriller zijn. De magere bleke Klein met zijn steile piekhaar, die tijdens het hele proces schichtig in zijn zwarte jack wegkruipt, en de populairste minister van de Berlijnse republiek, gestoken in een chique Italiaans pak. De loser en de carrièrist. Klein, een arbeiderskind dat eerder neigde naar acties dan filosofische debatten over Habermas en Marcuse. Fischer, de zoon van een slager, die opgroeide in een streng katholiek milieu, rebelleerde en onderdook in de protestbeweging van de jaren zestig in Frankfurt.

"We mochten hem als mens", zegt Fischer over Klein. "Maar toen we in Bild de foto zagen van de gewonde Jochen die had meegedaan aan de OPEC-aanslag, waren we geschokt." Wat doet hij daar, dachten we. Hoe was Klein hierin verzeild geraakt? Wie valt nu de OPEC-ministers aan? Dat paste helemaal niet. , ,Wij wilden niemand verwonden, laat staan doden." Jochen hoorde wel bij hun knokploeg, hun Putzgruppe die bij ontruimingsacties tegen de politie werd ingezet. "We dachten geweld te kunnen organiseren. Dat was onze grote fout", zegt Fischer. "Maar bommen, banken overvallen, moorden - terrorisme betekende zelfvernietiging. Dat leidde tot een catastrofe." Had Jochen maar enig signaal afgegeven, dan had Fischer hem geholpen.

Nu wordt het de officier van justitie Volker Rath te gortig. Het is alsof een andere Fischer in de rechtszaal staat dan degene die de afgelopen week talloze vraaggesprekken heeft gegeven over zijn jeugdzonden. "U doet nu net alsof u een sociaal werker in de knokploeg was. Hoe zat het met agenten die werden aangevallen?" Hij doelt op de foto's waarop Fischer tijdens een demonstratie met enkele kameraden op een agent inslaat. En wat vindt Fischer van de getuige op tv die zei dat Fischer had opgeroepen molotovcocktails bij een demonstratie te gebruiken? Een agent raakte bij die bewuste demonstratie in mei 1976 zwaar gewond door een molotovcocktail. In Fischer krijgt nu de bedreven retoricus de overhand. "Sociaal werk heb ik in de knokploeg zeker niet verricht. We wilden ons verzetten tegen de politie en waren bezig geweld te organiseren." Nadat hij zelf talloze keren bont en blauw was geslagen bij demonstraties kwam er een moment waarop hij besloot " niet meer weg te lopen".

Het gebruik van geweld was fout, zegt Fischer. Daarvoor heeft hij zich verontschuldigd. Maar met molotovcocktails gooien? Fischer is niet één geval bekend, laat staan dat hij zelf heeft gegooid. "Ik sta graag terecht voor iets dat ik heb gedaan, maar niet voor iets dat ik niet heb gedaan. Zo meteen komt er nog iemand die beweert dat Cohn-Bendit (zijn vriend sinds die tijd, red.) en ik de Derde Wereldoorlog hebben gepland. Dit is absurd. U zit volstrekt op het verkeerde spoor." De officier weet van geen ophouden. Hilariteit in de zaal. Dan grijpt de rechter in: "Niet Fischer staat hier terecht, maar Klein!" Overigens heeft de bewuste getuige haar verklaring ingetrokken.

De rechter heeft zijn rol hervonden. Maar het blijkt moeilijk de vragen te beperken tot louter Fischers relatie met Klein. In het publieke debat domineert de vraag waar Fischer bij geweld de grens trok. Dat waren de gebeurtenissen in de herfst van 1977, legt hij uit. Toen werd hij democraat. De moord door de RAF op Hanns Martin Schleyer, de vroegere werkgeversvoorzitter, veroorzaakte een schok. "Het nekschot, de koude taal die ze spraken, deze minachting voor recht. Toen werd duidelijk waartoe geweld kon leiden", aldus Fischer. Na het verhoor in de rechtszaal stapt de minister op Klein af en schudt zijn vroegere kameraad de hand. Urenlang heeft Klein verslagen voor zich uitgekeken. Nu kijkt hij Fischer dankbaar aan. Dan loopt de minister omringd door bodyguards de zaal uit. Opgelucht is Fischer zelf nog niet. De oppositie ruikt een kans en wil de minister vanmiddag in de Bondsdag 'heel wat steviger' aan de tand voelen over zijn verleden dan gisteren gebeurde.


Zie ook:

Kruistocht Meinhof jr. tegen Joschka Fischer (16 januari 2001)
Joschka Fischer raakt de Duitse ziel (15 januari 2001)
Fischer brengt zichzelf in opspraak (4 januari 2000)

NRC Webpagina's
17 JANUARI 2001


( a d v e r t e n t i e s )

Klik hier

Klik hier

    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC Handelsblad